Weinig atleten verzamelen meer airmiles dan tennissers, een internationaal gezelschap dat over alle continenten uitzwermt. Naast de talrijke gezondheidsoverwegingen vrezen veel waarnemers dat ook door dat mondiale karakter het proftennis in de rest van 2020 bedreigd is. De European Open staat tussen 18 en 25 oktober geprogrammeerd. Dick Norman (49), directeur van het enige Belgische proftornooi, hoopt dat die zeven maanden volstaan. “Het is nog veel te vroeg om me al zorgen te maken.“

Nochtans vreest Craig Tiley, baas van de Australische federatie, dat er weldra een streep zal getrokken worden door tennisjaargang 2020. “Voor hem maakt het niet zoveel uit”, aldus Norman. “Zijn Australian Open is al voorbij. Als een tornooi geschrapt wordt, heeft dat serieuze gevolgen, zeker als er al forse onkosten zijn gemaakt. Al mijn collega’s zullen hun uiterste best doen om gewoon te organiseren. Wij hebben hoe dan ook nog geen grote uitgaven gedaan voor de European Open. Ook daarvoor is het nog te vroeg.”

Sportpaleis

Sinds Indian Wells zichzelf op 8 maart schrapte, ligt alle tennis stil. Woensdag besloten de internationale federaties om pas ten vroegste op 13 juli te hernemen, een verlenging van de sportieve lockdown met een maand. Norman: “De ATP spreekt momenteel met de tornooidirecties over verschillende scenario’s. Hervatten we op een bepaald tijdstip met de oorspronkelijke kalender? Worden grotere organisaties naar het najaar verschoven, zoals Roland Garros nu al gedaan heeft? Vinden meerdere tornooien op hetzelfde tijdstip plaats? Indoortornooien als het onze zijn qua tijdstip niet zo flexibel. Het Sportpaleis en de Lotto Arena zitten met een uitgebreid programma aan concerten en andere evenementen.”

De European Open is straks aan zijn vijfde editie toe. Met een finale tussen Andy Murray en Stan Wawrinka kende het evenement in de herfst van vorig jaar zijn hoogtepunt. “Ook daarom hoop ik dat we over een week of zes toch weer licht zullen zien aan het einde van de tunnel. Sportief en extrasportief waren we duidelijk aan het groeien. Een geluk bij een ongeluk is dat we zo laat op het jaar zitten.”

Kevin De Bruyne

Tennissers leven van hun prijzengelden. Zonder tornooien komen veel middenmoters in de problemen, wat de roep naar een betere herverdeling van de prijzengelden aanwakkert. Hoe kijkt hij als voormalige prof naar dat pleidooi? “De ouderen met een spaarpotje zullen dit wel kunnen overbruggen, maar een jong talent dat volop investeert in zichzelf en in zijn coach staat voor barre tijden. Als speler wilde ik uiteraard graag een betere spreiding van het prijzengeld. Als tornooidirecteur daarentegen weet ik dat je geen Lotto Arena kan vullen of sponsors kan aantrekken met het nummer 270 van de ranking. En zonder sponsors heb je geen prijzengeld. Een kwestie van vraag en aanbod is het. Kevin De Bruyne verdient ook duizend keer meer dan een Belgische tweedeklasser. Tennis is al bij al nog bij de betere sporttakken. De 300ste kogelstoter of zwemmer van de wereld moet het met veel minder stellen.“