Foto: Dirk Kerstens
Het gaat Antwerp dezer dagen niet voor de wind, maar Ritchie De Laet (30) staat er wel opnieuw. Vier basisplaatsen op een rij, telkens goed voor een passende prestatie. Na een afwezige start en een goed gesprek met Laszlo Bölöni draaide de Antwerpenaar de knop om. “Ik heb vorig jaar in Australië misschien wat te veel van het goeie leven genoten.”
Vorige zaterdag op Le Canonnier. Verdoken in zijn trainingsjack overbrugt De Laet na de wedstrijd het traject tussen het stadion van Moeskroen en de Antwerpse spelersbus. Een reactie proberen te ontfutselen, levert niets op. “Ik wilde niemand zien of horen. Weet je dat ik in de kleedkamer vijftien minuten lang gewoon met mijn hoofd in mijn handdoek heb gehangen om mijn ontgoocheling te verbijten?”
“Shame on you”, scandeerden de fans na het verlies in Moeskroen.
“Terecht. Met alle respect voor Moeskroen, maar als je daar 0-1 voor komt, moet je die voorsprong altijd vasthouden. Naast speler ben ik natuurlijk ook fan van Antwerp. Bij mij komt zo’n 3-1 nog net iets harder binnen dan bij de andere spelers. Als ik in de tribune had gezeten, zou ik net hetzelfde hebben geroepen.”
Ook de coach werd geviseerd.
“Dat hebben we ook gehoord, maar tijdens de terugrit ging het in de bus nadrukkelijk over onszelf. Een coach kan op training wel bijsturen, maar van zodra de wedstrijd start, staat hij machteloos. Het is aan de elf op het veld om het tactische plan uit te voeren. We zijn volwassen genoeg om te weten dat we eerst naar onszelf moeten kijken.”
‘Het is vijf voor twaalf’, zei de voorzitter maandag.
( Denkt na ) “En dat voor een sowieso al beladen wedstrijd. We beseffen dat het money time is, zowel voor ons als voor de trainer. We hebben een verantwoordelijkheid tegenover hem.”
Foto: BELGAIs de teleurstelling na de nederlaag in Moeskroen lang blijven hangen?
“Die vraag stel je beter aan mijn vrouw. Zij weet dat dat wel even kan duren. (lacht) Er moet op zo’n moment niet onnozel gedaan worden. Gelukkig hebben we thuis een spare bedroom (logeerkamer, red.) waar ik me kan afzonderen. Ik ben zaterdagnacht met een fles water naar boven gegaan en heb de deur op slot gedaan. Rond een uur of vier ben ik voor de televisie in slaap gevallen. Zondag waren de kindjes vroeg wakker en kon ik weer lachen.”
Een opvallende remedie…
“Zo ga ik er nu eenmaal het best mee om. Mijn vader weet dat ook bijvoorbeeld. Normaal bellen we altijd na een wedstrijd. Na Mechelen en Moeskroen hebben we mekaar niet gehoord. ‘We zullen morgen wel bellen, zeker?’, stuurde hij.”
Vijf keer een voorsprong weggeven in zes matchen, verklaar dat eens?
“Het is moeilijk te plaatsen. Bij de minste tegenslag slaan de zenuwen toe en kunnen we geen bal meer bijhouden. Zelfs thuis tegen Kortrijk overkwam het ons toen het 3-1 werd. In Genk hadden we áltijd moeten winnen. Het kan niet de bedoeling zijn dat je op verplaatsing vier à vijf goals moet maken om de punten mee naar huis te nemen.”
Het gebrek aan inzet was de voorbije weken een thema. Maak eens de vergelijking met het post-promotiejaar, toen je ook een half seizoen voor de Great Old speelde?
“Er zitten nu grote namen in de kern die voetballend beter zijn dan twee jaar geleden, maar van de elf basisspelers van toen waren er minstens acht die er hun hoofd wilden voorleggen. Corryn was zeker zo iemand, Yatabaré ook. Net als Arslanagic, Bolat en Haroun die hier nog steeds zitten.”
‘Onze identiteit van toen mag niet verloren gaan’, kaartten Haroun en Bolat het probleem eerder al aan.
“Er is een grote groep nieuwe namen bijgekomen, waar de coach offensiever mee wil voetballen. Minder op kracht en karakter. Die transformatie vergt tijd. Vergeet niet dat sommige jongens uit de Premier League komen, waar je aan de bal tijd en ruimte krijgt om een pass te geven. In België staat er onmiddellijk een tegenstrever bij je. Je mag nog de beste speler zijn, een aanpassingsperiode heb je altijd nodig.”
Waren de voorbije speeldagen een les voor sommigen?
“Tuurlijk. Ik denk dat iedereen nu wel beseft dat het op talent alleen niet zal lukken. Zoals we in de eerste helft tegen Genk voetbalden, moet het íédere week. Onze loopkilometers in de Luminus Arena waren daar het ultieme bewijs van. Die lagen beduidend hoger dan in de andere duels.”
Foto: Photo NewsOndanks de moeilijke situatie heb je je wel weer in de ploeg geknokt. Als linksachter nota bene. “Ik moet mijn linkse voet opnieuw gebruiken. (lacht) Ik probeer zoveel mogelijk met rechts op te lossen, maar als het niet anders kan… We zijn profvoetballers voor iets. Al kan ik niet ontkennen dat ik vooral hoop dat mijn tegenstander graag naar binnen duikt.”
Jouw voorbije prestaties waren meer dan behoorlijk.
“Spijtig dat de resultaten niet volgden natuurlijk. Ik zal geen enkele partij onder niveau mogen afwerken, want ik weet dat Simen (Juklerod, red.) klaarstaat om terug in de ploeg te komen. Hopelijk heb ik de staf overtuigd dat ik op links mijn manneke kan staan.”
