Steeds vaker worden kleuteronderwijzers ingezet om personeelstekorten in het lager onderwijs op te vangen. Foto: Hollandse Hoogte / Allard de Witte
Steeds meer kleuteronderwijzers worden ingeschakeld om personeelstekorten op te vangen in het lager onderwijs. In de provincie Antwerpen ging het in 2017 om 896 kleuterleerkrachten, dit schooljaar steeg dat aantal met een derde, naar 1.196. “Ideaal is het niet, maar het is wel een goede oplossing”, zegt Nathalie Jennes, woordvoerster van het Gemeenschapsonderwijs (GO!).
Dit schooljaar zijn er in Vlaanderen 48.696 personeelsleden actief in het lager onderwijs. 4.558 van hen hebben een diploma kleuteronderwijs, zo blijkt uit een telling net na de herfstvakantie. Meestal gaat het om tijdelijke vervangingen.
“Ideaal is het niet, maar het is wel een goede oplossing”, zegt Nathalie Jennes van GO!. “Wettelijk gezien hebben deze leerkrachten het juiste bekwaamheidsbewijs. Maar het blijft cruciaal dat het tekort in het lager onderwijs wordt weggewerkt. Dit is slechts een tijdelijke oplossing die misschien elders voor tekorten zal zorgen. We vragen de regering daarom al jaren om het lerarenberoep op te waarderen.”
“Geen bezwaar”
Ook het Katholiek Onderwijs Vlaanderen ziet geen probleem in de maatregel die de basisscholen nemen om hun tekorten op te vangen. “Het is zo dat iemand na een opleiding tot kleuteronderwijzer ook les mag geven in het lager onderwijs. Ook pedagogisch gezien is er geen bezwaar. Ons leerplan voor het katholiek basisonderwijs is een samenhangend onderwijsaanbod met een doorlopende leerlijn van 2,5 jaar tot 12 jaar”, legt woordvoerder Pieter-Jan Crombez uit. “Daarbij is het wel belangrijk dat de kleuteronderwijzers ondersteund worden door collega’s en directie, en ze kunnen ook rekenen op onze pedagogische begeleiding.”
Leerkrachten kleuteronderwijs worden tijdens hun opleiding klaargestoomd om indien nodig voor een klas in de lagere school te staan. “Met name in de eerste graad, omdat men weet dat dat in de praktijk soms nodig is”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).
“We komen ook meer en meer jonge leerkrachten tegen met een dubbel diploma, voor kleuter- en lager onderwijs, zodat ze makkelijker inzetbaar zijn”, merkt Dominique Carette op, directrice van basisschool De Smiskens in Turnhout.
Speld in de hooiberg
Toch is niet iedereen voorstander. Directeur Kris Kestens van Basisschool Cade in Aartselaar: “Ook wij moeten naar de figuurlijke speld in de hooiberg zoeken om onze lagereschoolafdeling van voldoende personeel te voorzien. Maar ik mijd het om onze kleuterleerkrachten in te schakelen. Pedagogisch zijn zij wel onderbouwd, maar ze missen toch wat didactische achtergrond. Zeker om les te geven in een vierde, vijfde en zesde leerjaar.”
Hoe hij het probleem dan aanpakt? “Momenteel lossen we dat intern op. Als een lagereschoolleerkracht een vrij moment heeft, bijvoorbeeld tijdens een turnles, springt die in. Wat ook gebeurt: we leggen onze zorgwerking lam om aan klasopvang te doen. Maar dan valt die zorg wel uit. Het is een vicieuze cirkel waarvan de leerling het slachtoffer is.”
“Tekort is enorm”
Twee weken geleden plaatste Kestens nog een vacature op de website van de VDAB. “255 cv’s bleken te matchen met die vacature. Maar op vier na wel allemaal kleuterleerkrachten en kinderverzorgers. En de vier lagereschoolleerkrachten? Die waren vergeten te melden dat ze al voltijds aan de slag waren. Het tekort is enorm.”
Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) is zich van het probleem bewust: “Als we niets doen, worden we tegen het einde van deze regeerperiode geconfronteerd met een tekort van 7.000 leerkrachten in Vlaanderen”, zegt diens woordvoerder. Weyts wil het beroep daarom opnieuw aantrekkelijker maken en heeft daarvoor een plan met minder regeldruk klaarliggen. “Leerkrachten moeten vooral bezig kunnen zijn met wat ze het beste doen: voor de klas staan en lesgeven.”
Met de medewerking van