LEES OOK.

Geen Tourmalet, Alpe d’Huez, Galibier of Mont Ventroux in de Tour van 2020. “Er zijn geen bergen dit jaar”, grapte Tourbaas Christian Prudhomme dinsdagochtend op het persontbijt, enkele uren voor de officiële presentatie. Een grapje uiteraard, maar de bekende, legendarische cols laat de Tour van 2020 wel effectief links liggen. “We zoeken altijd nieuwe uitdagingen”, vertelde hij. “Maar maak je geen zorgen, er zijn nog steeds voldoende bergen en we respecteren ook de geschiedenis van de Tour.”

Om maar meteen een cijfer te noemen: in totaal staan 29 cols van tweede, eerste of buiten categorie op het programma. Dat is er één minder dan de voorbije editie, al werden er toen wel twee geschrapt door de weersomstandigheden.

Foto: Photo News

Start in het bergachtige zuiden

De Tour start dit jaar in het zuiden van Frankrijk en daar profiteert de organisatie van. “Het is nog maar de zevende keer in de geschiedenis dat onze Grand Départ in het zuiden ligt”, aldus de Tourbaas. “Dat geeft ons de kans om een unieke eerste week te presenteren. Ik val in herhaling, dat weet ik, maar nu meer dan ooit bieden we een eerste week waarin van alles kan gebeuren. Het is een parcours voor de dapperen, de aanvallers die hier altijd kunnen winnen.”

De eerste rit is een sprintersetappe met start en aankomst in Nice, over een afstand van 156 kilometer. Maar lang zal een sprinter de gele trui niet dragen, want op dag twee – met opnieuw vertrek en aankomst in Nice – trekt het peloton al de bergen in met de Col de la Colmiane (16,3 km aan 6,3%), de Col de Turini (14,9 km aan 7,4%) en de Col d’Èze (7,8 km aan 6,1%), een etappe die veel weg heeft van de slotrit in Parijs-Nice. De aankomst ligt weliswaar niet bergop, maar de kans dat hier nog zal gesprint worden, lijkt nagenoeg onbestaande. Ook de derde rit vertrekt nog vanuit Nice en gaat naar Sisteron. Daar krijgen sprinters een tweede kans op een etappezege, al kunnen aanvallers in deze rit misschien ook al hun slag slaan.

Al vroeg aankomst bergop

Op dag vier staat al meteen de eerste aankomst bergop op het programma. De Tour categoriseert die etappe onder de noemer ‘geaccidenteerde rit’ – geen bergrit dus – maar toch ligt de aankomst boven. De rit vertrekt in Sisteron en eindigt in Orcières-Merlette, na een slotklim van 7,1 km aan 6,7 procent. “Aangezien de Tour vertrekt in het zuiden moeten we gebruikmaken van de kansen om al zo vroeg een aankomst bergop te voorzien”, aldus parcoursbouwer Thierry Gouvenou, die hoopt dat de klassementsrenners zich dan al zullen tonen.

Foto: REUTERS

Op dag vijf zijn de sprinters weer aan zet met een etappe van Gap naar Privas, over 183 km, de tweede of derde sprint dus in het peloton.

Kansen voor de Belgen

De zesde rit is een bergrit door het Centraal Massief, met een van de vier nieuwe cols in deze Tour de France. Het peloton trekt van Le Teil naar Mont Aigoual. Onderweg moeten de renners de nieuwe Col de la Lusette bedwingen. “Hier bieden we ook kansen voor de baroudeurs ”, zegt Gouvenou, “Dan denk ik ook aan enkele Belgische renners zoals Greg Van Avermaet en Thomas De Gendt, om er twee te noemen.”

Op dag zeven gaat het van Millau naar Lavaur, over 168 km. “Deze rit heeft zo’n beetje het profiel van de etappe naar Albi van dit jaar, waar Wout van Aert won en het peloton ook in waaiers brak. Hier kan de wind ook een rol spelen”, aldus Gouvenou. “We zullen wellicht een sprint zien, al dan niet met een grote groep.”

