Elke oester gaat gemiddeld 50 keer door de handen van Kim of haar vader voor ze klaar zijn voor consumptie Foto: Simon Mouton
Wie met kerst een oester slurpt, kan weleens een Belgische schelp in handen hebben in plaats van een Zeeuwse of Franse. Want jawel, ons land is nog één oesterkweker rijk: de Oostendse familie Puystjens. “We zijn al 25 jaar de laatste. Het is hard werk. Er komt meer bij kijken dan enkel wat baby-oestertjes in een vijver leggen en daarna vier jaar wachten.” Vader Jacky en dochter Kim merken een groeiende vraag naar hun oesters, maar op de feestdis van Kim moet je ze niet verwachten. “Eerlijk? Ik lust ze niet zo.”
Ooit betekende de oesterkweek aan onze kust heel wat. Tot begin vorige eeuw floreerde de sector. Tussen 1860 en 1914 waren er alleen al in Oostende een twintigtal oesterfirma’s. En ook Nieuwpoort had ...
Met de medewerking van