Nu de lockdown light verlengd is, beperken we ons nog even noodgedwongen tot e-peritieven, krijgen pasgeboren baby’s oma en opa op raambezoek en stapelen bij sommigen de coronakilo’s zich op. Door de gezondheidscrisis gaat de Vlaming naast toiletpapier en handzeep blijkbaar ook gretig nieuwe woorden hamsteren. Maar hoe ontstaat zo’n neologisme, hoe verspreidt het zich en hoe groot is de kans dat een vaccin niet alleen voor het virus, maar ook voor die creatieve talige vondsten de doodsteek blijkt?
“Veel mensen zien taal als een vaste massa woorden, maar gezonde taal is continu in evolutie”, legt Johan De Caluwe, hoogleraar Nederlandse Taalkunde aan de UGent, uit. “Het Nederlands is bovendien een ...
Met de medewerking van