Allegro met maneschijn
'Ludwig van Beethoven: grote bos haar, Ode aan de Vreugde, Für Elise en tatata-taaaaa.
Dat is zo ongeveer het collectieve beeld dat de componist oproept. Lunalia, het lentefeest van het Festival van Vlaanderen Mechelen, wou Beethoven van 24 april tot en met 10 mei 2020 figuurlijk naar de maan schieten en hem daar laten bekomen van de mythe die van de man gemaakt wordt.
Lunalia zou zich in het Beethovenjaar 2020 focussen op het vocale werk van Ludwig van Beethoven, het minst gekende deel van zijn oeuvre: liederen, koorwerken, canons, bewerkingen van volksliederen en composities gelinkt aan het theater.
Als stemmenfestival zou Lunalia op zoek gaan naar de mens achter de mythe, de mens wiens wortels liggen in het Mechelse.
De Mechelse grootvader van de jonge Van Beethoven was de eerste beroepsmusicus van de familie. De muziek waardoor de naam Van Beethoven wereldberoemd werd, ontlook als het ware in de Dijlestad.
Daarbovenop kan Mechelen nog steeds pronken met een aantal unieke (concert)locaties die verbonden zijn met grootvader Beethoven: het Koraalhuis, de Sint-Romboutskathedraal en de Sint-Katelijnekerk.
De voorbereidingen voor dit festival zijn gestart in januari 2018. Er werd contact opgenomen met Beethovenstad Bonn en met de organisatie BTHVN2020 die in Duitsland het Beethovenjaar zou coördineren.
Stad Mechelen werd attent gemaakt op het internationale feestjaar, evenals de diverse sponsoren en subsidiënten. Er werd een traject opgezet met artistieke partners zoals Kunstencentrum nona en het Cultuurcentrum Mechelen.
Het technisch team moest een plan opmaken voor alle podia, licht- en geluidsinstallaties die nodig zouden zijn. Kunstenaars werden gecontacteerd en uitgedaagd. Tenor Reinoud Van Mechelen zou voor het eerst de befaamde liedcyclus An die ferne Geliebte zingen, Stokman & Vos zouden een concert-conférence voorbereiden, er zouden twee nieuwe versies gebracht worden van de toneelmuziek bij Egmont, leerlingen van het Conservatorium Mechelen zouden diverse canons instuderen en nog veel meer.
In totaal zouden 180 kunstenaars uit 10 landen deelnemen aan 38 concerten en 4 filmvoorstellingen.
Eenmaal dat alles op punt stond kon het werk rond de communicatie beginnen: brochures, affiches en trailers moesten ontworpen worden, de website werd klaargestoomd en er werden grappige teasers gemaakt alsook opnames in het Koraalhuis, het schooltje van grootvader Van Beethoven.
Er werd zelfs Lunaliabier gebrouwd en er werden niet minder dan 20.000 broodzakken bedrukt met het weetje dat de overgrootvader van Ludwig Van Beethoven bakker geweest is in Mechelen.
Twee jaar na de eerste schetsen volgde dan de persconferentie in het Mechelse conferentiecentrum Lamot, niet toevallig grenzend aan wat nu het Beethovenstraatje heet, de plek waar vroeger de voorouders van de wereldberoemde componist leefden.
Het festivalteam had er ook voor gezorgd dat een paar maanden later Toerisme Duitsland haar jaarlijkse persconferentie ook in Lamot zou organiseren. Die zou eveneens in het teken staan van het Beethovenjaar. Maar zover zou het nooit komen.
Op 10 maart 2020 organiseerde het team, als teaser voor het festival, Het Hoogste Beethovenconcert. Stokman & Vos brachten helemaal boven in de toren van de Sint-Romboutskathedraal een stukje van de concert-conférence die ze tijdens Lunalia in première zouden brengen.
Natuurlijk niet toevallig in de kathedraal waar grootvader Van Beethoven opgeleid werd als zanger. De drie voorstellingen waren snel volzet en zelfs het VRT-journaal was aanwezig. Een betere prelude voor het festival kon men zich niet wensen.
