Een stadsmunt om lokaal kopen te stimuleren en het winkelbeleid op af te stemmen, een data-dashboard om koopstromen in beeld te brengen, het gebruiken van data om winkels en bedrijven de beste locatie aan te geven, ...
Het zijn maar enkele van de 8 projecten die steun krijgen van Vlaams minister van Economie en Innovatie Hilde Crevits. Minister Crevits wil steden en gemeenten zo de mogelijkheid bieden om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken met hulp van technologie en digitalisering.
De mobiliteit in een gemeente, maar ook de combinatie van winkelen, werken en vrije tijd in een stad of gemeente is nodig om die stad of gemeente leefbaar te houden.
"Met het gebruik van data willen we steden en gemeenten meer hefbomen geven om de lokale handel nog beter te organiseren. Zo kunnen koopstromen in kaart gebracht worden en kan de mobiliteit beter gestuurd worden." - Hilde Crevits
Digitalisering en het slim gebruik van data zijn belangrijk voor de lokale economie. De coronacrisis, die de lokale economie zwaar treft, versterkt deze vaststelling.
Veel ondernemers zijn genoodzaakt om op zoek te gaan naar digitale alternatieven en relevante informatie om zich beter te kunnen positioneren. Steden en gemeenten kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.
Om hen in deze uitdaging te ondersteunen werd in mei 2020 een oproep gelanceerd die zich richt naar lokale en provinciale besturen. De oproep past in het 'Smart City' programma van EFRO (het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) dat steden en gemeenten moet stimuleren om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken met technologie en digitale innovatie.
Daarbij is ook de samenwerking met andere overheden, kennisinstellingen, bedrijven en de burger essentieel.
Van Roeselare tot Antwerpen: gebruik van data om winkelgebied te laten floreren
In het kader van deze oproep werden 8 projecten goedgekeurd, goed voor een totaal Europees steunbedrag van 1,9 miljoen euro. Vlaams minister van Economie en Innovatie Hilde Crevits zorgt voor 1,84 miljoen euro cofinanciering.
Eén van de 8 goedgekeurde projecten is bijvoorbeeld 'Datagestuurde-winkelgebieden'. De steden Mechelen, Leuven, Roeselare, Antwerpen en de Thomas More hogeschool slaan de handen in elkaar en gaan op zoek naar een gebruiksvriendelijke manier om data te monitoren en aan te bieden aan handel en horeca zodat ze deze kunnen toepassen in hun businessplannen.
Deze data kunnen de steden ook zelf gebruiken om hun beleid rond handel en horeca te sturen. Hierbij wordt vertrokken vanuit de behoeften van de handelaars en wordt samen met hen bekeken over welke data zij beschikken en hoe deze aangevuld kunnen worden met bijkomende data.
Het sluitstuk is het opleveren van een dashboard voor handelaars en een dashboard voor het beleid van de betrokken steden waardoor beide partijen via accurate data meer kennis ter beschikking krijgen om hun acties op af te stemmen. Deze ervaringen zullen ook op ruime schaal gedeeld worden met andere steden en gemeenten.
De ondersteunde projecten worden uitgevoerd door de Provincie Oost-Vlaanderen, stad Gent, stad Mechelen, stad Leuven, POM West-Vlaanderen, stad Antwerpen, stad Sint-Niklaas en POM-Vlaams Brabant.
Om een versnippering van middelen tegen te gaan vormden samenwerking en een ruime kennisverspreiding van de resultaten belangrijke beoordelings-criteria.
De 8 projecten in een notendop
Vlaams minister van Economie Hilde Crevits: “De coronacrisis treft de lokale economie in onze steden en gemeenten zwaar. Winkels kunnen dan wel onder voorwaarden open blijven, toch grijpen veel ondernemers naar het digitale om te kunnen blijven werken.
De 8 goedgekeurde projecten gaan aan de hand van technologie en digitale transformatie op zoek naar manieren om dit in goede banen te leiden en willen handvatten aanreiken voor nieuwe businessmodellen.
Door bijvoorbeeld koopstromen in kaart te brengen en de mobiliteit te monitoren kan de drukte in de stad gemeten worden en kunnen maatregelen genomen worden om bezoekers te spreiden en zo te vermijden dat er zich teveel mensen tegelijkertijd in de winkelstraten begeven.
Ook detailhandelaars zelf kunnen zo gebruik maken van bepaalde data om hun verkoop beter te analyseren en performanter te maken of om betere keuzes te kunnen maken bij de opstart van nieuwe of de verhuizing van bestaande winkels”