Servais Verherstraeten Foto: Photo News
Vandaag om 10:26 door | Bron: BELGA
Servais Verherstraeten, CD&V-fractieleider in de Kamer, blijft hameren op de nood aan een regering met een meerderheid in beide landsdelen. Lees: met N-VA. Dat zei hij dinsdagochtend op Radio 1. De oproep van Waals minister-president Elio Di Rupo (PS) aan CD&V om N-VA los te laten, valt voorlopig dus op een koude steen.
Di Rupo schoot maandag opnieuw met scherp op N-VA. De Vlaams-nationalisten “doen helemaal geen toegevingen” in de regeringsonderhandelingen, en doen er alles aan om de zaak te blokkeren en te vertragen, zei hij bij de RTBF. Di Rupo riep de CD&V op om de N-VA los te laten in de onderhandelingen, en te “kiezen tussen het land bijeenhouden of verscheuren”.
Maar Verherstraeten is niet onder de indruk. “Elio Di Rupo kent de CD&V zeer goed, en weet dat wij tegen de splitsing van het land zijn. Wij zijn voor een sterk Vlaanderen, maar ook voor een sterk België, en staatshervormingen moeten er zijn om de mensen een zo efficiënt mogelijk beleid te geven”, klonk het. Verherstraeten benadrukte ook de nood aan sereniteit in de onderhandelingen. “Als we gaan blijven reageren op commentaren van anderen over mekaar, dan geraken we er nooit uit. We zouden beter met elkaar praten en naar oplossingen zoeken.”
“Onze lijn is al acht maanden duidelijk”
De christendemocraten blijven hameren op de nood aan een stabiele meerderheid in beide landsdelen, benadrukte Verherstraeten. “Als er één ding duidelijk is, dan is het dat de lijn van CD&V al acht maanden dezelfde is: er is een zo groot mogelijk draagvlak nodig in het noorden en zuiden van het land, en dat is het gemakkelijkst door de twee grootste formaties (PS en N-VA, red.) samen te brengen. Ik ben blij dat de informateurs, waar soms te denigrerend wordt over gedaan, erin geslaagd zijn een nota te maken met accentverschuivingen en de PS en N-VA blijkbaar aan tafel hebben gekregen.”
Voor informateur Bart De Wever, een piste die afgelopen weekend hier en daar circuleerde, is het op dit moment nog te vroeg, vindt Verherstraeten. “Maar ik heb de voorbije acht maanden geleerd dat wat vandaag waarschijnlijk is, morgen onmogelijk blijkt, en omgekeerd. Laten we nu verder gaan met de contacten, met elkaar praten en naar oplossingen zoeken. Daar willen wij constructief aan meewerken.”
Met de medewerking van