Bent u een in België gevestigde werkgever en wil u een niet-EU-burger tewerkstellen? Dan is het mogelijk dat u een arbeidskaart B en een arbeidsvergunning moet aanvragen.
Een arbeidsvergunning geeft aan een werkgever de toelating om een welbepaalde buitenlandse werknemer tewerk te stellen in een bepaalde functie. Op het moment van de aanvraag moet de werknemer zich in het buitenland bevinden.
De arbeidsvergunning (bestemd voor de werkgever) en de arbeidskaart B (bestemd voor de werknemer) worden beiden aangevraagd door de werkgever. Wanneer de arbeidsvergunning toegekend wordt, volgt automatisch de toekenning van de arbeidskaart B. De werkgever stuurt de arbeidskaart B op naar de werknemer die hiermee een visum kan aanvragen om naar België te komen.
Opmerking: Deze voorwaarden gelden niet voor hooggeschoolden , leidinggevenden, betaalde sportbeoefenaars, enz…
De werkgever dient een aanvraagdossier in bij de (van de provincie waar de tewerkstelling plaatsvindt). Dit aanvraagdossier bestaat uit:
Na een positieve beslissing stuurt de dienst Economische Migratie de arbeidsvergunning naar de werkgever.
De arbeidskaart B wordt opgestuurd naar het gemeentebestuur van de woonplaats van de werkgever. Als de werknemer ondertussen wettig in België verblijft, wordt de arbeidskaart B naar het gemeentebestuur van zijn woonplaats verzonden. De werknemer ontvangt hiervoor een brief en maakt een afspraak om de arbeidskaart bij het vreemdelingenloket af te halen via - vreemdelingenzaken - arbeidskaart afhalen. Tussen het ontvangen van de brief en de afspraak worden best 5 dagen gelaten zodat de kaart zeker is aangekomen bij de gemeente.
Een negatieve beslissing wordt aangetekend verzonden naar de werkgever. Zowel de werkgever als de werknemer kunnen in beroep gaan.
Tijdens het afhalen van de arbeidskaart B vraagt het gemeentebestuur de verblijfsvergunning van de werknemer aan. De arbeidskaart geeft recht op werk in België, de verblijfsvergunning geeft recht op verblijf .
De werknemer mag pas starten met werken wanneer hij zowel in het bezit is van een geldige arbeidskaart als een verblijfsvergunning. De arbeidskaart B verliest alle geldigheid wanneer de werknemer het recht op verblijf verliest.
De arbeidsvergunning en de arbeidskaart B hebben dezelfde geldigheidsduur dan de afgesproken tewerkstelling, met een maximumduur van 12 maanden .
De arbeidsvergunning en de arbeidskaart B kunnen jaarlijks hernieuwd worden met een maximum van 12 maanden. De duur van de hernieuwing mag nooit langer zijn dan de afgesloten tewerkstelling. Let op! De aanvraag moet ten laatste één maand voor het verlopen van de huidige arbeidsvergunning en arbeidskaart aangevraagd worden door de werkgever.
Als de arbeidskaart gestolen of verloren is, kan de werknemer een nieuwe aanvragen. Hij/zij moet eerst een aangifte van verlies/diefstal bij de politie doen. Met dit attest gaat de werknemer naar het loket vreemdelingenzaken, zonder afspraak.