TreinTramBus heeft een 10-puntenplan opgesteld voor een beter openbaar vervoer in en rond Antwerpen. De Ondertekenaars van de platformtekst willen dat de pendelaars als ervaringsdeskundigen betrokken worden in het nieuwe vervoersplan.
De Antwerpse reizer heeft een moeilijke periode achter de rug: geschrapte ritten, verkorte lijnen, propvolle trams, vertragingen, gebrekkige informatie, … met als klap op de vuurpijl de begin maart voorgestelde plannen van De Lijn om verschillende tram- en buslijnen af te schaffen. Scholieren, ouders met kleine kinderen, senioren, minder mobiele en minder begoede mensen, maar ook mensen die bewust voor het openbaar vervoer kiezen… blijven in de kou staan.
Niet alleen tijdens deze pandemie is openbaar vervoer een cruciale dienstverlening. Ook na deze coranacrisis moeten onze overheden ondubbelzinnig kiezen voor de reiziger, voor het klimaat, voor een duurzame oplossing voor de Antwerpse mobiliteitsknoop, voor levenskwaliteit en voor economische welvaart. Het openbaar vervoer nemen moet voor alle lagen van de bevolking een vanzelfsprekende keuze worden. Met de geplande afbouw van trams en bussen halen we de modal shift van 50/50 en de vereiste verdubbeling van het marktaandeel van het openbaar vervoer in 2030 nooit. Er is nochtans een breed draagvlak voor goed openbaar vervoer.
De ondertekenaars van deze platformtekst eisen dat de gebruikers als ervaringsdeskundigen bij de nieuwe plannen worden betrokken. Zij willen het tij keren en van Antwerpen een heuse trein-, tram- en busregio maken met het volgende 10-puntenplan:
Investeren in modal shift
Het tram- en busaanbod in en rond de stad en het voorstadsverkeer van de NMBS moeten worden versterkt en uitgebouwd. Enkel zo kan de modal shift naar minstens 50 % fiets en openbaar vervoer, die in het kader van het Toekomstverbond is afgesproken, gerealiseerd worden. Daarvoor moet het marktaandeel van het openbaar vervoer tegen 2030 verdubbelen. Er moeten dus nieuwe tramlijnen en voertuigen bijkomen en meer middelen worden uitgetrokken voor de exploitatie. De Grote Verbinding mag niet alleen een wegenproject zijn. Massaal blijven investeren in wegeninfrastructuur en blijven besparen op openbaar vervoer is geen optie. Zonder budgettaire shift zal de modal shift er nooit komen. Het wordt tijd om de ambitieuze plannen uit het verleden, zoals het Pegasusplan of de Visie 2020 van De Lijn, in de praktijk om te zetten om nu reeds stappen te zetten naar de doelstellingen voor 2030..
Overstapvrij binnen de stad
Op elke tramcorridor rijden er bij voorkeur minstens twee lijnen: samen zorgen ze voor een hoge frequentie en zoveel mogelijk rechtstreeks te bereiken bestemmingen. Reizigers verkiezen immers een frequente tram boven extralange voertuigen waarop ze veel langer moeten wachten. Brussel bewijst dat investeringen in tram en bus maatschappelijk lonen en de levenskwaliteit in de stadsregio verbeteren.
Alle districten, maar ook tramgemeenten zoals Mortsel, Wijnegem of Zwijndrecht, moeten per tram frequent, snel en overstapvrij worden verbonden met zowel de omgeving van de Groenplaats als met het Centraal Station. Waar dat (nog) niet kan (Noorderdistricten en Wilrijk), gebeurt dat met een hoogwaardige busverbinding. Zoveel mogelijk bestemmingen intra muros moeten rechtstreeks bereikbaar zijn.
Vlot vanuit de rand naar de stad maar ook naar bestemmingen in de rand
Vanaf elke grote woonkern in de rand van de vervoersregio Antwerpen moet je met maximaal één overstap zowel de omgeving van de Groenplaats als de omgeving van het Centraal Station kunnen bereiken. De kleinstedelijke centra (Boom, Mortsel, Lier…) in de regio moeten rechtstreeks met elkaar worden verbonden. De districten worden onderling verbonden met hoogwaardige tangentiële lijnen.