2. Een geïnfecteerd adagio
Het festival kon starten. Maar dat was buiten een virus gerekend dat de halve wereld tot stilstand bracht. Twee dagen na de muziek in hogere sferen kon en mocht er niets meer. Het doek viel. Woede, tranen, ongeloof, het mocht allemaal niet baten.
Het volledige festival moest noodgedwongen geannuleerd worden. Een dergelijke machine in volle vaart tot stilstand brengen, vraagt veel energie. Alle kunstenaars, partners en andere betrokkenen moeten op de hoogte gebracht worden, hotelkamers en reizen moeten afgezegd worden, het kostenplaatje moet opgemaakt worden, de ticketkopers moesten de optie krijgen hun geld terug te krijgen of het te schenken aan de gedupeerde kunstenaars.
Een festival afzeggen brengt hopen werk met zich mee, los van de tristesse die het veroorzaakt.
Het woord overmacht kreeg een erg concrete betekenis in deze dagen, maar naarmate de tijd vorderde leerden we dankzij hard werk van knappe bollen het virus meer en meer kennen.
Handen wassen, 1,5 m afstand houden, mondmaskers,... maatregelen die ondertussen iedereen kent. De eerste studies verschenen omtrent musiceren in tijden van corona en langzaam kwam er licht in de duisternis.
Festivalorganisatoren zijn nu eenmaal gewend aan het ageren in een vaak chaotische en onduidelijke context. Daarin brengen ze structuur, dat is één van de essenties van organiseren. Lunalia had beloofd om Beethoven in 2020 naar de maan te brengen en belofte maakt schuld.
Een paar weken nadat het nieuwe corona-virus ook België lamlegde, ontstond al de idee van The Beethoven Physical Distance Experience. Er was overal sprake van zogenaamde social distancing terwijl physical distancing een adequatere term is.
Voor een deel zijn mensen immers sociaal meer naar elkaar toegegroeid naarmate de fysieke afstand toenam als gevolg van wat een pandemie bleek te zijn. Het werd ook snel duidelijk dat de digitale media de live concertervaring niet kunnen vervangen.
De unieke beleving van een live performance heeft geen avatar, geen substituut in de wereld van 0 en 1. Zoals dichteres Maud Vanhauwaert het zo treffend verwoord heeft in een radio-interview: „Er gaat niets boven de ademende werkelijkheid." Ludwig van Beethoven zou het daar naar alle waarschijnlijkheid mee eens geweest zijn.
Vandaar dat Lunalia op zoek ging naar een manier om de waarachtige ervaring (experience) te koppelen aan de wereld waarin afstand een andere connotatie gekregen heeft.
Wie had kunnen denken dat het letterlijk maanden zou duren alvorens het project in de praktijk kon omgezet worden?
De lockdown werd gebruikt om opnieuw te plannen met kunstenaars, partners en technici. Alsook om een Covid-dossier voor te bereiden voor de stad en om de verantwoordelijken van de concertlocaties, in casu de Sint-Pieter en Paulkerk en de Sint-Romboutskathedraal, ervan te overtuigen dat alles corona-proof zou georganiseerd worden en dat we alle regels zouden volgen die de Nationale Veiligheidsraad zou opleggen.
Ook voor het team en de musici werd een concertprotocol opgesteld naast de gedetailleerde draaiboeken. Belangrijk is echter dat de inhoud ook klopte. Bijzondere tijden vragen om bijzondere projecten en de meeste festivalmakers zijn zoals gezegd gewend om snel in te spelen op een veranderende samenleving.Aldus, Beethoven op afstand.
De ervaring zou beginnen met originele muziek van Ludwig van Beethoven gespeeld door een van de muziekrobots van de Gentse Stichting Logos.
Een muziekrobot? Origineel Beethoven? Jawel, Beethoven kreeg, net als de meeste van zijn gerenommeerde collega's in de 18de eeuw, de vraag om muziek te componeren voor muziekautomaten. In dit geval voor Flötenuhr of orgeluurwerk.
Twee van deze composities zouden vertolkt worden door , een geautomatiseerd orgelpositief, vervaardigd door Godfried-Willem Raes. Tussen de twee composities voor Flötenuhr klinken de drie Equali voor vier trombones.
Deze werden voor het eerst opgevoerd op 2 november 1812 in de kathedraal van Linz. Ze waren bedoeld als torenmuziek voor Allerzielen. Twee delen eruit werden ook gespeeld op de begrafenis van Beethoven op 29 maart 1827.