Korte passage in Pyreneeën

Vervolgens trekt het peloton naar de Pyreneeën voor twee etappes, maar telkens zonder aankomst bergop. De eerste Pyreneeënrit gaat van Cazères-sur-Garonne naar Loudenvielle, over 140 km met onderweg de Col de Menté, de Port de Balès, de Col de Peyresourde, en de afdaling richting aankomstplaats. De tweede bergrit trekt van Pau naar Laruns met voor de klimmers de Col de la Hourcère, de Col de Soudet en de Col de Marie-Blanque. Vooral die laatste is een kuitenbijter: 7,7 km lang aan 8,6 procent, maar met bijzonder steile stukken in de laatste 4 km, tot 15 procent. Daarna volgt de afdaling naar Laruns.

Na deze zware eerste week volgt de rustdag in La Charente-Maritime op 6 juli. De renners vliegen na de bergrit naar daar, zo’n 350 km verder.

Kans op waaiers

Daags nadien staat een verraderlijke rit op het programma van Île d’Oléron naar Île de Ré over 170 km. “De renners zullen zich in deze etappe niet mogen laten vangen”, aldus Prudhomme. “Want hier kan de wind een grote rol spelen. Normaal wordt dit een sprint. Maar met hoeveel renners, is zeer de vraag. Dit jaar hebben we een Tour uitgetekend waar het echt overal kan gebeuren.”

Na de eerste Tourweek en een mogelijke waaierrit zal de rust vermoedelijk even terugkeren in het peloton met enkel overgangsetappes. Rit 11 van Châtelaillon-Plage naar Poitiers, over 167 km, is voor de sprinters, wellicht hun vijfde kans in deze Tour. Rit 12 van Chauvigny naar Sarran is de langste etappe – 218 km lang – en volgens Gouvenou voor de aanvallers.

Heel wat hoogtemeters

De tweede aankomst bergop in een bergrit volgt op dag 13, in het Centraal Massief. Dan rijdt het peloton van Châtel-Guyon naar Puy Mary. “Het is de etappe met de meeste hoogtemeters in deze Tour de France: 4.400 meter”, zegt Gouvenou. “Ja, dat is minder dan andere jaren ( er zijn in het verleden al ritten geweest met 5.000 hoogtemeters, nvdr. ), maar we hebben de hoogtemeters meer verspreid over verschillende etappes. De aankomst ligt op de Puy Mary, voor het eerst ooit eindigt daar een Touretappe. Vlak daarvoor moet ook nog de Col de Ceyssat en de Col de Néronne bedwongen worden.”

Rit 14 is opnieuw voor de aanvallers en gaat van Clermont-Ferrand naar Lyon, over 197 km. Wellicht geeft het peloton hen dan even een kans, want op zondag 12 juli krijgt het zwaardere kost voorgeschoteld in de rit van Lyon naar Grand Colombier, de derde aankomst bergop. “Hier doen we iets speciaals”, aldus Prudhomme. “We gaan deze col via drie van de vier verschillende toegangswegen beklimmen.” Op maandag 13 juli is er de tweede rustdag, in Grenoble. In de 16de rit van La Tour-du-Pin naar Villard-de-Lans zijn de aanvallers weer aan zet.

Koninginnenrit naar Méribel

De koninginnenrit is wellicht die van Grenoble naar Méribel, over 168 km. De vierde en laatste aankomst bergop ligt niet in het skioord zelf, het peloton moet nog 7 km verder. “ C’est un choque ”, zei de Tourbaas zelf dramatisch. “Ongelooflijk, toen ik ter plaatse ging kijken was ik echt onder de indruk. De renners zullen versteld staan van deze aankomst op de nieuwe Col de la Loze. Een klim van 21,5 km aan 7,8 procent, maar het zijn vooral de laatste 4,5 km die tot de verbeelding spreken. Het is alsof je drie à vier keer de Muur van Hoei krijgt voorgeschoteld. In die laatste kilometers zitten verschillende stukken tot zelfs meer dan 20 procent.”

