Voor de oprichting van het fonds trekt de stad 114.000 euro uit. “Professionele kunstenorganisaties en kunstenaars kunnen een steunaanvraag indienen. Op die manier tonen we ons als kunststad solidair met de Mechelse kunstensector”, zegt Björn Siffer (Vld-Groen-m+), schepen van Cultuur.

Een adviesraad moet het schepencollege adviseren over wie hulp krijgt en waakt er mee over dat de pot zo rechtvaardig mogelijk wordt verdeeld. Criteria zijn onder andere het aantonen van een werkelijke financiële nood door de boekhouding voor te leggen of het al dan niet ontvangen hebben van Vlaamse steun. Extra aandacht gaat er naar mensen die werken met een dagcontract of kunstenaars die aangesloten zijn bij een sociaal bureau.

Renteloze overbruggingskredieten

Tegelijk maakt de stad voor de sector werk van renteloze overbruggingskredieten. Daarbij maakt Mechelen een onderscheid tot dringende dossiers van maximaal 20.000 euro en niet-dringende van maximaal 50.000 euro. “We bieden ook de optie aan professionele kunstenorganisaties die in acute nood zitten om hun subsidie voor 2021 versneld te laten uitbetalen door de stad”, legt schepen Siffer uit.

Harmonies, fanfares, brassbands en concertbands die hun speelmomenten in opdracht van de stad afgelast zien, worden toch uitbetaald. De subsidies voor koren en liefhebberstoneel verhogen. De stad trekt daar 14.500 euro extra voor uit. Voor sociaal-culturele verenigingen die in de problemen kwamen, is er een fonds van 25.000 euro.