Equali is een benaming voor stukken voor gelijke stemmen of instrumenten. Vaak hebben ze een rouwkarakter. Aangezien deze equali oorspronkelijk als torenmuziek bedoeld waren, past het dat ze van op het doksaal van de Sint-Romboutskathedraal gespeeld worden.
Een muzikale robot en musici bovenop het doksaal. Meer covidproof kan een concert niet georganiseerd worden. Met daarbovenop mondmaskers voor het publiek, niet meer dan 100 personen in een kathedraal die zonder probleem 1000 bezoekers kan verwerken, een aparte in- en uitgang met desinfectiemiddel voor de bezoekers, een extra betaalterminal voor contactloos betalen.
Kortom: alle hygiënemaatregelen die nodig zijn om voor een zo veilig mogelijke context te zorgen. Dit betrof The Beethoven Physical Distance Experience, maar ook de drie andere concerten die georganiseerd werden onder de noemer Beethoven Bubbels.
Ondertussen was iedereen er al aan gewend om in bubbels te denken, in kleine sociale groepen. De muziek van Beethoven zou deze bubbels vullen met extra schoonheid en zuurstof. Daar stak een onvoorziene wending echter een stok in de wielen.
3. Scherzo politico
Op 31 juli, een zonnige vrijdag in Mechelen, had het driedaags mini-festival Beethoven Bubbels moeten beginnen. Het zouden vijf volledig covid-proof-concerten geweest zijn die weer wat muzikale vreugde in de stad zouden gebracht hebben.
Zouden, want op zondag 26 juli circuleerde een persbericht waarin stond dat de stad Mechelen alle evenementen verbiedt tot eind augustus 2020. Dit verbod was tot stand gekomen zonder enig overleg.
De gehele kunst- en cultuursector had zich de voorbije maanden nochtans uitgeput in het uitwerken van waterdichte preventieplannen, met sterk gereduceerde zaalcapaciteit, registratie van publiek, social distancing en mondmaskers.
Alle maatregelen waren ook opgenomen in een hoogst professioneel samengestelde sectorgids. Deze was opgesteld door een uitgebreide werkgroep, steunend op de sector en tal van preventiespecialisten.
Virologen werden betrokken om elk twijfelgeval uit te klaren en het geheel werd afgeklopt met de GEES die zelfs complimenten over had voor het geleverde werk. Al dit werk en al deze maatregelen dienden om ervoor te zorgen dat de cultuursector toch ten dele kon blijven functioneren, ook in tijden van heropflakkering van het virus.
Het is immers duidelijk dat we voorlopig moeten leren leven met het virus. Eind juli was er effectief een opflakkering in stad Antwerpen, maar doordat de overheid de eindbeslissing naar de gouverneur en de lokale besturen doorgeschoven heeft, resulteerde dit in een paniekreactie buiten proportie.
Tenminste wat de culturele sector betreft. Want de horeca en de middenstand moesten wel koste wat kost gevrijwaard blijven. Er was met deze sectoren constant overleg om toch ten dele de zaken aan het rollen te houden. Zo ontstond een situatie waarin met twee maten en twee gewichten gerekend werd.
De gouverneur van de provincie Antwerpen had nochtans benadrukt dat er selectief te werk gegaan zou worden zodat activiteiten die geen risico inhouden kunnen blijven doorgaan.
In tal van steden en gemeenten werd de ongelukkig geformuleerde verordening aangegrepen om, zonder aanwijsbare meerwaarde voor de volksgezondheid en zoals gezegd zonder overleg, het professionalisme en de investering van tijd, middelen en energie van kunstenaars en cultuurorganisaties van tafel te vegen.
Een café of restaurant bezoeken houdt nochtans meer risico's in dan het bezoeken van corona-proof georganiseerde kleinschalige culturele projecten. Het betreft overigens een klein, zittend, zwijgend, gemaskerd publiek, dat als geen ander gewend is om zich aan tal van geschreven en ongeschreven regels te houden.
Dit gedisciplineerde publiek dat ondertussen al maanden hongert naar live muziek kreeg een tweede koude douche en zal vanaf nu misschien aarzelen om voor een derde keer tickets te boeken.