In diezelfde etappe moet het peloton ook over de Col de la Madeleine, maar via een route die nog niet eerder werd genomen. “Ze ligt parallel met de route die we kennen. Pas op het eind, in de laatste vier kilometer, komen we weer op dezelfde weg richting de top.”

LEES OOK.

De achtste en laatste bergrit volgt dan op donderdag, van Méribel naar La Roche-sur-Foron, over 168 km met onderweg ruim 4.000 hoogtemeters. Dan moeten de Cormet de Roselend, de Col des Saisies, de Col des Aravis, de Plateau des Glières, en Col des Fleuries bedwongen worden met daarna een afdaling richting aankomst.

De finale: tijdrit naar La Planche des Belles Filles

Op vrijdag staat nog een rit voor de sprinters op het programma, van Bourg-en-Bresse naar Champagnole over 160 km. Zaterdag wacht de finale met de tijdrit naar La Planche des Belles Filles, over 36 km. Het is de enige tijdrit in deze Tour de France. “Dit jaar is er geen ploegentijdrit. Dat is een keuze die gemaakt is. We kijken enorm hard uit naar die tijdrit op La Planche des Belles Filles. Hopelijk zijn hier nog twee of drie renners in strijd en wordt hier de Tour beslist.”

Op zondag wacht dan het defilé naar de Champs-Élysées, waar de sprinters een laatste kans krijgen.

Foto: letour

Rittenschema 107e editie, goed voor 3.470 km in totaal:

Rit 1: Zaterdag 27 juni: Nice Moyen Pays - Nice: 156 km

Rit 2: Zondag 28 juni: Nice Haut Pays - Nice: 187 km

Rit 3: Maandag 29 juni: Nice - Sisteron: 198 km

Rit 4: Dinsdag 30 juni: Sisteron - Orcières-Merlette: 157 km (eerste aankomst bergop)

Rit 5: Woensdag 1 juli: Gap - Privas: 183 km

Rit 6: Donderdag 2 juli: Le Teil - Mont Aigoual: 191 km

Rit 7: Vrijdag 3 juli: Millau - Lavaur: 168 km

Rit 8: Zaterdag 4 juli: Cazères-sur-Garonne - Loudenvielle: 140 km

Rit 9: Zondag 5 juli: Pau - Laruns: 154 km

Rustdag: maandag 6 juli in La Charente-Maritime

Rit 10: dinsdag 7 juli: Île d’Oléron - Île de Ré: 170 km

Rit 11: woensdag 8 juli: Châtelaillon-Plage - Poitiers: 167 km

Rit 12: donderdag 9 juli: Chauvigny - Sarran: 218 km (langste etappe)

Rit 13: vrijdag 10 juli: Châtel-Guyon - Puy Mary: 191 km (tweede aankomst bergop)

Rit 14: zaterdag 11 juli: Clermont-Ferrand - Lyon: 197 km

Rit 15: zondag 12 juli: Lyon - Grand Colombier: 175 km (derde aankomst bergop)

Rustdag: maandag 13 juli: Isère

Rit 16: dinsdag 14 juli: La Tour-du-Pin - Villard-de-Lans: 164 km

Rit 17: woensdag 15 juli: Grenoble - Méribel (Col de la Loze): 168 km (vierde aankomst bergop)

Rit 18: donderdag 16 juli: Méribel - La Roche-sur-Foron: 168 km

Rit 19: vrijdag 17 juli: Bourg-en-Bresse - Champagnole: 160 km

Rit 20: zaterdag 18 juli: Lure - La Planche des Belles Filles: 36 km (klimtijdrit)

Rit 21: zondag 19 juli: Mantes-la-Jolie - Parijs: 122 km

MEER OVER Tour de France

Meer sportnieuws