In de eerste aflevering over de diamantwijk gingen we na hoe de Antwerpse diamantwereld in elkaar zit. Vandaag neemt gastvrouw Liesbeth Moereels van het Antwerp World Diamond Centre ons mee naar de diamantbeurs in de Hovenierstraat. Het is de enige beurs ter wereld waar ruwe diamant verhandeld wordt.
De diamantbeurs in de Hovenierstraat is een mooi en opvallend licht gebouw. Het doet een beetje denken aan het Centraal Station… Liesbeth Moereels : “Dat is geen toeval. De werken aan beide gebouwen begonnen in hetzelfde jaar: in 1905. Voor de bouw van de beurs dreven de diamantairs handel in cafés in de Pelikaanstraat. Op een bepaald moment vond men dat niet langer veilig. Vandaar dat men naar hier is uitgeweken. De wijk had destijds opvallend veel tuintjes. De huidige straatnamen verwijzen nog altijd naar dat verleden: Hoveniersstraat, Schupstraat, Rijfstraat… Het klopt dat het gebouw opvallend licht is. Je kan diamanten nu eenmaal het best keuren bij daglicht. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn de marges op de diamanthandel trouwens niet gigantisch hoog. Een trader verdient zowat 1% commissie op de totale verkoopsom. Bij juweliers daarentegen kan de toegevoegde waarde oplopen tot meer dan 200%. Ook dat cijfer moet je nuanceren. Juweliers hebben nu eenmaal hoge operationele kosten: naast exuberante huurprijzen op exclusieve locaties moeten ze dure marketing- en promocampagnes betalen.” Opvallend: in de diamantbeurs is een gegeven woord heilig. Contracten zijn zeldzaam… Liesbeth Moereels: “Dat is op het eerste zicht nogal vreemd. Maar deze beurs is eigenlijk een privé-plek: je komt er niet zomaar in. Je moet voorgedragen worden door twee peters. Mensen hebben een aantal weken de tijd om beroep aan te tekenen tegen je komst. Alles draait hier rond vertrouwen. Wat er gebeurt als er iemand toch iets mispeutert? Tja, dan draaien je peters voor je misstap op. Je foto verschijnt dan aan de ad-valbasberichten van alle diamantbeurzen ter wereld. Dat schrikt mogelijke fraudeurs toch af, neen? Hier gelden trouwens nog wel meer ongeschreven regels. Elke overeenkomst wordt bezegeld met een Hebreeuwse wens. Mazal U’ Bracha betekent zo veel als “Geluk en voorspoed”. Je kan hier trouwens met een gerust hart je steentjes verliezen. De vinder zal je diamanten altijd eerlijk terugbezorgen. Ondanks deze tradities worden er steeds minder diamanten op de beurs verhandeld. Kopers en verkopers lopen hier immers kriskras door elkaar. Meer en meer handelaars kiezen voor discretie. Ze ontmoeten elkaar liever persoonlijk, in de privacy van hun kantoor.”
Antwerpen is al meer dan 550 jaar het wereldcentrum van de diamanthandel. Hoe is dat historisch gegroeid? Liesbeth Moereels : “Alles begint bij Marco Polo, de Venetiaanse handelaar en ontdekkingsreiziger. Hij bracht van zijn verre reizen naar het Verre Oosten diamanten mee. Die werden oorspronkelijk verhandeld in Brugge. Maar door de verzanding van het Zwin verlegde de diamanthandel zich geleidelijk naar Antwerpen. De band van de stad met diamant gaat dus eeuwen terug.” Veel mensen associëren de diamanthandel met joden. Klopt die bewering nog altijd? Liesbeth Moereels : ”Ook dat is historisch gegroeid. De joden zijn in verschillende golven naar Antwerpen gekomen. In de 13de eeuw vestigden zich hier vooral de Asjkenazim, joden die uit Oost- en Centraal-Europa kwamen. Zij legden zich toe op financiën. Dat was destijds het enige vakgebied dat niet in gilden georganiseerd was. Twee eeuwen later kwamen er Sefardische joden uit Portugal. Zij hadden vermoedelijk als eerste diamanten in hun bagage. U moet weten dat joden op vele plaatsen vervolgd werden. Diamanten zijn klein en kostbaar, je kan ze makkelijk meenemen als je snel moet vertrekken. De joden hebben dus eeuwenlang de Antwerpse diamanthandel beheerst, maar vandaag zijn er ook veel Indiërs actief. De grote ommezwaai kwam er na de crisis van de jaren tachtig in de 20ste eeuw. De waarde van diamant is toen fel gezakt. Veel handelaars zijn toen failliet gegaan.”