Inmiddels een vertrouwd gezicht in Indiase steden: dagloners en dakloze burgers die geduldig in de rij aanschuiven voor een bordje rijst, linzen en wat groenten. Foto: Prakash Sing/afp
Food
Vandaag om 15:27 door Marie Garré
Inmiddels een vertrouwd gezicht in Indiase steden: dagloners en dakloze burgers die geduldig in de rij aanschuiven voor een bordje rijst, linzen en wat groenten.
De sterrenchef, culinair schrijver en tv-kok Vikas Khanna woont en werkt in New York, maar probeert zich toch in te zetten voor zijn thuisland India. Sinds twee maanden gaat al zijn energie naar het coördineren van voedselpakketten voor de miljoenen Indiërs die lijden onder de coronamaatregelen.
Hij kookte voor de Obamas, presenteerde televisieshows met bekende chef Gordon Ramsay, schreef meer dan 25 kookboeken en stelde maaltijden samen die bijna 40.000 dollar kostten, maar nu houdt Khanna zich bezig met het helpen van de armsten in zijn thuisland. Nadat hij de beelden zag van miljoenen werkloze landgenoten die op zoek waren naar eten, werd hij moedeloos. “We hebben onze mensen in de steek gelaten, ik wil laten zien dat solidariteit nog bestaat”, zei hij in een interview met de New York Times. “Mijn moeder woont alleen in Amritsar, wat als zij hulp nodig had en er was niemand?”
Zijn eerste poging om eten te bezorgen aan een rusthuis in Bengaluru liep af op een sisser, de bezorger verdween met 900 kg rijst en 400 kg linzen. Hij besloot samen te werken met het National Disaster Relief Force, dat wordt ingezet bij noodgevallen. De samenwerking begon in New Delhi, maar breidt nog elke dag uit. “Hij investeert zijn eigen geld, daarom willen we hem zo veel mogelijk helpen”, zei Satya Narayan Pradhan, hoofd van National Disaster Relief Force.
Droge voeding én klaargemaakte maaltijden
Eerst focuste Khanna op het uitdelen van droge voeding aan rusthuizen, weeshuizen en arme wijken, maar als snel besefte hij dat de honderdduizenden Indiërs die te voet soms honderden kilometers afleggen op de terugtocht naar hun dorpen niets zijn met droge voeding. In samenwerking met een van de grootste oliebedrijven in India, Bharat Petroleum, werden keukens opgezet aan tankstations naast snelwegen.
Ondertussen heeft het initiatief meer dan zeven miljoen voedselpakketten uitgedeeld, zowel droge voeding als klaargemaakte maaltijden. India Gate en Daawat, twee Indische voedselbedrijven, doneerden rijst, en het technologiebedrijf Paytm werd sponsor. HungerBox, een voedselbedrijf, stelde de industriële keukens in Mumbai en Noida ter beschikking. Daar kunnen 20.000 maaltijden per dag worden gemaakt. Khanna schat dat hij elke dag 275.000 mensen bereikt, maar denkt nog niet aan stoppen. “Ik heb het gevoel dat mijn 30-jarige carrière en werkdagen van 20 uur me hebben voorbereid op dit moment”, zegt hij. “Dit zijn de meest bevredigende twee maanden geweest uit mijn culinaire carrière.”
Khanna is zelf een Hindu, maar groeide op in Amritsar, een stad in het noorden van India, met veel Sikhs. Daar raakte hij geïnspireerd door de gemeenschapskeukens, die maaltijden serveren aan iedereen die het nodig heeft. Als kind had hij een klompvoet waardoor hij “geen vrienden, enkel sympathisanten” had. Hij bleef in de keuken bij zijn grootmoeder, waar hij leerde koken. Twintig jaar geleden kwam hij aan in New York, waar hij eerst werkte als afwasser en eten aan huis leverde. Hij klom op tot hoofdchef in Junoon, waar traditionele Indische recepten een inventieve invulling kregen. Het restaurant haalde zeven jaar op rij een Michelin ster binnen.
Met de medewerking van