https://www.antwerpen.be/info/589da051a67793a64d6b610d/bouw-zelf-een-wilgenhut
May 12, 2018, 4 p.m. Gewicht: 0 Status: valid

Bouw zelf een wilgenhut

Hebt u al eens van een wilgenhut gehoord? Dat is een hutje gemaakt uit wilgentenen, het snoeiafval van knotwilgen. Maak ze in de winter en ze kleurt vanaf de lente groen.

Wilgenhutten en wilgentunnels zijn een gemakkelijke en goedkope manier om speelnatuur op een schoolspeelplaats te brengen. Maar ook voor uw eigen tuin, kinderopvang of speelplek is een wilgencreatie een aanrader.

Wat u vooraf moet weten

Wanneer?

Een levende wilgencreatie (hut, tunnel, scherm …) moet u maken tijdens de rustperiode van de planten, tussen eind november en begin maart. Zodra de bladeren van de bomen zijn gevallen, kan u aan de slag. Wanneer het 15 graden of warmer wordt, is het te laat. Zorg voor warme kleren en drankjes om het werken in de kou aangenamer te maken.

Waar?

Zet de hut liefst op een zonnige plek. Dat heeft de wilg het liefst en zo hebt u een lekker beschut plekje in de zomer. Geen zon? Dan kan het ook in de (half)schaduw.

Het liefst staat de hut in pure, goede grond. Maar het overleeft het meestal ook wel als u enkele stenen uitdoet en de de grond plaatselijk verbetert met (ecologische) potgrond of compost.

Met wie?

Zorg dat er minstens twee volwassenen kunnen bouwen. Ook kinderen kunnen meehelpen. Het is zelfs een goede manier om vandalisme door kinderen te vermijden. Jonge kinderen kunnen bijvoorbeeld mee beslissen over het ontwerp of symbolische taakjes uitvoeren, oudere kinderen kunnen al goed meehelpen bij een hele reeks stappen.

Tip: kijk regelmatig van op een afstand naar je bouwwerk om te verzekeren dat je geen scheve constructie maakt.

Wat hebt u nodig?

Voor u aan de slag kan gaan, moet u volgende spulletjes verzamelen:

  • wilgentenen, bijvoorbeeld door mee te gaan knotten met uw . Of zoek op het internet eens naar ‘wilgentenen kopen’ of ‘verse wissen kopen’. Gekweekte tenen zijn meestal rechter en langer dan gesnoeide tenen en kosten ongeveer een euro per stuk (levering inbegrepen). Voor een hut zoals in het voorbeeld hebt u een 50-tal tenen nodig. Reken op basis van vier tenen per plantgat. Kan u de hut niet direct bouwen, leg dan het snijvlak van de tenen onder water.
  • een meter
  • snoeischaar
  • natuurtouw of bindbuis. In ons voorbeeld gebruikten we twee bollen.
  • grondboor of schup
  • hamer
  • als u werkt op slechte of arme grond: (ecologische) potgrond of compost.

Aan de slag

Deze handleiding legt uit hoe u een wilgenhut maakt, maar op dezelfde manier kan u ook een wilgentunnel of wilgenscherm bouwen.

Stap 1: bouwplan maken

Denk eerst na waar u de hut wil bouwen, hoe groot de hut moet zijn en waar de ingang(en) moeten komen.

Stap 2: wilgentenen voorbereiden

Maak de tenen eerst plantklaar:

  • snoei de zijtakjes weg met een snoeischaar. De gesnoeide takjes kan je nog gebruiken voor bloemenmandjes of een hutje voor kip of konijn.
  • kras met de snoeischaar lichtjes in de onderkant van de tenen zodat ze gemakkelijker wortels kunnen maken.

Hoe langer en rechter de teen, hoe gemakkelijker. Maar ook met grillige tenen kan u mooie creaties maken.

Stap 3: grond voorbereiden

Maak de omtrek Bepaal de straal van de hut met een stukje touw op de gewenste lengte. Sla op het middelpunt van uw toekomstige hut een stokje in de grond en bind daarrond het touw. Bind aan de andere kant van het touw een schup of grondboor. Teken daarmee een cirkel in de grond. Dit is de omtrek van uw hut. Bepaal nu ook waar de ingang komt: daar moeten namelijk geen plantgaten komen. De ingang komt best aan de noordkant, omdat de hut daar doorgaans het kaalste is. Maak een meetstok Knip een stuk teen van ongeveer 50 centimeter af: dit stokje bepaalt de afstand tussen de plantgaten. Je kan de tenen eventueel ook dichter bij elkaar plaatsen.

Maak plantgaten Maak plantgaten van ongeveer 50 à 60 cm diep met een grondboor of schup. Teken met krijt of stift een lijntje op de grondboor om te weten wanneer u aan de juiste diepte zit.

Gebruik de meetstok om de positie van het volgende plantgat te bepalen. Ga door tot u helemaal rond bent, met uitzondering van de ingang.

Stap 4: geraamte van de wilgenhut maken

Nu kan u beginnen planten.

