'Jongeren zetten zich in voor industrieel en technisch erfgoed. Dat is een prijs waard. Jongeren zijn de toekomst van ons erfgoed. Zij kunnen het verleden verbinden met het heden en de toekomst. Niet alleen het 'traditionele' erfgoed, van kloosters en kastelen en herenhuizen. Niet alleen de realisaties van grote architecten.
Ook de plekken waar 'gewone' mensen vroeger werkten en woonden, leefden, zich verplaatsten. Dàt is het industrieel erfgoed.
In de meeste Europese landen zijn jongeren nauw betrokken bij behoud en ontsluiting van industrieel erfgoed, vaak als uitvloeisel van STEM-projecten in scholen en jeugdorganisaties, of projecten die peilen naar de geschiedenis en achtergronden van hun gemeente of regio.
Ze fotograferen wat in hun gemeente van dat verleden overblijft. Ze interviewen en leggen de herinneringen vast van grootvader die in een textielfabriek of mijn werkte.
Ze maken een filmpje of bouwen een website over de typische nijverheid van hun streek. Ze lanceren ideeën voor herbestemming van een leegstaand bedrijfspand. Leggen in hun clublokaal of school een verzameling aan van producten of werktuigen.
Soms steken ze een handje toe bij het herstellen van een oude machine, een watermolen. Ze engageren zich in een vereniging die industrieel of technisch erfgoed bewaart, een technisch, industrieel of ambachtelijk museum ...
In Vlaanderen blijkt het voor industrieel en technisch erfgoed geïnteresseerd publiek eerder oud (+ 50) dan jong te zijn. De betrokkenheid van jongeren (-25) is (nog) laag. Maar is dit zo ? Zijn jongeren niet te zeer 'achter schermen' actief ? We weten niet wat er allemaal gebeurt en nog kàn gebeuren in Vlaanderen.
Uit berichten die we soms ontvangen blijkt dat op verschillende plaatsen, in scholen en bij jongerenorganisaties, wel projecten zouden lopen.
We zijn er van overtuigd dat jonge mensen zich ook op vele plekken voor industrieel en technisch erfgoed inzetten.
Initiatieven gedragen door jongeren zijn echter (te) weinig bekend, krijgen (te) weinig de aandacht die ze verdienen. Er zijn ook (te) weinig stimulansen om dit soort activiteiten van jongeren aan te moedigen
De Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie vzw (VVIA) is het platform voor vrijwilligers en vrijwilligersverenigingen die zich in Vlaanderen en Brussel inzetten voor studie, behoud en ontsluiting van industrieel en technisch erfgoed.
De organisatie werd in 1978 opgericht en is de oudste landelijk werkende organisatie voor industrieel erfgoed op het Europese continent.
De Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie vzw wil dit en volgende jaren in Vlaanderen het engagement van jongeren aanmoedigen, en bekendheid geven aan wat er reeds gebeurt.
In 2021 zal VVIA voor het eerst een prijs uitreiken voor projecten die betrekking hebben op industrieel en technisch erfgoed en geschiedenis en die door jongeren gerealiseerd zijn, individueel of in groepsverband (schoolverband, jeugdorganisatie, jeugdclub,...)
Er zijn twee categorieën voor jongeren van 15 tot 18 jaar, tot en met het laatste jaar van het middelbaar onderwijs en voor jongeren ouder dan 18 jaar en tot 25 jaar.
Het jongerenproject dient uitgevoerd en gerealiseerd voor einde april 2021. De inzendingen en dossiers dienen VVIA uiterlijk op 30 april 2021 te bereiken. Er wordt per categorie een prijs van 500 euro toegekend.
Aanvullend zal het publiek kunnen stemmen voor een publieksprijs die eveneens 500 euro bedraagt.
Een shortlist wordt begin juni 2021 bekend gemaakt en het publiek kan stemmen tot en met Open Monumentendag 12 september 2021. De prijzen worden in de loop van oktober 2021 uitgereikt.
Het is uiteraard geen evidentie om met dit project in Corona-tijden uit te pakken.'