Stephanie (19) redde vorig jaar het leven van haar vader Marc (63) door op een correcte manier naar het noodnummer te bellen. Dat had ze geleerd tijdens een rondleiding in het Brandweer Informatie Centrum (BIC) van Brandweer Zone Antwerpen. Stephanie vindt dat alle mensen, met of zonder beperking, hun uiterste best moeten doen om personen in nood te helpen.
“Het gebeurde de laatste dag van de zomervakantie. Ik lag in mijn bed te slapen en werd plots wakker van gehijg, geroep en gestommel. Daarop ging ik naar mijn papa, die me vertelde dat hij een hevige druk voelde op zijn borst. Het was moeilijk om hem te verstaan, want hij kon niet meer zo duidelijk praten.”
Stephanie reageerde snel, nam de telefoon en belde het nummer 112. Daarbij vroeg ze de noodcentrale zelfs om een MUG mee te sturen, omdat ze wist dat haar papa hart- en longpatiënt was. Ze opende alle ramen, zette de poort open en verwittigde de buren.
Brandweer Zone Antwerpen organiseert voor alle leerlingen uit de derde graad lager onderwijs van de zone een bezoek aan het BIC. Ook mindervalide klassen kunnen langskomen op aanvraag.
Stephanie: “In het BIC heb ik echt geleerd wat ik moest doen. We oefenden er hoe we moesten bellen naar het noodnummer.” Stephanie vertelt dat ze tijdens haar eerste bezoek aan het BIC initieel zelf niet durfde bellen. Ook veel andere kinderen uit haar klas dachten dat ze zoiets niet zouden kunnen. Na wat aandringen van de BIC-gidsen Rezy Boeckx , Albert Geysen en Walter Van Bulck ging ze toch de uitdaging aan. “Het was niet zo gemakkelijk, maar het was eigenlijk een heel goede oefening. Het heeft me veel geleerd en ik heb dat allemaal goed onthouden. Op dat stresserend moment zelf is rustig blijven en jezelf concentreren wel erg moeilijk. Er zijn zo veel dingen die je moet onthouden om door te geven. Als ik het niet geoefend had, dan weet ik niet of het me gelukt zou zijn.”
De dokter liet Stephanie weten dat het eigenlijk door haar komt dat haar papa nog leeft. Zelf is ze er niet meteen trots op. “Voor mij is dit geen speciale daad, maar de normaalste zaak van de wereld. Ik vind dat iedereen dit moet kunnen doen voor zijn vader, ook personen met een beperking . Of ze moeten het toch tenminste proberen.”
Stephanie geeft toe dat er veel mensen zijn die wel tilt slaan in noodsituaties en die gewoonweg niet meer weten welk nummer ze moeten draaien. Ook mensen die niet in een rolstoel zitten. Maar ze antwoordt snel: “Ik zal eerlijk zijn. In het begin ben ik ook in paniek geschoten. En zeker als je daar alleen in zo’n groot huis zit. Maar ik was wel voorbereid door het te oefenen.”
BIC-gids Walter Van Bulck vertelt tijdens zijn rondleiding steevast dat het niet enkel de hulpdiensten zijn die heldendaden verrichten. Ook de mensen die de noodcentrales verwittigen, zijn immers helden. Als die geen goede oproep doen, dan kunnen de hulpdiensten moeilijker hulp bieden. Stephanie heeft veel respect voor de personen bij die noodcentrale . “De mensen daar hebben mij heel erg goed geholpen. Ik vertelde hen dat ik een beperking had en ze zijn heel de tijd bij mij aan de lijn gebleven. Dus chapeau voor hen!”
De schrik zit er nog altijd in, maar als het erop aankomt dan weet ze wat ze moet doen. “Ik vind het wel belangrijk dat ik dit allemaal geleerd heb. Want nu kan ik niet alleen mijn papa helpen, maar ook andere mensen in nood. Als ik nu iemand anders in nood tegenkom, dan kan ik die ook helpen op mijn eigen manier.” Ze vond het wel jammer dat ze bij haar laatste bezoek aan het BIC niet zelf mocht bellen naar de noodcentrale . “Want ik kon het gewoon al te goed!”
Stephanie is inmiddels drie keer op bezoek geweest in het BIC. Haar eerste bezoek dateert van 2012. Uiteindelijk verbleef haar papa vier weken in het ziekenhuis. Hij heeft nu een apparaat dat de hulpdiensten automatisch alarmeert als er een afwijking wordt vastgesteld in zijn hartritme. Volgens Stephanie zelf “omdat ze niet mogen verwachten dat ik altijd zijn handje ga vasthouden.”