Vijf jaar, zes partners en meer dan 2.000.000 euro voor een ecologisch beheer van de eikenprocessierups
Gisteren trapten de partners in het Europese project LIFE eikenprocessierups de officiële lancering af tijdens een online startevent. De komende vijf jaar gaan ze samen op zoek naar de meest ecologische manieren om de eikenprocessierups te bestrijden.
Het Vlaams-Nederlandse project onder leiding van provincie Antwerpen, zal daarbij de natuurlijke vijanden van de rupsen inschakelen. Er zal op grote schaal getest worden met mezen, kevers, sluipwespen en -vliegen. Een vooruitstrevend project dat onze biodiversiteit en gezondheid wil beschermen.
De partners - provincies Antwerpen (BE), Limburg (BE), Gelderland (NL), Noord-Brabant (NL), gemeente Sittard-Geleen (NL) en Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO (BE) - stelden gisteren met trots het project voor aan de meer dan 250 deelnemers aan het online startevent.
Ann Milbau, projectcoördinator bij provincie Antwerpen, licht toe wat het project zo bijzonder maakt: "Eikenprocessierupsen zijn een echte plaag in België en Nederland. De brandharen zorgen voor jeuk en last aan ogen en luchtwegen bij wie in de buurt komt.
Er is ook heel wat indirecte overlast, vaak met negatieve gevolgen voor recreatie, toerisme en andere economische activiteiten. De bestrijding is erg arbeidsintensief en kost de gemeenten handenvol geld.
Het gebruik van insecticiden is bovendien slecht voor de volksgezondheid en de biodiversiteit. Een duurzame, ecologische en betaalbare oplossing dringt zich op. En daarin spelen de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups een cruciale rol."
De Haes, gedeputeerde voor Milieu en Natuur bij provincie Antwerpen legt uit dat het niet de bedoeling is om de eikenprocessierups uit te roeien. "Als provincie streven we naar de meest ecologische vorm van beheer, waarbij de (gezondheids)impact tot een minimum beperkt wordt en de biodiversiteit behouden blijft.
De eikenprocessierups is een inheemse soort, het is dus niet te verwachten dat de soort hier verdwijnt. We willen de rupsen vooral beheren op plaatsen waar ze overlast veroorzaken voor burgers.
We zijn dan ook opgetogen om dit bijzondere project te coördineren en zo te kunnen bijdragen aan het behoud van de biodiversiteit, de volksgezondheid en de ondersteuning van lokale besturen."
Mezen, kevers, sluipwespen en –vliegen houden de rupsen onder controle
Tijdens de duur van het project worden drie ecologische beheermethoden op grote schaal getest, geëvalueerd en gedemonstreerd, zowel in Vlaanderen als Nederland. Dat zal gebeuren aan de hand van demonstratiemomenten en workshops, opleidingen en infomomenten in elk van de betrokken provincies.
Het gaat over deze drie technieken:
We trekken mezen aan door nestkasten te hangen.
Mezen zijn verzot op de jonge eikenprocessierupsen en voeden die in grote aantallen aan hun jongen. In provincies Antwerpen, Limburg, Gelderland en Noord-Brabant worden in een experimentele proefopzet 360 nestkasten opgehangen.
We trekken parasitaire sluipwespen en –vliegen aan door een aangepast bermbeheer toe te passen.
Deze soorten leggen hun eitjes in de eikenprocessierupsen, waarna de larven de rupsen van binnenuit opeten. Om te onderzoeken welk type wegberm het meest aantrekkelijk is voor sluipwespen en –vliegen, vergelijken we in het project verschillende vormen van bermbeheer, op proeflocaties in Vlaanderen en Nederland.
Concreet wordt voor elk type bermbeheer bepaald hoeveel en welke soorten sluipwespen en -vliegen zich in de nesten van de eikenprocessierupsen bevinden en wat het effect daarvan is op het aantal eikenprocessierupsen.
We kweken de grote poppenrover en zetten deze opnieuw uit.
De grote poppenrover is een Europese loopkever, de soort is zeer sterk bedreigd in België en uitgestorven in Nederland. Een keverpaar consumeert zo’n 200 rupsen per seizoen.
Een larve eet tot 40 rupsen en 13 poppen per seizoen. Binnen het project willen we de kever op kleine schaal introduceren in België en bij succes eventueel uitbreiden naar Nederland. In provincies Antwerpen en Limburg worden samen vier kweekcentra opgestart voor de grote poppenrover.
De kevers worden gezenderd en uitgezet in hun geschikte biotoop. Nadien worden het aantal en de grootte van de nesten van de eikenprocessierups vergeleken met soortgelijke plaatsen waar geen kevers werden uitgezet.
Het INBO duidt de geschikte leefgebieden van de kever aan, UHasselt begeleidt de zendering van de kevers.
Alle informatie over het project lees je op de nieuwe website:
Volg ook de Facebookpagina van het project op
Het LIFE-project ‘Ecologisch beheer van de eikenprocessierups zonder het gebruik van biociden’ is een samenwerking tussen provincies Antwerpen (BE), Limburg (BE), Gelderland (NL), Noord-Brabant (NL), gemeente Sittard-Geleen (NL) en Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO (BE). Het project ontvangt financiële steun van het LIFE-programma van de Europese Unie (LIFE19 ENV/BE/000102).