Bingel, het digitaal leerplatform voor het basisonderwijs van leermiddelenmaker VAN IN, bestaat 10 jaar. Er zijn sinds het begin tot nu in Vlaanderen 2 miljard oefeningen gemaakt. 53% van de leerkrachten geeft aan dat Bingel 'onmisbaar' is.
In VAN IN's jaarlijkse enquête bij leerkrachten, wordt ook duidelijk hoeveel en waar er precies leerachterstand werd opgelopen door onze lagere schoolkinderen. 84% van de leerkrachten ziet leerachterstand voor wiskunde; 81% voor taal.
De differentiatiemodules (voor remediëring) in Bingel worden dan ook het meest gebruikt voor wiskunde, gevolgd door spelling en taal. 75% van de leerlingen oefent minstens wekelijks op Bingel in de klas, dat is 10% meer dan een jaar geleden. 96% van de leerlingen oefent ook graag op Bingel.
Bingel werd op de markt gebracht in januari 2011, en trapte daarmee de digitalisering van het onderwijs op gang. Meer informatie over Bingel 10 jaar vind je in een ander persbericht.
84% van alle leerkrachten lager onderwijs merkt een leerachterstand op voor wiskunde
De enquête vroeg de leerkrachten naar de leerachterstand die ze opmerkten bij hun leerlingen. 86% van alle leerkrachten merkte een leerachterstand op, waarvan 12% bij alle leerlingen.
De leerkrachten gaven ook aan voor welke vakken ze een leerachterstand opmerkten. Voor lezen merkte de grootste groep leerkrachten een grote achterstand op (47%). Voor wiskunde merkten de meeste leerkrachten een achterstand op (84%).
De cijfers per vak, voor alle leerkrachten samen (enkel beoordeeld door zij die het vak geven):
84% merkt een leerachterstand op voor wiskunde: 44% een grote leerachterstand, 39% een kleine leerachterstand; 81% merkt een leerachterstand op voor taal: 38 een grote, en 43% een kleine; 80% merkt een leerachterstand op voor lezen: 47% een grote, 33% een kleine; 77% merkt een leerachterstand op voor schrijven; 77% merkt een leerachterstand op voor spelling; 64% ziet een leerachterstand voor Frans; 55% constateert een leerachterstand voor WO. 69% van de leerkrachten gebruikt de differentiatiemodule in Bingel, tegenover 57% een jaar geleden.
De differentiatiemodule laat de leerkracht toe makkelijk oefeningen klaar te zetten voor elke leerling op maat. Differentiatie wordt met name ook actief ingezet om leerachterstand bij te werken, of anderzijds om leerlingen die vooruit zijn meer uitdaging te geven.
De leerkrachten gebruiken de differentiatiemodules veruit het meest om taken (oefeningen) klaar te zetten voor wiskunde. Van alle leerkrachten die de modules gebruiken, gebruikt 71% ze voor wiskunde, 39% voor spelling, en 33% voor taal.
Het gebruik van digitale leerplatformen op school
Wat met name leerkrachten en trouwens ook ouders het leven makkelijker maakt, is dat leerlingen heel graag oefenen met Bingel. 96% van de leerkrachten geeft aan dat de leerlingen eerder graag tot heel graag oefent met Bingel.
Dat is 1% beter dan de 95% in 2019 en 6% beter dan de 90% in 2018. Interessant detail: de lagere schoolkinderen hebben enorm veel geoefend op Bingel tijdens de lockdown, maar dat heeft hen duidelijk alleen maar extra enthousiast gemaakt voor het platform.
Er worden gemiddeld elke schooldag in Vlaanderen meer dan 1 miljoen oefeningen gemaakt op Bingel. In totaal zijn er sinds het begin tot nu al 2 miljard oefeningen gemaakt.