Een vertrekpunt, een eindpunt, een standpunt.
De premetro-ingang aan de Kerkstraat ligt er al decennia ongebruikt bij.
Vandaag om 10:12 door HERMAN WELTER
Herman Welter volgt als sinds 1964 het openbaar vervoer in binnen- en buitenland. Tot 2008 als journalist van Gazet van Antwerpen, nu voor het Nederlandse vakblad Magazine Personenvervoer. Hij is een van onze columnisten mobiliteit.
Stel je voor, in 1970 begin je met de bouw van je huis. Vijftig jaar later is het nog steeds niet gereed. Met de Antwerpse (pre)metro gebeurt dat. Een grof schandaal. Wanbeleid.
Even terug in de tijd. Begin van de jaren zestig van de vorige eeuw besloot het toen nog nationale ministerie van Verkeerswezen om in Brussel en Antwerpen de tram op een aantal trajecten onder de grond te stoppen. Om de oprukkende auto meer ruimte te geven. De tramtunnels werden zo ontworpen dat ze later geschikt konden worden gemaakt voor een metro. Daarom sprak men van premetro, een Belgisch concept. Het studiewerk voor het na aanpassingen 14,1 km lange Antwerpse premetronet werd in 1964 aangevat. In 1970 ging de eerste spade in de grond voor het vak Groenplaats – De Keyserlei dat op 25 maart 1975 in dienst kwam. Pas op 10 maart 1980 kon de tram ondergronds naar de Belgiëlei/Mercatorstraat rijden. Tien jaar later werd de belangrijkste tramtunnel Groenplaats – Linkeroever, aanvankelijk niet gepland, geopend.
Begin 1991 werd het autogerichte Vlaanderen bevoegd voor het stads- en streekvervoer. De Lijn werd geboren. Voldoende geld en maatregelen voor een slagvaardig en aantrekkelijk openbaar vervoer kwamen er niet. Wel werd op 2 april 1996 het vak Centraal Station – Sportpaleis in gebruik genomen. Negentien jaar later werd de Reuzenpijp richting Herentalsebaan geopend, zonder het belangrijkste station Drink in hartje Borgerhout. Je moet lang hebben doorgestudeerd om dit te snappen.
Een recente (overbodige) studie stelt dat het activeren van de tunnels onder de Kerkstraat en de Pothoekstraat en de stations Willebrordus, Stuivenberg, Drink en College resulteert in 700.000 extra reizigers op jaarbasis en 34 miljoen euro opbrengsten gespreid over dertig jaar.
De nationale overheid besliste om in Antwerpen een premetronet te bouwen. In twintig jaar en zelfs minder had dat moeten lukken. We zijn nooit voorstander geweest van een dure ondergrondse exploitatie. Nu zijn we blij met de premetro omdat een goedkope bovengrondse groene golf voor de tram niet haalbaar is. De nog steeds niet voltooide premetro is het zoveelste bewijs dat we in een bijzonder land leven. Minister van Staat Mark Eyskens noemde België in 2006 een ‘apenland’.
Voormalig GVA-journalist en expert in spoorwegen, stads- en streekvervoer in binnen- en buitenland
Met de medewerking van