Niet omdat ze bang zijn -ze weten dat het goed georganiseerd zal zijn- maar wel vanwege de vervelende administratieve rompslomp die elke afzegging met zich meebrengt.
In steden als bijvoorbeeld Gent (Bijloke Wonderland) en Leuven (De Zomer van 2020) werden wel verder kleinschalige projecten gerealiseerd. Professioneel, ontroerend, zinderend, bewegend, corona-proof, zoals de culturele sector het nu eenmaal kan.
Ook in het buitenland wordt volop in de praktijk getoond hoe verantwoordelijk en professioneel deze sector zich gedraagt. In deze moeilijke tijden tonen we daarbij onze menselijkheid, onze creatieve kracht, onze drang naar verbinding en schoonheid tijdens onze korte zoektocht op aarde.
En ja, los daarvan is de creatieve sector één van de belangrijkste voor de economie, tot spijt van wie het benijdt, maar laten we niet vergeten dat kunst al gemaakt werd voordat het woord economie bestond. Het is een inherent deel van ons mens-zijn.
De „Antwerpse schok" heeft ervoor gezorgd dat er in sneltempo een crisiscel cultuur ontstond. Onder andere deze cel heeft met heldere argumenten en met verontwaardiging druk uitgeoefend via gesprekken met beleidsmakers, via de pers en sociale media.
Diverse steden en gemeenten zijn daardoor weer afgestapt van de meest rigide maatregelen. Op 14 augustus wordt ook in Mechelen beslist dat opnieuw kleinschalige evenementen kunnen worden georganiseerd. Twintig dagen na de melding dat alle projecten tot en met eind augustus verboden worden. Er is op cynische wijze sprake van heropstart.
Het Overleg Kunstenorganisaties, tevens verantwoordelijk voor de sectorgids, blijft ondertussen ijveren voor manieren waarop de cultuursector kan coëxisteren met het virus. Beheerst, professioneel, in continu overleg met specialisten en met onderbouwde argumenten. Zoals het hoort.
4. Een beheerste finale?
Voordat het festivalteam zich kan concentreren op een eventueel vervolg van de Beethovensaga in Mechelen staat ook nog het herfstfestival Musica Divina in negen Kempense steden en gemeenten gepland. In juni werd bij de festivalbrochure een brief gevoegd met volgende teneur:
Musica Divina zal deugd doen. Van 18 september tot en met 4 oktober zullen we er voor u zijn. Met hemelse live muziek en met een aangepaste context waarin uw gezondheid prioriteit is.
Zuurstof voor de ziel. Dat is het motto van Musica Divina 2020. Uitgangspunt is het burgemeesterconvenant Kempen 2020. Daarbij wordt gestreefd naar een verlaging van 20% van de CO2-uitstoot in de Kempen. Musica Divina koppelt zich integraal aan dit positieve signaal. Muziek zorgt immers voor zuurstof voor de ziel.
Wie had kunnen vermoeden dat de maatschappelijke relevantie van het festivalmotto nog groter zou worden? De hele wereld lijdt ondertussen onder de coronacrisis. Ook hier gaat het in essentie om zuurstof. In de festivalbrochure citeren we een verpleger die getuigt over het werk op de corona-afdeling van zijn ziekenhuis:
„Liefde is nabijheid en niemand is gemaakt om alleen te sterven. Dan bekruipt ons opnieuw de ademnood. We bellen, luisteren, overleggen, staan klaar om zelf in de auto te springen. Alles om mensen samen te brengen, alles voor nabijheid, alles voor zuurstof. Onze zielen hebben het nodig."
Een paar weken voordat de festivalbrochure naar de post gebracht zou worden, zorgden de laatste woorden van George Floyd wereldwijd voor een schreeuw van verontwaardiging.
Vlak voor hij op mensonterende manier stierf in Minneapolis zei hij: „Please, I can't breathe". De zuurstof werd hem letterlijk ontnomen. Een ziel werd vertrapt. Het merendeel van de wereldbevolking begreep dat daarmee ook hun keel dichtgeknepen werd, dat hun ziel verwond werd.
