Column Bart Obbels: 'Vanuit het duivennest... 'Van Aert en nummer 52 volkshelden in Krawatencross.' 'Na een tot nu toe overwegend saai veldritseizoen met wekelijks dezelfde winnaar, kreeg de Krawatencross in Lille afgelopen zaterdag een gedroomd scenario. Vooreerst stuurde de ongenaakbare Mathieu van der Poel zijn kat en vervolgens nam Wout van Aert dit seizoen wel deel in zijn eigen dorp. Wout startte achteraan de groep, flitste vervolgens een half peloton voorbij om met ruime voorsprong te winnen. De massa joelde om de uitmuntende prestatie van haar volksheld. "Aan het geluid te horen, wist iedereen perfect waar je op de omloop reed", bewierookte VRT-journalist Ruben Van Gucht de winnaar na afloop. Van Aert genoot van zijn eerste zege na zijn huiveringwekkende val in de Ronde van Frankrijk. Maanden van pijn, wanhoop en vooral keiharde revalidatie werden seconden voor het zegegebaar met enkele vuistslagen op de rechterdij uit zijn rugzak boordevol opgestapelde miserie geklopt. Wout is terug van weggeweest. De Lillenaar staat weer scherp, geen gram vetgehalte te bespeuren en het gelaat al gefocust op het nakende wegseizoen. Van Aert gaat weer meedoen, zeker weten.
Dat hij uitgerekend voor eigen volk in Lille won, maakte hem uitermate gelukkig. 'Heel de week was ik bezig met deze wedstrijd', verklapte hij na afloop. 'Dit is niet de belangrijkste wedstrijd, maar voor mij wel een heel speciale. Ik heb hiervan gedroomd." Lille sloot zijn volksheld zaterdag weer in de armen nadat hij vorig jaar niet inging op de uitnodiging om deel te nemen.
In diezelfde wedstrijd reed er wat mij betreft nog een andere volksheld mee. Vergeef me dat ik zijn naam niet weet omdat hij nergens op de folder die ik kreeg, stond vermeld. Wat ik wel weet is dat hij rugnummer 52 op zijn koerstrui zonder sponsors had opgespeld. De voltallige groep was al ruim twee minuten weg toen op de plaats waar ik stond op de omloop nog een veldrijder verscheen. Zwoegend en stampend met de voeten op een fiets waarvan de ketting kreunde. Vervolgens met stroeve flair van zijn fiets springend om een zandhoopje op te kruipen. Lachwekkend? Neen, de massa moedigde hem luid aan en nummer 52 genoot en reed in zijn verbeelding allicht voorop, hetzij met een ronde achterstand. Drie van de zeven af te leggen ronden, duurde zijn wedstrijd. Of hij moest stoppen van de wedstrijdjury om de rest van het deelnemersveld niet te hinderen of de man met de hamer tegenkwam nadat hij constant in het rood ploeterde, weet ik niet. Ik ben er wel van overtuigd dat ook hij net als Van Aert vooraf een week van die wedstrijd droomde. Ik durf zelfs stellen dat hij inmiddels vrienden en familie uitgebreid heeft gebriefd over de veldrit waarin hij na een harde strijd uiteindelijk het onderspit moest delven tegen Wout Van Aert.
Iedere generatie heeft zijn plaatselijke volkshelden. In mijn jeugd keek ik onder andere als Grobbendonkenaar op naar wielrenners Ward Sels, Suske Verhaegen, Rik Van Looy en Herman Van Springel, en in het voetbal naar Carl Engelen, die doelman was bij mijn ploeg SK Lierse. En neem het van mij aan, sporters genieten op hun beurt van de adoratie van het volk. Deze is nochtans niet tijdloos. Dat bleek onlangs nog in de Slimste Mens ter Wereld toen een van de kandidaten nog nooit van Rik Van Looy had gehoord. Maradonna werd ooit letterkijk als God aanbeden in Napels en niet zo heel veel later uitgejoeld en verbannen uit de Italiaanse baai. Alles in het leven is vergankelijk.
Niettemin is de euforie waarmee sporthelden hun aanbidders en volgers overladen, ontzettend mooi. Het doet een mens dansen en je voelt het ook binnenin. In de feesttent op de Lilse Bergen werd zaterdag tot de vroege uurtjes gezongen en geklonken op de wederopstanding van Wout van Aert, en ook een beetje op de prestatie van nummer 52.'
Column Bart OBBELS / Nnieuws / Foto's Mil Cambré/Guy Verellen.