Stap Antwerpen-Centraal buiten en u hebt geen gps of Google Maps nodig om het Antwerp World Diamond Centre (AWDC), de koepelorganisatie van de Antwerpse diamantsector, te vinden. Een oneindige reeks van juwelenwinkeltjes, goud- en zilversmeden, inkopers van edelstenen en al even edele metalen, diamantbewerkers,… leidt u naar het AWDC-gebouw in het hart van de Antwerpse diamantwijk.
We ontmoeten er Margaux Donckier en Michaël Geelhand de Merxem, respectievelijk woordvoerster en public affairs officer van het AWDC. Het AWDC meldde deze week in een persbericht dat het 15% op zijn energiefactuur zal besparen. De maatregelen die tot dat spectaculair resultaat leiden, blijken een rechtstreeks gevolg van ‘ . Dat is het energiespoor dat in 2014 lanceerde. Jullie medewerking aan dat traject past allicht in een breder kader? “Dat is inderdaad het geval”, steekt Michaël van wal. “In een globaal perspectief bekeken, mag de Antwerpse diamantsector zich absoluut de voortrekker noemen op het vlak van duurzaamheid, transparantie en compliance (nvdr: naleving van de wetgeving). Het is in zekere zin een concurrentieel voordeel dat we op alle mogelijke manieren willen uitbouwen. Een belangrijke stap in dat proces is het eerste AWDC-duurzaamheidsverslag (link) dat we vorige zomer publiceerden en waarmee we meteen een award voor het beste Belgische duurzaamheidsverslag (link) wonnen.” Dat duurzaamheidsverslag heeft een rechtstreeks verband met ‘Energie voor het Antwerpse hart’? “Zo zou je het kunnen zien”, bevestigt Michaël. “Het verslag analyseert de risico’s van de wereldwijde diamantsector op het vlak van duurzaamheid. Het legt ook de basis van onze strategie om onze impact op de beheersing van die risico’s te vergroten. Eén van de punten waarop we, heel lokaal, nog vooruitgang kunnen boeken blijkt duurzaamheid op kantoorniveau te zijn. Daar hoort ook het efficiënt beheren van onze infrastructuur bij.” Welke maatregelen zijn er concreet uit de bus gekomen? “We nemen maatregelen op korte en op lange termijn”, verduidelijkt Michaël. “We werken hier in een relatief oud gebouw, hoewel het zeker niet het oudste van de wijk is. Het is, en ik druk me voorzichtig uit, ‘organisch’ gegroeid. Echt structurele ingrepen om het energieverbruik in te perken zullen er pas na een zeer gedetailleerde analyse komen en op lange termijn. Reken met een tijdshorizon van vijf jaar. Maar de energieaudit, waarvoor we kozen na een aantal gesprekken binnen het Stadslab2050-kader, wees uit dat we ook op korte termijn heel wat efficiënter en dus goedkoper konden werken. Factor4 maakte als ESCO (Energy Services Company) een uitgebreide analyse die een hele lijst met mogelijke ingrepen opleverde. En daarbij een overzicht van de kosten, de baten en de termijn waarbinnen die gerealiseerd konden worden.” “Het komt erop neer dat we onze bestaande installaties regelen alsof we ze opnieuw voor de eerste keer in gebruik nemen”, vat Margaux samen. “In vaktermen heet dat ‘re-commissioning’. Een betere afstemming van koeling en verwarming, een betere aansturing van de drankautomaten, de installatie van enkele nieuwere, meer efficiënte toestellen,… het zijn simpele ingrepen. Maar het feit dat één enkele expert, in dit geval Factor4, het geheel overschouwt, afregelt en ook blijft monitoren en niet de individuele installateurs, levert de winst op. 15% in ons geval of 30.000 EUR, jaar na jaar.” Jullie werken op basis van Energy Performance Contracting (EPC). Hoe werkt dat en hoe is deze formule op jullie ‘radar’ beland? “We leerden EPC kennen tijdens een van de Stadslab2050-workshops”, antwoordt Margaux. “De voordelen van de EPC- formule en van te werken met een ESCO zijn duidelijk. Je creëert een risicoloos en stabiel kader voor de financiering van projecten met een grote financiële impact. Je gaat daarbij een wederzijds engagement aan. Concreet? Ons actieplan loopt over twee jaar. Factor4 voert de maatregelen door en garandeert de resultaten. Als de kosten niet terugverdiend worden door de besparingen, krijgt het AWDC een deel terug. Daartegenover staat dat beide partijen de winst delen.” “Een expert kan met concrete cijfers vertellen wat de stand van zaken is en met welke ingrepen we welke resultaten kunnen boeken, gebaseerd op een heldere kosten-baten analyse, het was dus niet moeilijk om onze directie te overtuigen” voegt ze er glimlachend aan toe. Het AWDC vertegenwoordigt de Antwerpse diamantsector. Hebben jullie plannen om ook de Antwerpse diamantwijk aan te zetten tot actie op energiegebied? Margaux bevestigt dat er plannen op tafel liggen. “Het gros van de gebouwen hier dateert van de jaren ’70-’80. Dus het potentieel is er. Elk gebouw heeft een gebouwbeheerder. We zullen die groep zeer actief benaderen om hen de voordelen te laten inzien en vooral het feit dat alles zeer voorspelbaar en dus risicoloos is. Eén of meerdere gezamenlijke infosessies komen er zeker.” Welke lessen trekken jullie voorlopig uit ‘Energie voor het Antwerpse hart’? “De Stadslab-aanpak bevestigt wat we eigenlijk al wel wisten. Namelijk dat, als je stakeholders rond tafel brengt, je ook resultaten boekt.”, klinkt het bij Margaux. “Nieuw voor ons was wel de aanpak, de systematiek met infosessies, workshops, ontmoetingsruimte, de bottom-up approach. We zullen daar zeker iets van meenemen in onze infosessies naar deze wijk toe.” Energie voor het Antwerpse hart is een traject van Stadslab 2050 met als doel een versnelling te verkrijgen op vlak van energiebesparing en duurzame energievoorziening en de kiemen te leggen voor een duurzaam winkelhart van de toekomst.