16,6 seconden, dat was de achterstand waar Thierry Neuville zaterdagmiddag tegenaan keek. Een opdoffer, want tijdens de openingsproeven van donderdagnacht had de Oostkantonner een boni van 19 seconden weten bijeen te rijden. Opnieuw geen zege in de Monte voor Neuville, dacht iedereen. Maar de Hyundai-kopman weigerde zich bij het overwicht van Toyota-rijders Evans en Ogier neer te leggen.

Op zaterdagavond had Neuville al tien seconden van zijn achterstand afgeknabbeld, en op zondagochtend was er al helemaal geen houden meer aan. Op de Col du Turini en Col de Braus, twee Monte-klassiekers die in het verleden meer dan eens de beslissing brachten, trok Neuville het laken helemaal naar zich toe. Met vier snelste tijden op vier proeven haalde hij het uiteindelijk met 12,6 seconden voorsprong op zesvoudig wereldkampioen Sébastien Ogier.

“Op deze overwinning zitten we al een tijdje te jagen”, stelde een breedlachende Neuville, nadat hij zich de longen uit het lijf had geschreeuwd. “Vandaag leek alles te lukken. Kleine veranderingen aan de auto die perfect werkten, het klikte opnieuw uitstekend met het team, beter kon echt niet. Op zaterdagochtend kregen we een zware tik – we weten nog altijd niet waarom we daar zoveel tijd verloren – maar zelfs dan ben ik erin blijven geloven. Fantastisch dit.”

Bovendien stak Neuville ook nog eens vijf extra punten uit de Power Stage op zak, wat hem het maximale aantal van 30 WK-punten opleverde. Voldoende om zich helemaal te verzoenen met de Monte Carlo – bij zijn eerste vier deelnames eindigde Neuville in het decor – én een uitstekend begin van het seizoen waarin de Poulidor van de rallysport na vijf vicewereldtitels eindelijk ook eens het allerhoogste wil behalen.

LEES OOK.