Een vertrekpunt, een eindpunt, een standpunt.
Het station van Herentals. Foto: Stijn Bollaert, Joris Herregods
Vandaag om 11:55 door MAARTEN VAN ACKER
Maarten van Acker (40) is professor Stedenbouw aan de Universiteit Antwerpen. Samen met zijn gezin woont hij in het centrum van de stad, vlak bij het Theaterplein. Via de Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling zet hij zich in voor kwalitatieve stadsvernieuwing en betere infrastructuurprojecten. Hij is een van onze vier columnisten mobiliteit.
Het machinistje, uit het kinderversje, staat er al een tijd niet meer. Maar ook zijn collega- loketbedienden werden er vervangen door een ticketautomaat. Deze krant kaartte recent de lamentabele toestand aan van sommige kleinere stations. Gebrekkige wachtinfrastructuur, troosteloze betonnen parkeervlaktes, en een verhoogd onveiligheidsgevoel worden als vaak terugkerende symptomen genoemd. Toch - als stedenbouwkundige en chronische optimist - zie ik veel potentie in onze ‘stationnekes’. Want daar waar de NMBS de voorbije jaren het treinaanbod verhoogde, volgden de passagiers in groten getale. Maar louter meer treinen laten rijden, is niet genoeg om reizigers vaker voor de trein te laten kiezen.
In dialoog met de provincie Antwerpen, de NMBS en de betrokken gemeenten onderzoeken we met de Universiteit Antwerpen hoe zo’n station meer zou kunnen zijn dan enkel een treinhalte. Wat zou zo’n station voor de buurt en de hele gemeente kunnen betekenen? Voor een geslaagde, zeg maar, een extreme make-over: station edition, gelden er vijf cruciale ingrediënten.
Ten eerste moet het station meer zijn dan een paar perrons waar treinen stoppen. Ook voor auto’s, bussen, cambio’s, steps, belbussen, buurtkarren of hoe de mobiliteit op maat er ook mag heten, moeten we voldoende plaats voorzien. Maar in het bijzonder voor de fiets, en zeker de e-fiets als voor- en na-transportmiddel, liggen er nog veel winsten te boeken. Zelden vind je een veilige stalplaats voor je elektrisch aangedreven stalen ros.
Ten tweede vormen de sporen zelf vaak een grote barrière in onze gemeenten en dorpen. Gure tunneltjes of gevaarlijke spoorwegovergangen zijn nu vaak de enige manier om de perrons te bereiken. Infrabel’s plan om op termijn alle gelijkvloerse overwegen af te schaffen is een ambitieuze uitdaging, maar anderzijds ook een kans om ze te vervangen door deftige en veilige passages tussen centrum en station.
Ten derde : voorzieningen. In de 19de eeuw boomde het van de bedrijvigheid en commercie rondom onze stations. Waarom niet onze stations opnieuw ontwerpen als een brandpunt van (nieuwe) economieën en vernieuwende woonvormen? Geen betere plek voor een kleine co-workingplek, een buurtwinkel, een mobipunt, of om de gemeente te verdichten met die betaalbare woningen!
Ten vierde : het stationsplein. Hoewel de stations de poort bij uitstek symboliseren tot onze gemeente, worden we zelden door een aangename publieke ruimte ontvangen. Eenmaal we van de trein stappen botsen we op een muur van ronkende bussen en ook de route naar het centrum is vaak moeilijk te vinden.
Tenslotte het stationsgebouw zelf. In de 19de eeuw verrijkten de spoorwegen de trotse dorpen met een nieuwe architecturale landmark. Het kleine station van de toekomst is niet zozeer een glimmende architecturale totem, maar eerder intelligent ontworpen aaneengeschakelde ruimtes: een knappe luifel, die overgaat in een veilige fietsenstalling; een aangename wachthal die evengoed ook dienst doet voor het nieuwe bedrijfsverzamelgebouwtje ; een toeristisch infopunt al dan niet annex tentoonstellingsruimte waar je ook fietsen kan huren om de mooie omgeving te verkennen ; …
Om dit allemaal in goede banen te leiden riep Nederland een Spoorbouwmeester in het leven. Die zorgt er bovendien voor dat, op welk station je ook uitstapt in Nederland, je op eenvoudige wijze je weg vindt naar de juiste trein of uitgang dankzij een uniforme en heldere signalisatie. Tuut-tuut. Weg zijn wij!
Gefascineerd door steden en wat hen vorm geeft. Zijn onderzoek (Universiteit Antwerpen) focust op stadsontwerp en infrastructuur.
Met de medewerking van