Jan Fabre legde op 19 september 2018 een klacht neer nadat hij en zijn gezelschap werden bedreigd via WhatsApp. De theatermaker moest tien bitcoins met een tegenwaarde van 53.000 euro overmaken. Als hij dat niet deed, zou er belastend beeld- en geluidsmateriaal bij de pers belanden.

De verzender van het bericht beweerde een groep ex-personeelsleden van zijn theatergezelschap Troubleyn te vertegenwoordigen. Fabre was kort daarvoor in opspraak gekomen door een open brief van (ex-)werknemers van Troubleyn die daarin beweerden grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik te hebben ervaren.

Verder onderzoek op het gebruikte gsm-nummer voor het bericht leidde naar een klant van Proximus. Zij bleek met de afpersing niets te maken te hebben, maar was in juli 2018 wel naar het Proximus-center in Kapellen geweest, waar beklaagde Luk T. toen werkte. Ze wilde haar abonnement laten aanpassen en had hem haar identiteitskaart gegeven. De beklaagde had vervolgens haar gegevens gebruikt om een simkaart, die hij van Proximus gestolen had, te activeren. Hij had de simkaart in een smartphone gestoken, die hij ook van zijn werkgever gestolen had, en had zo het bericht verstuurd.

Wraak

Luk T. bekende de feiten. Hij verklaarde dat er een ex-medewerkster van Fabre bij hem in de winkel was gekomen en dat zij hem verteld had over seksuele intimidaties door de theatermaker. Aangezien hij zelf als kind seksueel misbruikt werd, wilde hij wraak nemen. De rechtbank geloofde niet dat hij in een opwelling had gehandeld. Daarvoor was zijn plan te uitgekiend.

Ook het verhaal over de ex-medewerkster van Fabre vond de rechtbank niet erg aannemelijk. Luk T. had zich volgens de rechtbank eerder laten leiden door snel geldgewin. Op zijn laptop werden immers opzoekingen gevonden die erop wezen dat hij nog naar andere bekende slachtoffers had gezocht om af te persen. Hij moet Fabre ook een schadevergoeding van 4.000 euro betalen.

Jobat

Made in Metropool

Vastgoed

Auto's in de kijker