Als de Democratische Conventie een sprookje was, dan was Donald Trump de grote, boze wolf. Barack en Michelle Obama, Bill en Hillary Clinton, Bernie Sanders, Kamala Harris, Nancy Pelosi… Stuk voor stuk haalden ze in hun speeches snoeihard uit naar de president. Opvallend: de harde taal was deze keer niet zozeer gericht op zijn beleid, maar op zijn persoon. “Ik herken een roofdier als ik er één zie.”
Met de medewerking van