Van 12 tot 14 juni tonen de laatstejaars van de Antwerpse modeafdeling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten hun creatieve kunnen op het jaarlijkse defilé. Mattia Van Severen (27) en Devon Halfnight LeFlufy (30) zwaaiden er een jaar geleden af. De eerste werkt intussen voor Haider Ackermann, de tweede heeft een succesvolle eigen collectie die onder andere verdeeld wordt bij Opening Ceremony.
Hoe was jullie eerste jaar in het wild? Mattia Van Severen : ”Zeer goed. Als student won ik de BVBA32 Award. Twee maanden nadat ik afstudeerde bood Anne Chapelle, van datzelfde BVBA 32, me een stage aan bij Haider Ackermann. Op dat ogenblik had Haider net zijn eerste en erg knappe mannencollectie klaar, wat me bijzonder aansprak omdat ik zelf vooral mannenmode ontwierp.” Devon Halfnight LeFlufy : “Opening Ceremony vroeg me of het de collectie waarmee ik afstudeerde mocht verkopen en beloofde me een showroom tijdens de mannenmodeweek in Parijs. Daarom ben ik maar meteen met mijn eigen label begonnen. Na Parijs waren er al acht retailers die mijn collectie wilden verkopen. Vandaag doet mijn merk het vooral goed in Azië. Aziaten zijn dankbare klanten omdat ze meteen een hele outfit kopen, terwijl een Italiaan eerder enkel een truitje zal kiezen. Verder doet de verkoop in Amerika en Londen het goed. En hoewel ik mannenkleren ontwerp, bestaat een derde van mijn cliënteel uit vrouwen. Sommige stukken zijn nogal uniseks. Mijn collectie doet het ook goed bij vrouwelijke rappers. Frank Ocean draagt mijn kleren, maar Rita Ora ook.” Mattia, de creatieve onafhankelijkheid die u als student had bent u kwijt, Devon heeft die nog steeds. Mattia Van Severen : ”Klopt. En ik mis die vrijheid wel. Maar ik ben toch vooral blij dat ik nu kan leren wat het betekent om voor een groot label te werken en ik steek erg veel op van Haider en de andere senior designers. Ik zie Haider uiteraard niet elke dag, maar hij volgt mijn werk wel op.” Devon Halfnight LeFlufy : “Mattia helpt een ander om iets moois te maken en ik probeer hulp te krijgen van een ander om iets moois te maken (lacht). Ik heb uiteraard meer vrijheid dan Mattia, maar ik heb minder zekerheid en ik word overladen met verantwoordelijkheden. Gelukkig verzorgt iemand mijn public relations. Mattia en ik rijden elk een ander parcours, maar ik denk dat het in beide gevallen zeer de moeite waard is.”
Devon, waarom koos u er als Canadees voor om in Antwerpen te gaan studeren? Devon Halfnight LeFlufy : “Na mijn technisch zeer degelijke modeopleiding in Canada wilde ik naar een school die vooral in het creatieve aspect uitblinkt. En dan kom je al gauw bij Antwerpen uit. De productie-infrastructuur, de gemoedelijke sfeer, de avant-garde mentaliteit, de rijke modegeschiedenis, het Flanders Fashion Institute: het is allemaal fantastisch! Wist je trouwens dat ik straks Belg word?” Mattia Van Severen : “In Antwerpen draait het echt rond onafhankelijkheid, creativiteit en authenticiteit, terwijl elders het geld en de erg grote huizen vaker de boventoon voeren.”
Volgens Anne Chapelle leert een student aan de modeafdeling helaas niets over de zakelijke kant van de modewereld. Mattia Van Severen : “Dat is juist, maar dat is misschien ook niet wenselijk.” Devon Halfnight LeFlufy : “Het klopt dat je aan de academie een hoop essentiële informatie niet krijgt en je er een aantal broodnodige vaardigheden niet leert, maar gelukkig leerde ik die zaken voordien al in Canada.” Mattia Van Severen : “Bovendien heb jij zelf voldoende mercantiele flair, wat niet van iedereen gezegd kan worden!” Devon Halfnight LeFlufy : “Dat is waar. Maar toch vind ik niet dat je het aanleren van zakelijke vaardigheden moet injecteren in de opleiding van de Antwerpse modeacademie. Op die manier verbaster je de propositie die de school zo groot heeft gemaakt, namelijk de ongebreidelde creatieve attitude en visuele vocabulaire die je nergens anders meekrijgt.” Mattia Van Severen : “Helemaal mee eens!” Devon Halfnight LeFlufy : “Verschillende getalenteerde ontwerpers uit Antwerpen gaan inderdaad failliet, terwijl geld eerlijk gezegd niet mijn probleem is. Mijn problemen zijn van infrastructurele aard, niet van financiële aard. Mijn zakelijke uitdagingen hebben tijd nodig, geen geld. Daarom bouw ik mijn business liever rustig aan op. Je doet mij meer plezier met een steengoede patroonmaker dan met een zak geld.” Is er dan een tekort aan technisch bekwame mensen in de Antwerpse modescène? Devon Halfnight LeFlufy : “Zeker en vast.” Mattia Van Severen : “Dat denk ik ook, al zijn de patroonmakers waar ik nu bij Haider Ackmermann mee samenwerk werkelijk van wereldklasse. Ongelofelijk hoe ze een simpele schets naar een hoger niveau tillen. Een kraag is bijvoorbeeld vrij moeilijk om te tekenen, veel is dus gelegen aan de interpretatie van de patroonmaker. In Haiders atelier weten ze daar wel raad mee, maar ik besef dat niet iedereen in Antwerpen met zulke topmensen kan werken.” De kans is groot dat de Antwerp Management School vanaf 2015 een Master in Fashion Management inricht… Devon Halfnight LeFlufy : “Tof, maar ik ga niet terug naar school (lacht).” Mattia Van Severen : “Ik ook niet (lacht).”