© Leo Brouwers
Een veertigtal ooievaars streek donderdag in de voormiddag neer in een weide in de Torendreef in Tongerlo (Westerlo), achter de Norbertijnenabdij.
Een veertigtal ooievaars namen een rustpauze achter de abdij van Tongerlo. — © Leo Brouwers
“Wanneer in augustus de jonge ooievaars zelfstandig zijn, bereiden ze zich voor op de trek richting Afrika”, legt Marc, een lid van Natuurpunt, ons uit. “Deze trekdrang alsmede de route zijn grotendeels aangeboren en ingegeven doordat er in de winterperiode voor de ooievaars geen voedsel voorradig is.”
Omdat de ooievaars nu eenmaal vrij zware vogels zijn, met grote brede vleugels, is echt vliegen een energieverslindende bezigheid. “Daarom proberen ze lange afstanden zo veel mogelijk zwevend te overbruggen en zoeken ze de thermiek op”, vertelt Marc. “Wanneer de weersomstandigheden gunstig zijn, vliegen ooievaars zeven tot acht uur per dag en leggen ze zo maximaal vijfhonderd kilometer af. Hoe warmer het weer, hoe hoger het gemiddelde aantal kilometers per dag.”
Na een uurtje waren de ooievaars uitgerust en trokken ze verder naar – nog – warmere oorden. (lbm)
© Leo Brouwers
Overlijdens in Westerlo.
Er zijn recent geen nieuwe overlijdens toegevoegd.
Met de medewerking van