Tv-productiehuis rijgt met Benidorm Bastards, Wat als? en Safety First de prestigieuze internationale prijzen aan elkaar. Zo wonnen ze gisteren met 'Wat Als' een Emmy in New York voor beste comedy. Frontman Tim Van Aelst legt uit hoe ze dat voor mekaar krijgen.
Tim Van Aelst : “Voor prijzencompetities sturen we enkel onze inzending op. Er komt totaal geen lobbywerk aan te pas. We wonnen al twee Rockies op het Banff World Media Festival in Canada, terwijl we er nog nooit zijn geweest omdat we in juli altijd aan het opnemen zijn. Het enige wat je moet doen om een Rocky te winnen is een steengoed programma maken. We zijn dit jaar trouwens opnieuw genomineerd in Canada: Safety First neemt het tegen Arrested Developement en The Big Bang Theory op in de categorie ‘Beste sitcom’. De kans op winst is klein, maar het is al fantastisch om tussen deze Amerikaanse kleppers te staan. In Hamburg won Safety First overigens al goud in de categorie ‘Beste sitcom’. Ik herinner me nochtans dat na de Vlaamse voorstelling van Safety First journalisten opmerkten dat ze het wel tof, maar zeker geen award winning show vonden (lacht).” Is uw zoveelste award winnen even overweldigend als de eerste keer? Tim Van Aelst: “Het sympathiekste antwoord zou natuurlijk een volmondig ja zijn, maar helaas went het wel een beetje. Alleen al omdat je vrienden je niet meer overladen met complimenten na een nieuwe overwinning. Toch doen de prijzen voor Safety First ons veel deugd, want sitcom was voor ons een onbekend terrein. Qua opbouw zitten alle elementen van een sitcom erin. Bovendien duurt een aflevering exact 24 minuten, wat overeenkomt met de Amerikaanse commerciële norm. Inclusief 6 minuten reclame vult het immers precies een programmablok van een half uurtje.”
Is het format van Safety First al verkocht in het buitenland? Tim Van Aelst: “Nog niet, maar we onderhandelen met verschillende landen. Het eerste seizoen bestond uit slechts 8 afleveringen. Verschillende landen wachten tot het tweede seizoen er is. Van een sitcom kopen ze liever meteen een reeks van 16 stuks om de opnamekosten per aflevering te drukken.” Hoe loopt de internationale verkoop van de overige Shelter-programma’s? Tim Van Aelst: “Uitstekend, Wat als? hebben we al in 15 landen verkocht. Prijzen winnen levert natuurlijk extra aandacht op. En in tegenstelling tot Benidorm Bastards en straks wellicht ook Safety First wordt Wat Als? niet opnieuw gedraaid, maar gewoon ondertiteld. Waar verkoopt Shelter die programma’s? Op beurzen? Tim Van Aelst: “Ja, al neemt het belang van die beurzen af. Tegenwoordig wordt alles gewoon gestreamd. Beurzen hebben nog steeds het voordeel van het persoonlijk contact, maar de tijd dat je in een kraampje gaat zitten waarin je een aflevering toont is echt wel voorbij.” Is de verkoopprijs afhankelijk van de grootte van de zender en het land? Tim Van Aelst: “Ja. Het is logisch dat je in Amerika meer vraagt dan in Chili, maar soms gaat het ook om ruimere deals die bijvoorbeeld heel Zuid-Amerika of alle Arabische landen omvatten. Het opvolgen van dergelijke zaken kost veel tijd. Tegenwoordig doet een distributeur dat voor ons.”
Heeft al die internationale bijval een invloed op hoe u over nieuwe programma’s nadenkt? Denkt u wel eens: “Dit gaan we niet doen, want daar winnen we nooit een Gouden Roos mee!” Tim Van Aelst: “Dat zou heel fout zijn, maar het is inderdaad een valkuil. We zorgen er wel voor dat al onze programma’s namen dragen die overal verstaanbaar zijn of ten minste makkelijk te vertalen zijn. Safety First doet overal een belletje rinkelen en dat is geen toeval. Bovendien hou ik sowieso van formats die je in één zin kan samenvatten. The Voice is een ijzersterk format omdat je het zelfs in één woord kan vatten, idem dito voor De Mol. Ik hou van strak geformatteerde zaken. Ook in de popmuziek. Nirvana maakte het nooit moeilijker dan The Beatles: twee strofen, drie refreinen, een bridge en gedaan!” Hoeveel ideeën worden er bij Shelter op tafel gegooid vooraleer er eentje aan die tafel blijft plakken? Tim Van Aelst: “Voor ons moet het én comedy én een beetje vernieuwend én strak geformatteerd zijn. Tja, dan valt er natuurlijk al een pak af. Wij spelen dan ook af en toe ideeën aan anderen door omdat wij er toch niks mee gaan doen.” Hoe wist u dat Safety First opnieuw een schot in de roos zou zijn? Tim Van Aelst: “Dat wisten we absoluut niet, maar de laatste geestige sitcom in Vlaanderen - Het Eiland – was alweer tien jaar oud. Toen het basisidee van Safety First bij iedereen een glimlach ontlokte, had ik er wel vertrouwen in. Precies daarom konden we ook zo’n goede acteurs strikken voor de serie: Vier bewakingsagenten die uitblinken in bekwaamheid, maar overleven door vriendschap: dat wilde iedereen wel eens zien!”
Wat is uw devies aan startende creatieve ondernemers? Tim Van Aelst: “Vertrek van iets dat je vanuit je hart kunt beleven, niet van iets waarvan je denkt dat anderen het goed zullen vinden. Het succes van Shelter bestaat uit een mix van hard werken, authenticiteit, enthousiasme en de lat altijd hoger willen leggen.” Shelter bestaat uit drie vaste leden. Vindt u geen geschikte medewerkers? Tim Van Aelst: “Dat is inderdaad een moeilijke zaak. In België zijn er helaas geen laboratoria waar je comedy kan leren schrijven. Iemand die het vak wil leren moet bij ons al twee, drie jaar meedraaien vooraleer hij echt begint te renderen. En dat is moeilijk in een klein huis, wij maken nu eenmaal geen tien programma’s tegelijkertijd. Het maakt ons erg kwetsbaar. We kunnen het derde seizoen van Wat Als? nu bijvoorbeeld niet maken omdat we ons over het tweede seizoen van Safety First moeten ontfermen. We hebben nochtans veel mensen getest om voor ons te schrijven, maar dat bleek niet zo’n makkelijke klus. Kerels als Jan Eelen en Bart De Pauw zijn meesters in het vak, maar die komen helaas niet voor ons werken. Het vijvertje is erg klein en de school om het te leren bestaat eigenlijk niet.” U staat zelf nog vaak op de set … Tim Van Aelst: “Juist. Dat is meteen ook een belangrijke reden waarom we niet kunnen groeien. Ik doe het setwerk ontzettend graag, maar het maakt ons tegelijk kwetsbaar. Verschillende programma’s tegelijk aansturen is op die manier onmogelijk. Ach, laten we maar genieten van wat is…”