Foto: AP
Vandaag om 07:22 door jvr, syd, gjs
Het Britse parlement heeft een nieuwe tik uitgedeeld aan Boris Johnson. Het keurde zijn Brexit-deal zaterdag niet goed en verplichtte hem om nieuw uitstel te vragen bij de EU. Hoewel de premier dat eerst weigerde te doen, stuurde hij zaterdagavond alsnog een brief naar Europees president Donald Tusk met zo’n verzoek tot uitstel. Maar tegelijkertijd voegde hij daarbij een brief dat hij het toekennen van dat uitstel “een vergissing zou vinden”. Het is wellicht een maat voor niets, want al in de komende dagen wordt een nieuwe stemming over de Brexit-deal verwacht in het Lagerhuis. “Maar verliest Johnson die ook, dan liggen alle denkbare Brexit-pistes weer open”, zegt professor Hendrik Vos.
Boris Johnson was op Super Saturday naar het parlement gekomen om te winnen. Maar in plaats van zijn “excellente” akkoord goed te keuren, eisten de leden van het Lagerhuis dat hij het eerst zou onderbouwen met concrete wetteksten én verplichtten ze hem om bij de EU opnieuw Brexit-uitstel te vragen, tot 31 januari. De premier weigerde dat laatste te doen. “Ik ga niet met de Europese Unie onderhandelen over uitstel, en de wet verplicht me ook niet om dat te doen”, reageerde hij.
Die koppigheid was echter van korte duur, want rond 20 uur onze tijd belde Johnson naar Europees president Tusk om uitstel te vragen. Drie uur later liet die laatste via Twitter weten dat hij de officiële brief in ontvangst had genomen. Tusk zal nu de andere Europese leiders consulteren, en begint daar zondagochtend al mee. Dan komen de EU-ambassadeurs samen voor overleg.
Dat Johnson hoe dan ook op 31 oktober uit de Europese Unie wil stappen, bewees hij volgens de BBC met een tweede brief, toegevoegd aan het verzoek tot uitstel. Daarin benadrukte de Britse premier dat hij zo’n uitstel een vergissing vindt. Volgens de BBC zou Johnson het officiële verzoek ook niet ondertekend hebben.
Spoedberaad
Hoewel Johnson zelf deed uitschijnen dat de EU een verlenging sowieso niet meer zou toestaan, bleek dat gisteravond ook niet het geval. Bronnen bevestigden aan de Britse krant The Guardian dat de EU-leiders niet afkering staan tegenover een uitstel. Vanochtend komen de EU-ambassadeurs alvast samen in spoedberaad om de kwestie te bespreken.
“Maar Johnson wil hoe dan ook op 31 oktober uit de Europese Unie stappen, en wil die lijn dus consequent en koppig aanhouden”, zegt Hendrik Vos, professor Europese politiek van de UGent. “En hij krijgt nu dan wel een tegenslag, hij belooft wél dat de nodige wetteksten er maandag zullen liggen. Hij is daar ook al wel een tijdje mee bezig, en er zullen nog slordigheden inzitten, maar er zal straks wel iets klaarliggen. En dan kan er dinsdag al opnieuw gestemd worden. Als hij die stemming opnieuw verliest liggen alle Brexit-pistes weer open.”
LEES OOK.
En wat als het Lagerhuis de deal van Boris Johnson wel goedkeurt? Dan zou een Brexit op 31 oktober dus mogelijk zijn, al kan dat ook een maand later pas zijn, op 30 november. Het Europees Parlement ging namelijk normaal begin deze week de deal ratificeren – pas na goedkeuring van het Lagerhuis, die er gisteren dus niet kwam – en de volgende zitting is pas half november.
Of het nu 31 oktober, 30 november of 31 januari wordt: eigenlijk begint het echte spelletje pas bij de start van de Brexit zelf. “Er zal een overgangsperiode komen van minstens anderhalf jaar, die kan worden verlengd met nog eens twee jaar”, zegt Hendrik Vos. “Daarin moet worden onderhandeld over hoe dat Britse leven buiten de EU er dan precies moet uitzien. Gaan ze nog deelnemen aan het Erasmusprogramma voor studeren in het buitenland? Gaan ze nog gebruikmaken van het Europese voedselagentschap? Hoeveel zal men willen betalen voor Europese landbouwproducten?”
“Heel dat debat over de concrete invulling van de Brexit moet nog beginnen. En vooraleer de Britten aan tafel kunnen gaan met EU-onderhandelaars, zullen ze voor zichzelf duidelijk moeten maken wat ze willen. Ze hebben dat debat altijd voor zich uitgeschoven. Omdat er geen eensgezindheid is. Omdat men weet: hoe meer afstand men neemt van Europa, hoe groter de economische kosten zullen zijn.”
Met de medewerking van