Begin met de bogen:

  • plaats een teen in een plantgat
  • laat iemand anders een teen plaatsen in het plantgat recht tegenover dat van u
  • buig de tenen voorzichtig naar elkaar toe tot een boog. Als de tenen toch breken, vervang ze dan door nieuwe. Snoei de gebroken tenen tot aan de wond; u kan ze nadien nog gebruiken voor het invlechten.
  • laat uw compagnon de constructie stevig vasthouden en knoop de tenen goed aan elkaar vast met natuurtouw of bindbuis​. Gebruik hiervoor een dubbele knoop of spaghettiknoop.
  • doe zo voort met het plantgat daartegenover. Zorg dat de verschillende bogen mooi samenkomen.
  • wanneer het geraamte af is, bind dan de kruising van de bogen nog eens extra aan elkaar vast.

Stap 5: invlechten

Invlechten zorgt ervoor dat de hut of tunnel een stevig geheel wordt.

  • maak eerst de poort voor de ingang zodat u dit niet vergeet. Plaats langs beide kanten een dunne teen in het bestaande plantgat , buig ze naar elkaar toe en knoop ze vast.
  • nu kan u kruisingen gaan maken en ze in één keer invlechten.
  • bepaal de vorm: zet een teen in een plantgat en houd ze omhoog naar de top van de hut
  • haal de teen terug uit het plantgat en begin aan de bovenkant met ze in te weven door het geraamte: één keer langs de voorkant van de andere tenen, de volgende keer langs de achterkant.
  • eindig door de teen om te buigen naar het plantgat en die daar zo diep mogelijk in te steken.
  • knoop vast waar nodig om alles stevig te houden.
  • doe dit voor elk plantgat waar al een teen zit en laat de tenen ongeveer evenwijdig met elkaar lopen.
  • begin dan aan de andere kant op dezelfde manier om kruisingen te maken.
  • in de overgebleven lege plantgaten kan je nu verticaal gaan inweven: weef de teen door de schuine takken naar boven. Bind vast waar nodig.
  • de poort van de hut of tunnel krijgt het meeste te verduren. Weef daarom zoveel mogelijk tenen mee in de poort en bind het stevig vast.

Stap 6: afwerken

  • zorg dat alle tenen goed aan elkaar zijn vastgebonden om een stevige constructie te bekomen
  • doe de plantgaten terug dicht met de uitgegraven aarde. Bij slechte grond kan u het plantgat beter dichten met potgrond of pure compost.
  • is de grond droog of wordt er weinig regen voorspeld? Geef elk plantgat dan een flinke portie water. Ook als het in de maanden daarna langdurig droog wordt, giet u best af en toe goed bij.

De variant: de wilgentunnel

Om een wilgentunnel te bouwen, gaat u grotendeels op dezelfde manier aan het werk. Let hierbij op volgende zaken:

  • Kies voor een hoogte op maat van de gebruiker. Voor kinderen uit de lagere school is 1,5 meter voldoende.
  • Maak gekruiste bogen. Begin aan het eerste plantgat en kruis de teen naar een teen aan de overkant in bijvoorbeeld het zesde plantgat. Hoeveel ruimte u laat, beslist u zelf op basis van het zicht. Dit is een voorbeeld.
  • Bind alles goed vast.
  • Doe dan hetzelfde aan de andere kant. Bind het geheel goed vast.
  • Buig dan op dezelfde manier een teen in het zevende plantgat naar een teen in het dertiende plantgat. Doe hetzelfde aan de overkant. Bind alles opnieuw goed vast.
  • Ga zo door tot aan het einde van de tunnel.
  • Doe dit opnieuw, maar start nu vanaf bijvoorbeeld het derde plantgat, waar u een teen buigt naar een teen in het negende plantgat, en u hetzelfde doet aan de overkant.
  • Maak de poorten met dunne tenen die u naar elkaar toe kruist. Vlecht hier andere tenen in of bind ze er aan vast om de stevigheid te verhogen.
  • Maak ook hier ingevlochten kruisingen op dezelfde manier als bij de hut.

Stap 7: genieten!

Als alles goed loopt, zal de hut beginnen wortelen. Zo ziet een geslaagde hut er na een halfjaar tot anderhalf jaar uit:

Stap 8: onderhoud

  • Bindtouw vergaat vanzelf. Daar hoeft u dus niets aan te doen. Als u koos voor bindbuis , dan is het mooier om dit te verwijderen wanneer de tenen aan elkaar zijn gegroeid.
  • Wees niet bang dat de hut uiteindelijk zal uitgroeien tot een boom, ze staan te dicht bij elkaar om heel hard te kunnen groeien. Om te vermijden dat één of enkele sterke takken de rest wegduwt om uit te groeien tot een boom, moet u wel verder invlechten of snoeien.
  • De hut zal vooral aan haar bovenkant elk jaar schieten. Wat u daarmee doet, kiest u zelf: verder invlechten of snoeien. Invlechten doet u best direct wanneer het nodig is, zo is de tak nog goed soepel. Snoeien doet u best in de winter, tenzij een teen een gevaar zou vormen.
  • Is er een teen stuk gegaan? Dan kan u die in de winter vervangen door een nieuwe teen in een nieuw plantgat tussen de bestaande plantgaten. Dat kan u bijvoorbeeld doen met het snoeiafval van uw hut.
  • Is er toch iets misgelopen? Met andere woorden: is de hut helemaal dood? Dan kan u het omvormen tot een of het laten beklimmen door (snelgroeiende) klimplanten.

Meer weten?

  • Lees dan de (aanrader voor grote constructies) of van (simpele constructies) over het bouwen van wilgenhutten .
  • Antwerpse scholen kunnen steeds terecht bij het EcoHuis via .