Foto: AFP
Vandaag om 16:13 door Chris Snick, Dennis Van Damme
Voor het eerst ooit heeft een Belgisch team de World Solar Challenge gewonnen, het wereldkampioenschap voor wagens op zonne-energie. Het Agoria Solar Team van de KU Leuven reed donderdag als eerste over de meet in het Australische Adelaide. “We startten op de laatste dag op plaats twee”, zegt Lynn De Haes uit Putte. “Maar toen schoot de wagen voor ons van het Nederlandse team in brand. Jammer voor hen, maar we zaten ze op de hielen, mogelijk pushten ze hun wagen te ver.”
De wedstrijd is een tweejaarlijkse challenge van 3.021 kilometer lang, waar 44 teams uit 22 landen aan deelnemen. Het is de achtste keer dat er een Belgisch team met ingenieursstudenten van de KU Leuven aan de start stond. Tot nu was hun strafste prestatie de tweede plek in 2007.
Lynn De Haes. Foto: rrLynn De Haes uit Putte nam in 2017 al eens deel met haar eigen wagen. Ondertussen is zij afgestudeerd en heeft ze een job beet bij Octinion, een R&D-bedrijf in Leuven. Ze ging mee naar Australië om het team te ondersteunen.“We zijn geleidelijk aan opgeschoven”, vertelt Lynn De Haes vanuit Adelaide. “We mochten door een sterke kwalificatie op de vierde plaats startten. Na dag één schoven we al een plekje op.”
Windstoten
Daarna sneuvelden hun voorliggers letterlijk. Eerst schoof de wagen van Team Twente van de baan door hevige windstoten, waarna die de strijd moest staken. “Zo’n wagen weegt maar 135 kilogram”, zegt De Haes. “Bij windstoten krijg je het snel moeilijk. Maar daar hadden wij iets op gevonden, door onze wagen zo te ontwerpen dat de body mee kon draaien met de neus tegen de wind in. Wat een vreemd zicht is: het is precies of de bovenkant draait terwijl de wielen rechtdoor rijden. Maar zo zeilden we als het ware, bleven wij wél op de baan en zijn we naar de tweede plaats kunnen gaan. Daarna zetten we de achtervolging in op de nummer één en de voormalige wereldkampioen: het Nederlandse Vattenfall Solar Team. “Van de 43 minuten voorsprong hadden ze bij de start van de laatste wedstrijddag maar 7 minuten meer over. Van bij de start voelde je die spanning, we hadden ze in ons vizier.”
En zo dwongen ze het concurrerende team ook - waarschijnlijk - tot fouten. “Kort na de start zagen we ze langs de kant van de weg staan. Hun wagen was uitgebrand. Jammer voor hen, maar mogelijk zijn ze over de limiet gegaan om ons voor te blijven.”
15 maanden
De wagens halen topsnelheden tot 120 km per uur, maar volgens De Haes betekent dat niet dat je de ganse tijd die snelheid kan aanhouden. “Tijdens het rijden is er constant een team de wagen en de omstandigheden aan het opvolgen om zo een strategie te bepalen. Je mag namelijk niet te veel energie gebruiken, anders haal je de meet niet met je batterij. En aan topsnelheid rijden vergt ook veel van je wagen. Voor onze wagen, BluePoint, hebben we dit jaar de focus gelegd op betrouwbaarheid. We hebben enorm veel getest waardoor we de de limieten van de wagen kenden en wisten hoever we konden pushen en het toch veilig konden houden.”
Foto: rrWat de winst nu oplevert? “Een mooie beker en de eer. Een geldprijs is er niet aan verbonden.” Het project kostte in totaal wel 1 miljoen euro en er is liefst vijftien maand aan de wagen gewerkt. “Gelukkig hadden we veel partners die ons steunden. De wagen verdwijnt ook niet in de garage. We gaan er nog verder aan werken voor een race volgend jaar in Chili. En sowieso is het onderzoek dat wij en andere teams verrichtten iets waar de auto-industrie naar kijkt. Niet dat iedereen over tien jaar in een wagen als de onze zal rijden, maar de technologie wordt wel gebruikt. Meerdere constructeurs experimenteren bijvoorbeeld ook met zonnepanelen op wagens om de airco van stroom te voorzien. Een technologie die ook voortvloeit uit projecten als deze.”
Met de medewerking van