De van de stad Antwerpen schetste een beeld van de fysieke, psychische en sociale gezondheid van de Antwerpenaar. De meting gaf ook in beperkte mate een beeld van het aanbod, het gebruik en de toegankelijkheid van de gezondheidszorg. De actualiseert de cijfergegevens en toont trends. In die monitor werden de indicatoren uitgebreid, met gegevens die de gezondheid beïnvloeden, zoals levensstijl, gedrag en woonomgeving.
Door de indicatoren uit te breiden, dekt de monitor de term ‘gezondheid’, zoals gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO): het zich wel bevinden of het welzijn op lichamelijk, geestelijk, economisch en sociaal vlak. Gezondheid is bijgevolg niet alleen de afwezigheid van ziekten en gebreken. De monitor levert nu ook gegevens over het welbevinden en indicatoren die de gezondheidstoestand mee beïnvloeden: de levensstijl, de woonomgeving, en het aanbod, gebruik, de kennis en de toegankelijkheid van de gezondheidszorg. Deze uitbreiding werd mogelijk dankzij de uitvoering van een gezondheidsenquête bij een representatieve steekproef van de Antwerpse bevolking ouder dan 16 jaar. Met een responsgraad van 29 procent werden in het najaar van 2010 2.600 geldige schriftelijke en telefonische enquêtes verwerkt.
De monitor start met een beschrijving van de demografische (geboortes, sterfgevallen en levensverwaching) en socio-economische context (armoede, arbeidssituatie, woonomgeving) van de Antwerpse bevolking. Verder biedt de monitor een overzicht van de doodsoorzaken en hospitalisaties, die verband houden met het voorkomen van levensbedreigende infectieziekten en kankers, hart- en vaatziekten, luchtwegenaandoeningen, letsels door o.a. geweld en ongevallen. Ook de gezondheidstoestand bij de geboorte wordt in cijfers gevat. Over de psychische en sociale gezondheidstoestand worden cijfers getoond van o.a. zelfdoding. Registraties van aanmeldingen bij geestelijke gezondheidszorg en opnames in psychiatrie vullen de monitor verder aan. We staan ook stil bij de sociale contacten die de Antwerpenaars hebben en beschrijven het voorkomen en de impact van psychische problemen, slaapstoornissen en stress.
In een volgend hoofdstuk beschrijven we het rookgedrag, alcoholconsumptie, druggebruik, voedingspatronen, lichaams- en tandhygiëne, beweging en sport, het gebruik van voorbehoedsmiddelen en de woonomgeving van de Antwerpenaars. Dit hoofdstuk wordt gevolgd door de subjectieve gezondheidsbeleving.
In het laatste hoofdstuk brengen we de spreiding van het aanbod en de tevredenheid over de zorgverleners (huisartsen, tandartsen, apothekers) in kaart. Preventieve zorg wordt gemeten met de vaccinatiegraad bij jonge kinderen en borstkankerscreening. De toegankelijkheid wordt gevat via de kennis over het aanbod aan gezondheidszorg en een aantal specifieke begrippen en de financiële redenen om zorgvragen uit te stellen. De beschrijving van de beschikbaarheid van informele zorg gebeurt op basis van gegevens uit de gezondheidsenquête en de stadsmonitor.