Snel, betrouwbaar en stipt
Tram en bus zijn een uitermate efficiënte en compacte vorm van deelmobiliteit en moeten op korte termijn absolute prioriteit krijgen, opdat ze opnieuw snel, stipt en betrouwbaar worden, ook als het verkeer binnenkort opnieuw op gang komt. Waarom zouden wij niet kunnen wat in onze buurlanden en Brussel wel mogelijk is? Investeren in betere doorstroming betekent keuzes maken maar rendeert drie keer: de bestaande middelen worden efficiënter ingezet, de verbeterde service trekt nieuwe reizigers aan en meer reizigers leveren meer inkomsten op. Door het STOP-principe consequent toe te passen, geven we in de stad voorrang aan voetgangers, fietsers en het openbaar vervoer en kiezen we resoluut voor levenskwaliteit.
Trein, tram en bus als één financieel laagdrempelig geheel
Een volwaardige tariefintegratie van trein, tram en bus, inclusief het vervoer op maat, in de Antwerpse stadsregio biedt reizigers de flexibiliteit om naadloos over te stappen op het voor hen handigste vervoermiddel. Het geldigheidsgebied van de Citypas moet groter worden en je moet ook geïntegreerde losse tickets en dagkaarten kunnen kopen. Als onderdeel van het bredere Mobility as a Service (MaaS) moet je met één ticket elke verplaatsing met het openbaar vervoer kunnen maken en vlot kunnen overstappen op bijvoorbeeld deelfietsen.
Naadloos overstappen, nachtnet en thuiskomstgarantie
Op overstappunten moet de reiziger centraal staan met korte, betrouwbare en veilige looproutes met voldoende wachtcomfort en -capaciteit. Vooral staduitwaarts moeten de aansluitingen gegarandeerd worden. Een permanent aanspreekpunt voor informatie en hulp moet er mee voor zorgen dat reizigers er – ook ’s avonds laat – op kunnen rekenen dat ze thuis geraken. Om het culturele aanbod voor iedereen toegankelijk te maken heeft Antwerpen een volwaardig nachtnet nodig.
De reiziger centraal
Tegen begin 2021 moet De Lijn ervoor zorgen dat de real-time-informatie aan de haltes operationeel is, dat de informatie via alle kanalen correct en betrouwbaar is en dat de haltes in alle trams en bussen zowel auditief als visueel worden aangekondigd. Die informatie moet worden afgestemd op personen met beperkte mobiliteit.
Toegankelijk openbaar vervoer
Een actieplan toegankelijkheid zorgt ervoor dat stations, premetrostations; de bovengrondse haltes en de voertuigen zo snel mogelijk toegankelijk worden zodat zoveel mogelijk mensen autonoom met het openbaar vervoer kunnen reizen.
Slimmer en eenvoudiger naar Antwerpen
Wie aan de rand parkeert en daar trein, tram of bus neemt, moet daarvoor beloond worden tegenover wie met de eigen auto tot in het hart van de stad rijdt. Transferia voor streek- en stadsbussen en overstapparkings worden alleen daar ingepland, waar een stabiele tramverbinding en/of frequente S-trein de overstap aantrekkelijk maakt. De combinatie trein+fiets moet worden gefaciliteerd.
Participatie
Mobiliteit is te belangrijk om over de hoofden van de mensen heen te beslissen. De reizigers willen niet alleen betrokken worden bij de plannen voor 2030 maar ook bij de wijzigingen die in 2021 op til zijn. Brussel bewijst met de inspraakprocedure over het mobiliteitsplan Good Move en het nieuwe busplan van de MIVB dat participatie loont en het draagvlak verhoogt.
Wat goed werkt, willen we behouden; waar verbetering mogelijk is, willen we mee nadenken. De vervoersregioraad moet worden aangevuld met vertegenwoordigers van de gebruikers en open, correct en tijdig over alle plannen communiceren. De reiziger heeft daar recht op.