Centrale verdediger, back, flankaanvaller en zelfs spits. Je stond haast overal wel een keer. Vanwaar die polyvalentie?
“Waarschijnlijk zal mijn mentaliteit er voor een groot stuk mee te maken hebben. Ik wil op een zaterdag of zondag gewoon tussen die lijnen staan. Eens dat lukt, is het een kwestie van mijn streng te trekken en alles te geven. Die ingesteldheid waarderen de fans.”
‘Momenteel kan je hem qua mentaliteit niks verwijten, op dat vlak is hij een voorbeeld’, zei Bölöni vorige week nog over jou. ‘Maar in de voorbereiding vond ik dat hij een tandje moest bijsteken.’
“Op stage in Duitsland nam hij mij na enkele dagen al apart. ‘Wat is er met jou gebeurd vorig jaar?’, vroeg hij. ‘Je bent precies niet meer dezelfde Ritchie als in 2018?’ Ik wist uiteraard waar hij naar verwees. Toen ik twee seizoenen geleden bij Antwerp toekwam, voelde ik me meteen opgenomen in de groep. Geof (Hairemans), de Jelle (Van Damme), Faris (Haroun), Alexander (Corryn), … Die gasten kende ik al een beetje. Nu had ik het moeilijker om me aan te passen, waardoor ik bewust wat meer op de achtergrond bleef.”
Wat was jouw antwoord op de coach?
“‘Ik ben nog steeds mijn vrolijke zelve hoor, het duurt gewoon wat langer om me hier weer thuis te voelen’. Waarop hij moest lachen: ‘Maar jij bént thuis. De rést is niet thuis.’ Wat eigenlijk wel waar is…”
Toen je een tijdje terug uitviel met een hielblessure, volgde de definitieve déclic.
“Er is niets frustrerender voor een voetballer dan elke dag uw maten op het trainingsveld bezig te zien, en alleen in de gym te zitten. Toen heb ik tegen mijn vrouw gezegd: ‘Zo kan het niet verder. Ik ben niet de persoon die blij is om gewoon in de kern te zitten.’ Het moest allemaal wat serieuzer. Eens een stevige tackle erin gooien op training. Daar heeft de coach me voor beloond.”
‘Le nouveau Ritchie est arrivé.’
“Neen, de oude is terug. (lacht) Ik heb vorig jaar in Australië misschien wat te veel van het goeie leven genoten. (De Laet speelde één seizoen voor Melbourne City, red.) Iedere dag zon, na de training naar het strand. Dankzij het Belgische regenweer sta ik weer met de voetjes op de grond.” (grijnst)
Foto: Photo News*** De goedgeluimde Didier Lamkel Zé passeert en verstoort even het interview: “Would you like something to drink?” ***
We kunnen niet om hem heen: hoe is het om samen met Lamkel Zé op de linkerflank te spelen?
“Je moet er constant mee bezig zijn, hé. ( lacht ) Ik probeer op hem in te praten, zodat hij geconcentreerd blijft. Want eens zijn zelfvertrouwen groeit, begint hij… ( denkt na ) gek te doen. Je moet een kat een kat noemen. Neem nu die handsbal in Genk, terwijl hij al geel had. Iedereen dacht: ‘hoe kan je dat nu niet beseffen?’ Da’s Didier. Bij hem moet je wat meer water bij de wijn doen dan bij anderen.”
Zijn beroepsernst wordt wel eens in vraag gesteld, ook binnen de spelersgroep.
“Hij gaat anders met zijn vak om dan de rest, maar ik denk echt wel dat hij beseft waar het om draait. Ongeacht het resultaat zet hij graag filmpjes op Instagram. Dat kan voor de buitenwereld negatief overkomen, maar misschien is het voor hem dé manier om zich weer op te laden voor de volgende wedstrijd.”
Volg je zijn Instagram Stories?
“Ik kan niet anders. Hij zet er twintig filmpjes per dag op. (lacht) Didier is een vriendelijke gast, en eigenlijk super grappig. Maar bij business time moet hij nog een pak serieuzer worden. Als hij die klik kan maken, zal hij nog véél stappen zetten. Want voetballend is hij geniaal. Hij kan op één seconde een match beslissen. Wanneer ik hem op training bezig zie, vraag ik me wel eens af: ‘Hoe heeft hij dat nu weer geflikt?’”
Stamnummer 1 tegen stamnummer 3. Antwerp - Club Brugge is door zijn voorgeschiedenis uitgegroeid tot de belangrijkste match van het jaar. Ook De Laet kreeg het aanzien van die partij met de paplepel ingegeven. “Het is een van de weinige wedstrijden die ik níét mocht missen toen ik nog in het buitenland voetbalde. Die traditie werd van de bompa aan de papa en vervolgens aan mij doorgegeven. Én ze gaat verder.”
Ook dochters Lilly (9) en Olivia (3) zijn Antwerp- minded . “Lilly is er zot van. In Engeland zette ze al liedjes van den Antwerp op. De liefde voor deze club zit ingebakken in de hersenen. ( lacht ) Ze volgt de matchen samen met mijn ouders en mijn vrouw op Tribune 1, maar ze zou graag eens tussen de diehards op Tribune 2 zitten. Hoe was ik zelf vroeger… ( lacht ) Olivia is tegen Kortrijk voor het eerst komen kijken. Tijdens de tweede helft viel ze in slaap. Het zou mij in die laatste twintig minuten ook overkomen zijn mocht ik de match op televisie hebben gevolgd.”
Met de medewerking van