We hebben zuurstof nodig in onze intermenselijke relaties, zuurstof voor een gezond lichaam en een gezonde geest, zuurstof voor de aarde waarvan we deel uitmaken en die in grote ademnood is.
Musica Divina gaat in essentie over heling en verstilling. Het wonderbaarlijke religieuze erfgoed en het landschap van de Kempen nopen tot bezinning. Live hemelse muziek op deze bijzondere plekken kan helpen om klaarheid te scheppen, om wonden te zalven. Hopelijk kan de essentie van het festivalverhaal verteld worden. Samen met het publiek, want we maken samen muziek, we trillen allemaal samen mee op de klank van schoonheid.
Ook tijdens dit festival worden vanzelfsprekend al de preventiemaatregelen genomen, die op dat ogenblik noodzakelijk zijn. Hieromtrent wordt tijdig en duidelijk gecommuniceerd.
De gezondheid van team, musici en publiek staat voorop. In Lier staat overigens ook werk van Ludwig Van Beethoven op het programma. Duitsland heeft ondertussen beslist om het Beethovenjaar gewoon te verlengen.
Dat is voor Lunalia geen optie aangezien in 2021 de waarlijk grootste muzikale zoon van Mechelen centraal staat: Philippus De Monte, jaargang 1521. Het festivalteam begint dus weer met een wit blad papier te plannen.
Beethoven Bubbels 2.0 betekent opnieuw locaties boeken, musici contacteren, covid-dossiers opstellen, draaiboeken vervaardigen, flyer opmaken, website en trailer bijwerken, partners weer enthousiast krijgen, publiek degelijk en op tijd informeren, hopen dat de pers de moeite doet om ook te berichten over positieve verhalen, etc.
Als dat alles lukt zal de Mechelse grootvader Van Beethoven zich toch nog kunnen verheugen op bezoek van zijn kleinzoon uit Bonn. Dan hoort hij effectief de première van de concert-conférence Ta ta ta taaa en van een Beethovenproject van Zefiro Torna, hoort hij Aka Moon aan de slag gaan met het Opus 111 en Jos Van Immerseel de Mondscheinsonate spelen.
En ja, wie weet klinkt dan ook The Beethoven Physical Distance Experience. Beethoven op afstand kan de muziek misschien zelfs dichterbij brengen. Mogen alle verhalen dan meeklinken, want dit is natuurlijk maar een enkele saga.
Er zijn honderden organisaties, er zijn duizenden kunstenaars, technici en diverse firma's die ook dergelijke toestanden beleven. Vaak staat het water hun aan de lippen. Voor hen is het cruciaal dat er verder een concreet perspectief geboden wordt.
Eén van de artistieke perspectieven komt alvast van op het doksaal van de Sint-Romboutskathedraal. Tijdens de Beethoven Physical Distance Experience zal aldaar ook een meditatie klinken uitgaande van de canon Wir irren allesamt, nur jeder irret anders (We vergissen ons allemaal, maar iedereen vergist zich anders).
Stemkunstenares Maja Jantar zal aan de slag gaan met deze melodie van 13 noten op het citaat uit een gedicht van Albrecht von Haller. Dit raadselachtige miniatuurtje is het laatste voltooide werk van Ludwig van Beethoven.
Hij componeerde het op 5 december 1826 in Wenen. Het maakt deel uit van een brief aan Carl Holz. Die zou hem bezoeken aan zijn sterfbed en zou hem zowaar nog een andere arts bezorgen, maar het mocht niet meer baten. Dit keer kon Beethoven de ziekte niet overwinnen. Anders was het in 1825.
Dan moest hij het componeren aan zijn Vijftiende Strijkkwartet meerdere weken staken doordat hij erg ziek was. Na deze helse periode schreef hij zijn arts ook een kleine canon: Doktor sperrt das Thor den Todt, Note hilft auch aus der Not. Daar toont zich de repelsteeltjeshumor van Beethoven.
Ernstiger werd hij in het derde deel van het strijkkwartet waar hij de hogere machten dankt voor zijn genezing. Hij schrijft zelfs letterlijk "nieuwe kracht voelend" in de partituur. Een nieuwe kracht die de Beethoven Bubbels hopelijk ook met zich zullen meebrengen. Mag het een Dankgesang aan de muziek, aan het leven zijn.'