Op deze pagina vindt u toelichting bij de werking van het Bureau voor Integriteit rond het thema 'uitnodigingen', evenals een of meerdere behandelde voorbeelddossiers.
Bij het ingaan op uitnodigingen dienen stadsmedewerkers rekening te houden met de richtlijnen hierover in de (p. 4):
"We aanvaarden geschenken, gunsten en uitnodigingen voor diners, activiteiten en bedrijfsbezoeken alleen onder strikte voorwaarden: we spreken erover in het openbaar, we stellen onze chef ervan op de hoogte, ze vertegenwoordigen een geringe materiële waarde en ze verplichten ons tot geen enkele gunst of wederdienst. Als we op een uitnodiging ingaan, kadert dat in de uitoefening van ons beroep en in het belang van onze organisatie."
Een medewerker stelde volgende vraag:
“Ik werd via mijn privémailadres door een politieke partij gevraagd om mijn expertise in te zetten op een lokale partijbijeenkomst in Antwerpen. Zoals ik het op basis van de zeer bescheiden aangeleverde beschrijving interpreteer is dit voornamelijk in functie van interne visievorming en mogelijk navolgende verwerking in het verkiezingsprogramma van de betrokken partij.
Ik vind zowel de vraag als de omkadering erg dubbel:
In het kader van het correct omgaan met deontologie en de A-waarde integriteit heb ik onderstaande uitnodiging bij mijn leidinggevende afgetoetst. U vindt het bijhorende advies van mijn leidinggevende onderaan dit bericht. Zij vraagt dit ook door te sturen.
Ook omdat er mogelijk andere ambtenaren of personeelsleden van de groep Stad Antwerpen uitnodigingen ontvingen (al dan niet privé) voor deze of andere meetings bezorg ik u dit bericht/adviesverzoek.
Ik vraag uw advies of het ingaan op een dergelijke uitnodiging - zelfs in privétijd - gepast is. Mijn vermoeden zegt neen. Normaal zal ik dus niet deelnemen, ook niet buiten werktijd.
Indien het advies van het Bureau zou zijn dat aanwezigheid toch niet geheel problematisch zou zijn, met welke zaken wordt dan best rekening gehouden? Welke procedures zijn dan te volgen? Welke aandachtspunten zie ik over het hoofd?”
Het Bureau ontving eerder gelijkaardige vragen en gaf daarop een positief advies met een aantal aandachtspunten. De medewerker kreeg een gelijkaardig antwoord:
“In je mail vindt het Bureau voor Integriteit alle afwegingen terug die van belang zijn om hierin een beslissing te nemen.
Het Bureau voor Integriteit vindt het logisch dat ambtenaren gevraagd wordt om hun expertise en ervaring te delen zodat politici beslissingen kunnen nemen met kennis van zaken. Dit moet wel gebeuren op een neutrale en onafhankelijke manier. De nodige voorzichtigheid is dus geboden.
Het Bureau gaat ervan uit dat als je deelneemt aan de denkdag, je dit doet in het kader van je functie bij de stad en niet in eigen naam:
In wiens naam je deelneemt, moet in ieder geval duidelijk zijn voor de betrokken politieke partij. In beide gevallen stel je je loyaal op ten aanzien van de stad.
Het Bureau voor Integriteit wordt graag op de hoogte gehouden van het gevolg dat je aan dit advies geeft.”
De medewerker ging niet in op de uitnodiging. De stadssecretaris liet het Bureau voor Integriteit weten dat met het bestuur was afgesproken dat dergelijke vragen tot aan de verkiezingen zullen afgewezen worden. Er werd ook een interne communicatie hierover onder het personeel verspreid.