Begin deze week kregen de kinderen nog afstandsonderwijs en moesten zij thuis hun oefeningen maken maar donderdag konden zij opnieuw gewoon in hun vertrouwde klasje zitten met hun vriendjes en vriendinnetjes. Toch ontbrak er een heel belangrijke persoon in de klas: de juffen en meesters zaten gewoon thuis. Zij gaven vanuit hun woonkamer les. Via een projectie op het smartboard konden de leerlingen hun juf wel zien en horen en ook de juf kon haar leerlingen in de gaten houden. Het gaat om een test van het Stedelijk Onderwijs om na te gaan of deze manier van omgekeerd afstandsonderwijs een toekomst heeft in tijden waar het coronavirus blijft heersen. Een medewerker van het Stedelijk Onderwijs of de stad Antwerpen hield een oogje in het zeil in de klas.
Voor de moraal van de kinderen is dit een geweldige manier van werken. Ze krijgen les in hun vertrouwde omgeving van hun vertrouwde leerkracht en ze hoeven hun vriendjes niet te missen
Schepen Jinnih Beels
Voor juf Kim van het eerste leerjaar was het heel spannend want ook voor haar is deze manier van lesgeven nieuw. “Vooraf weet je niet goed wat je kan verwachten maar eigenlijk viel dat heel goed mee. Je zag dat de kinderen eigenlijk heel snel vergeten dat ik daar fysiek niet ben en dat zij naar een scherm kijken. Omdat ik hen ook kan zien, is het gemakkelijk om voor interactie te zorgen en je zag dat de kinderen heel flink meededen.” Toch ziet juf Kim ook enkele nadelen aan het systeem. Zo denkt ze dat kinderen van het eerste leerjaar nog wat te jong zijn voor dit systeem. “Deze kinderen hebben nog heel veel begeleiding nodig. Ze komen net van de kleuterschool. Ik denk dat dit systeem goed kan werken vanaf een derde leerjaar omdat die kinderen toch al zelfstandiger zijn.”
Ook schepen voor Onderwijs Jinnih Beels kwam een kijkje nemen. Zij hoopt vooral dat ook de minister van Onderwijs Ben Weyts dit opvangt want hoewel dit nog maar om een proefproject gaat, gelooft de schepen wel in deze manier van omgekeerd afstandsonderwijs voor de toekomst. “Voor de moraal van de kinderen is dit een geweldige manier van werken. Ze krijgen les in hun vertrouwde omgeving van hun vertrouwde leerkracht en ze hoeven hun vriendjes niet te missen”, zegt Beels.
Toch zal er hulp van bovenaf nodig zijn want alleen kan de stad dit project niet dragen. “Als stad en onderwijskoepel kan je zo een project niet alleen trekken voor alle scholen. Dit is nu voor 400 leerlingen en de voorbereidingen duurden al twee dagen. Niet alleen technisch maar ook op vlak van personeel. Dit realiseren voor alle scholen is onmogelijk zonder hulp”, aldus de schepen.