Sciensano publiceert de resultaten van de 5e COVID-19-gezondheidsenquête, die plaatsvond tussen 3 en 11 december 2020.
Bijna 30.000 deelnemers deelden hun meningen en gevoelens om wetenschappers en beleidsmakers te helpen om de gevolgen van deze pandemie in kaart te kunnen brengen.
De enquête monitort de geestelijke en sociale gezondheid, de financiële toegankelijkheid van gezondheidszorgen, het naleven van de maatregelen en het vertrouwen in de autoriteiten. Daarnaast focust de 5de COVID-19-Gezondheidsenquête zich deze keer op vaccinatie.
Een vaccin om terug te gaan naar het normale leven
De vaccinatie tegen COVID-19 zal binnenkort van start gaan, zowel in België als in andere Europese landen. De 5e COVID-19-gezondheidsenquête onderzocht daarom dit onderwerp en onthulde de mening van de bevolking van 18 jaar en ouder over het vaccin en de vaccinatiestrategie:
60% van de bevolking zegt gevaccineerd te willen worden wanneer het vaccin beschikbaar is.
Dat is een stijging van 10% ten opzichte van de vorige enquête. 15% van de bevolking geeft aan niet gevaccineerd te willen worden, 1 op 4 aarzelt nog.
Het aantal jongeren tussen 18 en 24 jaar dat zich wil laten vaccineren is sterk gestegen na de vorige enquête, van 47% in september naar 62% in december. De belangrijkste motivatie om zich te laten vaccineren is, volgens het onderzoek, het verlangen om terug te keren naar het normale leven.
De belangrijkste redenen voor angst van mensen die zich niet willen laten vaccineren en zij die twijfelen, hebben te maken met de mogelijke bijwerkingen en het gebrek aan kennis over de effecten op lange termijn.
"90% van de bevolking is het erover eens dat de gezondheidswerkers als eerste aan bod moeten komen voor een vaccin, gevolgd door hoog risicopersonen door ziekte of ouderdom", zegt Stefaan Demarest, onderzoeker bij Sciensano.
Samen met de toename van het aantal Belgen dat zich wil laten vaccineren, neemt het vertrouwen van de bevolking in de federale en regionale autoriteiten terug toe. Het vertrouwen in de gezondheidszorg en wetenschappelijke instellingen is sinds het uitbreken van de pandemie groot gebleven.
Het gaat slechter met onze sociale en geestelijke gezondheid We kunnen zien dat de sociale gezondheidsindicatoren evolueren met de verschillende maatregelen die sinds maart 2020 zijn genomen om het coronavirus te bestrijden.
64% van de mensen van 18 jaar en ouder is ontevreden over hun sociale contacten. Dat aantal is sinds september bijna verdubbeld (35%). 40% van de mensen voelt weinig sociale steun. Dat is een stijging van 30% tegenover september.
Ook angst- en depressieve stoornissen zijn toegenomen en staan nu op respectievelijk 23% en 20%. Deze stoornissen worden vaker waargenomen dan in de onderzoeken in juni in september.
Door het monitoren van de geestelijke gezondheid van de bevolking sinds maart weten we dat angststoornissen fluctueren volgens de evolutie van het aantal COVID-19-besmettingen.
Depressieve stoornissen lijken dan weer de al dan niet beperkende maatregelen te volgen. "Deze resultaten zijn verontrustend voor de jongeren. Bijna de helft is niet tevreden met hun leven", voegt Stefaan Demarest toe.
Veranderingen in consumptiegewoonten
De 5e COVID-19-gezondheidsenquête onderzocht ook de consumptiegewoonten van de bevolking. De helft van de gebruikers van alcoholische dranken zegt dat ze hun consumptiegedrag niet hebben veranderd ten opzichte van de periode voor de crisis.
29% geeft aan minder te consumeren en 20% zegt meer te consumeren dan voor de crisis. Maar de veranderingen zijn vooral te merken bij de consumptie van andere middelen:
Van de rokers zegt 39% meer te roken dan voor de crisis, terwijl 20% zegt minder te roken
Het aandeel druggebruikers dat meer drugs gebruikt, neemt toe (van 23,5% in april tot 34,5% in december)
21% van de ondervraagde personen slikt slaap- of kalmeermiddelen, waarvan 42% ermee is begonnen of hun consumptie heeft verhoogd sinds de coronacrisiscrisis.
Jongeren (18 tot 24 jaar) vormen de meest kwetsbare bevolking voor deze psychosociale crisis. Hun gebruik van alcohol, tabak en verdovende middelen is over het algemeen afgenomen, terwijl het gebruik van slaap- of kalmeermiddelen toeneemt, evenals het gebruik van sociale netwerken, internet en goksites.
Over financiële zekerheid op het gebied van voedsel en gezondheidszorg, kunnen we uit deze Gezondheidsenquête het volgende concluderen:
11% van de bevolking vreesde dat ze de afgelopen 3 maanden zonder voedsel zouden komen te zitten en 6% zat in deze periode effectief zonder voedsel 1 op de 3 mensen in België zegt tijdens deze crisis moeite te hebben met het betalen van hun gezondheidszorg.'