Sinds eind oktober zijn tientallen raketten afgevuurd op Iraakse bases waar Amerikaanse soldaten verblijven. Op 27 december kwam zo een Amerikaanse onderaannemer om het leven. De Verenigde Staten beschuldigden gewapende Iraakse, pro-Iraanse facties ervan verantwoordelijk te zijn voor die raketaanvallen.

Op 29 december bombardeerden de Verenigde Staten zo Iraakse bases aan de Syrische grens, waarbij 25 strijders omkwamen van de pro-Iraanse coalitie al-Hashd al-Shaabi die tot de Iraakse troepen behoort. Een droneaanval op bevel van de Amerikaanse president Donald Trump doodde de Iraanse generaal Qassem Soleimani en Abu Mahdi al-Muhandis, het nummer twee van de pro-Iraanse coalitie, aan de luchthaven van Bagdad op 3 januari.

Iran sloeg terug op 8 januari en vuurde 22 ballistische raketten af op twee bases in Irak waar Amerikaanse troepen zijn, zonder slachtoffers te maken. Sindsdien vinden bijna dagelijks raketaanvallen plaats op Amerikaanse belangen. Het Iraakse parlement stemde intussen voor het vertrek van buitenlandse troepen in het land.