De heropstart van de bedrijven op 4 mei en de handel en distributie vanaf komende maandag, zorgt ervoor dat tot 250.000 mensen opnieuw kunnen werken. Het gebrek aan kinderopvang dreigt hen thuis te houden.
"Dankzij de heropstart van de bedrijven deze week en de handel en distributie op 11 mei kan een derde van de tijdelijke werklozen opnieuw aan de slag. De waardeketen wordt nu écht opgestart. Maar om nog meer mensen terug aan het werk te krijgen, is kinderopvang cruciaal", zegt Hans Maertens.
Aan het begin van deze week voorzag Voka dat tot 150.000 medewerkers uit de private sector opnieuw aan de slag zouden kunnen gaan door de heropstart van de economie.
Of beter gezegd: de doorstart. Want 80% van de bedrijven lag niet volledig stil tot afgelopen maandag. Ze waren al actief en dreven vanaf deze week hun activiteitsgraad gevoelig op.
"De veiligheid voor werknemers was geen hinderpaal. Wel het gebrek aan vraag omdat andere bedrijven ook op een laag pitje draaiden of omdat er niet geconsumeerd kon worden omdat een belangrijke schakel, de handel en distributie, nog ontbrak", aldus Hans Maertens.
Gelukkig kwam er op woensdag na de Nationale Veiligheidsraad het definitieve groene licht voor de heropstart van die belangrijke schakel. Zeker voor de non-food handel was de toelating om terug open te gaan broodnodig.
Die sector kent immers een omzetverlies van meer dan 80 procent. "Bedrijven kunnen maar produceren als er vraag en consumptie is. Door alle winkels en distributie snel te openen, kan de economische motor nu echt weer kan aanslaan. Het vermijdt ook verdere oneerlijke concurrentie én nog eens 100.000 mensen kunnen opnieuw gaan werken", zegt Hans Maertens.
Kinderopvang noodzakelijk
Uit de Voka-enquête bleek dat ondernemingen klaar zijn om hun werknemers in alle veiligheid te laten werken. De grootste kopzorg is het gebrek aan kinderopvang. De crèches zullen vanaf 18 mei kinderen van alle ouders terug opvangen en ook de scholen starten gefaseerd terug op.
"Maar als we echt zoveel mogelijk mensen weer aan de slag willen laten gaan, moet men het ook mogelijk maken om te gaan werken", vindt Hans Maertens. Daarom een oproep aan de lokale besturen om bij te springen voor zowel personeel en infrastructuur.
"Zij hebben al ervaring met buitenschoolse opvang. Minister Bart Somers moet bij hen aan de bel trekken zodat de lokale besturen mee helpen om in opvang te voorzien voor alle onderwijsnetten".