Unsplash
Seks & Relaties
Vandaag om 14:28 door
De Amerikaanse Cosmopolitan zal in de toekomst niet meer schrijven over het vermeende epicentrum van genot, de G-spot. Die is volgens het blad onvindbaar wegens onbestaande. “Er zijn zoveel leuke plekjes”, zegt seksuologe Goedele Liekens daarover in ‘Nieuwe Feiten’ op Radio 1.
Jaren- en zelfs decennialang werd gezocht naar de G-spot. Want als je uitgerekend dat plekje vindt, zou je seksuele genot ongekende hoogtepunten bereiken. Maar na dertig jaar zoeken, geven ze het bij lifestyleblad Cosmopolitan op. In komende nummers geen tips meer om dat plekje te ontdekken en te stimuleren, want… het bestaat niet.
“In het verleden is er een Duitse wetenschapper geweest die ook opriep om de zoektocht te staken. Hij verkondigde dat de G-plek niet bestaat. Toen kwamen er vrouwen op de proppen, die het plekje wél hadden gevonden en zich afvroegen waar ze het mochten gaan inleveren”, zegt Goedele Liekens.
G-gebied
Hebben sommige dames dan gewoon wel een G-spot en andere niet? “Als anatomische structuur bestaat de G-plek inderdaad niet en heeft ze ook nooit bestaan. Miljoenen vrouwen zeggen dat ze vanbinnen wel degelijk een heel gevoelig plekje hebben en dat kan. Het probleem ligt misschien bij de term G-plek zelf. Het is niet zozeer een plekje of bolletje, maar meer een gevoelig gebied. On dat gebied, net achter het schaambeen tegen het spreekwoordelijke plafond van de vagina, komen verschillende zenuwuiteinden samen. Dat zijn uitlopers van de clitoris, die inwendig langs de urinebuis lopen. In staat van opwinding zwellen die op en geven ze een goed gevoel op de plekken waar ze weer dicht tegen de huid komen.”
Volgens Goedele Liekens is de kans klein dat je het gebied gaat stimuleren met penetratie. “De meeste penissen maken geen bochtje naar boven”, klinkt het. De seksuologe raadt aan om je niet vast te pinnen op het vinden van dat gebied omdat jullie dan in een spiraal van prestatiedrang en frustraties kunnen terechtkomen. “Er zijn zoveel leuke plekjes om op andere manieren te vinden.”
Met de medewerking van