Foto: Photo News
Aan een halsbrekend tempo vat kersvers informateur Paul Magnette (PS) zijn ronde aan. Over een dikke tien dagen moet zijn eerste rapport al klaar zijn voor de koning en hij start de oefening helemaal opnieuw op. Dat het geen lachertje wordt, benadrukt hij zelfs een keer of drie. We pikten vier veelbetekenende zinnen uit zijn betoog.
“Eerst bepalen welke partijen in de coalitie moeten, dat werkt niet.”
Normaal is het stramien bij een regeringsvorming: je kijkt welke partijen te vinden zijn voor je project en onderhandelt dan tot de nieuwe regering de eed kan afleggen. Magnette wil het omdraaien. Eerst inhoudelijk werken en dan kijken welke partijen zich daarachter scharen. “We maken een diagnose met vier à vijf uitdagingen, waar partijen zich in kunnen vinden”, zegt Magnette. Om die te maken, houdt hij de komende tien dagen gesprekken met de andere partijen.
Alleen: Magnette kan perfect sturen welke inhoud hij voorlegt aan de andere partijen. En hij kan dus ook een nota schrijven zonder N-VA-standpunten die voor voorzitter Bart De Wever en de zijnen onaanvaardbaar is. “Een doorzichtige manier om ons eraf te rijden”, klinkt het in N-VA-kringen. “Als je iedereen vraagt wat ze van confederalisme vinden, gaan ze wellicht zeggen dat ze tegen zijn. Maar vraag eens aan Open VLD en CD&V wat ze vinden van het sociaal-economische programma van PS.”
“Ik ga praten met tien partijen.”
Informateur Paul Magnette kondigde op een persconferentie aan dat hij het anders wil aanpakken. Foto: Photo NewsTot nu toe zaten acht partijen aan de onderhandelingstafel: de liberalen van MR en Open VLD, de socialisten van PS en SP.A, de groenen van Ecolo en Groen, N-VA en CD&V. Magnette haalt de Franstaligen van CDH en Défi er nu nog bij. Daarmee geeft hij zichzelf wat meer manoeuvreerruimte, vooral richting paars-groen. Hoe die partijen precies in de puzzel zouden passen, is nog onduidelijk. CDH-voorzitter Maxime Prévot wil bijvoorbeeld enkel steun geven vanuit de oppositie. Dat kan helpen – paars-groen heeft per slot van rekening een te krappe meerderheid van 76 van de 150 Kamerzetels. Maar daar blind op vertrouwen is toch ook niet slim.
“En je mag niet vergeten dat met een van die partijen erbij het overwicht van de Franstaligen wel heel groot wordt”, zegt politicoloog Nicolas Bouteca (UGent). “Dat speelt zeker ook mee.”
“We mogen niet naïef zijn: de budgettaire situatie is moeilijk.”
Uiteindelijk gaat het vooral over de centen. En België boert niet goed. Volgend jaar ontspoort het begrotingstekort met net geen elf miljard euro. De nieuwe regering zal dus orde op zaken moeten stellen. Met oppositiepartijen die altijd zullen vinden dat het niet goed is.
“Je hebt een gemeenschappelijk project nodig”, zegt Bouteca. “Voor een formule met PS en N-VA zie ik dat niet, maar paars-groen heeft in het verleden al getoond dat dat kan. Op ethisch vlak, op migratievlak zelfs. Alleen hadden ze onder Verhofstadt geld genoeg om de sociaal-economische tegenstellingen te verdoezelen. En dat geld is er nu niet.”
“Ik geef mezelf 2 à 3 op 10 kans om te slagen.”
Afsluiten deed Magnette met een citaat van de Chinese filosoof Lao Tzu: “Wie niet probeert, vergist zich maar één keer.” Om nog maar eens te benadrukken dat zijn opdracht geen sinecure is. Hij had dat al een paar keer aangehaald in zijn exposé. Door zichzelf 20 of 30 procent kans op slagen te geven, dekt hij zich voor een stuk al in, mocht het fout lopen.
Tegelijk roept hij alle partijen op hun verantwoordelijkheid te nemen. “We zijn bijna een jaar na de val van de regering. De kiezer heeft de kaarten moeilijk gelegd. Iedereen kon de afgelopen weken zien dat er grote verschillen zijn, dat de spanningen hoog oplopen en dat er politieke spelletjes worden gespeeld. Maar ik ben een optimist. Een voluntarist. Ik wil vooruit met dit land en ik wil zo ver mogelijk geraken.” De vraag is of hij tot een regering kan komen.
Met de medewerking van