Het onderzoek werd uitgevoerd door de vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie. “Ik houd me voornamelijk bezig met het onderzoek naar motivatie in de sport”, verklaarde onderzoeker Sofie Morbée van de UGent. “Heel wat renners gaven in verschillende media aan dat het moeilijk was om gemotiveerd te blijven in deze coronaperiode waar de ene na de andere koers geannuleerd wordt en ze ook niet in groep kunnen trainen. Deze crisis is uiteraard zeer vervelend, maar het was een unieke kans om nu net de motivatie te onderzoeken bij wielerprofs in deze moeilijke tijden.” Het onderzoek werd gestart op 17 maart en de enquête werd afgesloten op 1 april.

In totaal namen bijna 200 renners deel: 177 mannen en 19 vrouwen. Daaruit werden dan finaal 120 wielerprofs gekozen, de verdeling is zo’n 93 à 94% mannen, zo’n 6 à 7% vrouwen. Het gaat niet alleen om Belgische profs, maar ook renners uit bijvoorbeeld Frankrijk en Nederland. De renners reden voor 9 verschillende WorldTour-teams, 13 ProTeams en 22 continentale ploegen. Ze werden gecontacteerd via sociale media en namen vervolgens deel aan een onlinebevraging.

Zwift en Strava

“De resultaten van deze studie tonen aan dat het gelukkig nog goed zit met de motivatie van de renners”, stelde doctoraatsstudente Sofie Morbée. “De meeste renners proberen positief met deze situatie om te gaan. Het digitale alternatief voor de Ronde Van Vlaanderen is hier een mooi voorbeeld van: renners zoeken naar uitdagingen en willen het plezant houden. Je blijft gemotiveerd als je het voor jezelf leuk probeert te houden, boeiend en zinvol, als je naar uitdagingen zoekt. Niet alleen met die digitale ronde, maar bijvoorbeeld ook door op Strava KOM’s te proberen pakken, Zwift-rides te doen etc.”

“We zien toch in de resultaten dat profrenners in het algemeen meer trainen met volle ‘goesting’ dan vanuit ‘moetivatie’, in de zin dat het van moeten is. Ze oefenen hun beroep graag uit en vinden het ook persoonlijk belangrijk en zinvol om te blijven trainen. Dit is belangrijk”, benadrukte de onderzoekster. “Want vorig onderzoek toonde reeds aan dat het type motivatie om te sporten een sleutelfactor vormt voor de beleving, volharding en de mentale vermoeidheid van sporters.”

Gevaar van ‘moetivatie’ loert om de hoek

“Uiteraard hebben sommigen het moeilijker om zichzelf op te laden om te blijven trainen”, ging ze verder. “Dat is gevaarlijk, want als profwielrenners minder gemotiveerd zijn of doorgaans meer ‘moetivatie’ ervaren, dan blijken ze zichzelf in deze periode meer druk op te leggen. Ze maken gebruik van dwingende zelfmotiverende strategieën. Ze krikken hun motivatie op door te denken dat anderen teleurgesteld zouden zijn of zij zich schuldig zouden voelen als ze hun training niet of onvolledig zouden afwerken. En dat is geen goede zaak, want dat leidt tot verveling. Men gaat nog minder inzien wat het nut is om nog verder te trainen.”

Conclusie: leg jezelf geen druk op!

“Gelukkig gebruiken renners veel vaker strategieën om de situatie uitdagend en plezierig te houden”, eindigde ze. “We raden wielrenners dan ook aan om zich in deze tijden geen druk op te leggen, maar naar manieren te zoeken om het trainen boeiend en zinvol te houden. Dat werkt bevrijdend.”