Foto: Jan Van der Perre
Vandaag om 10:00 door FENNA BOUVE
Fenna Bouve (40) woont met haar man en twee kinderen in Borgerhout. Sinds kort verzet ze zich tegen het te snel rijdend verkeer in onze straten in de aangevuurde bewonersactiegroep door haar aangevuurde bewonersactiegroep 30MAX. Voor deze krant is zij een van de vier columnisten mobiliteit.
Tot zo’n twee weken geleden deed ik mijn job enorm graag. Ik werk ìn de mobiliteit en we hebben het dus veel over oplossingen en de weg naar een duurzamere, minder auto-gecentreerde mobiliteit. Een van de theorieën om daartoe te komen luidt: ‘De beste mobiliteit is géén mobiliteit’.
Wel, laat ik u vandaag zeggen, recht uit mijn hart: Ik hou van mobiliteit! Zonder mobiliteit vind ik mijn werk stom!
Ik sta eigenlijk, ik moet het eerlijk zeggen, nogal op ontploffen. Ik moet morgen werken - en ik krijg al stress als ik aan die uren geplande videocalls denk. Ik moet mezelf aanmanen: blijf positief, Bouve. Dat is uw grote kracht. Maar ik irriteer me nu al enorm! Mateloos!
En waarom? In normale omstandigheden haal ik energie uit mijn werk, dat -ik besef dat nu pas- voor meer dan de helft uit live sociale interactie bestaat. Nu ik 100% van de tijd achter een bureau zit terwijl er ook nog twee kinderen in huis rondlopen die ook van alles vragen en nodig hebben, en de was en het stof zich overal opstapelen, en er eigenlijk de hele tijd toch wel van alles moet-moet-moet, draint het al mijn energie.
Dus, ‘leve thuiswerk’? Dat dacht ik ook, de eerste week, toen ik nog reageerde op collega’s die ‘binnenzitten al beu waren’ met: “Komaan mannen, niet zeuren hé, dit gaat nog wéken duren! Keep up the spirit hier!”
En zie mij, een luttele twee weken later: een hoopje ellende, leeggezogen door de vele urenlange videocalls en uitsluitend bureauwerk, op één meter van mijn bed. Ik kan er bijna niet meer tegen.
O, wat mis ik mijn fietstochtje naar het station.
Wat mis ik het gekibbel van mijn kinderen over welke fietsweg we vandaag gaan nemen naar school.
Wat mis ik mijn tekenen op de - bijna standaard vertraagde - trein naar Brussel.
Wat mis ik mijn wandelingetje naar de Beurs.
Wat mis ik mijn entree met luchtige hoe-is-het-jes.
Wat mis ik die vergaderingen met de collega’s waar ik geregeld kan onderbreken en irrelevante flauwe grappen in de mix gooien.
Wat mis ik het achteraf zuchten dat de vergadering wel ietsje korter kon bij de koffiemachine.
Wat mis ik mijn lunchafspraakjes in het bruisende centrum van Brussel.
Wat mis ik al die praatjes tussendoor.
Enzovoort.
Ik vind het uiteraard geweldig dat je gewoon kan ruiken dat de luchtkwaliteit pakken beter is.
En hoe heerlijk dat er nauwelijks auto’s rondrijden in de normaal zo drukke Borgerhoutse straten -en de Ring, Singel en de Plantin en Moretuslei.
Fantastisch ook, dat we zoveel wandelen en fietsen en het belang van parkjes en pleintjes dichtbij eindelijk naar grote waarde schatten.
Maar 100% thuiswerken tot in de oneindigheid: please, nee!
Ik ervaar nu pas de grote meerwaarde van sociale interactie en ook mijn grote nood eraan.
En ook vraag ik me af: ben ik dan echt mentaal zo zwak? Ik bedoel: ik heb een job, een gelukkig gezin, genoeg geld voor boodschappen en een warm huis. Maar wat ik ook had en waar ik blijkbaar toch verrassend veel van mijn batterijkracht uithaalde, is even weg: een ‘live’ sociaal leven, hordentrainingen, zeefdrukken, gewoon veel rondlopen en mensen zien.
Als iemand als ik met zoveel energie al na een schamele twee weken op is… wat moet dat dan niet zijn voor mensen die niet zo’n basis hebben? Vorige week zei ik tegen m’n collega’s ‘ik voel me niet goed vandaag’. Ik kon er ook even gewoon allemaal niet meer tegen. Maar toen ik specificeerde dat ik geen griep had maar een mentaal corona-crashke, bleef het stil. Griep hebben, dat is vandaag het ergste wat je kan overkomen, het ligt zelfs in de lijn der verwachtingen. Maar een mentale corona-crash? Fenna toch. Doe eens een beetje gewoon. Hou u eens een beetje flink, zeg. Er zijn wel anderen die in veel grotere ellende verkeren. Dat weet ik uiteraard. Maar toch kan ik me niet voorstellen dat ik alleen ben? Ik weet het niet, misschien ben ik echt een pande-mietje...
Overlijdens in Antwerpen.
Met de medewerking van