Imec, 's werelds toonaangevende onderzoeks- en innovatiehub op het vlak van nano-elektronica en digitale technologie, presenteert vandaag de twaalfde editie van de imec.digimeter. Enerzijds valt op dat het coronajaar 2020 zorgde voor een aanzienlijke digitale versnelling.
De Vlaming investeerde immers nog meer tijd en geld in slimme schermen en digitale platformen, en de gemiddelde dagelijkse mobiele schermtijd schoot met bijna 40 minuten de hoogte in (met een stijgend gebruik van sociale media als absolute exponent).
In haar streven naar een digitaal inclusief Vlaanderen staat de overheid anderzijds nog voor een aantal belangrijke uitdagingen. Zo moeten de achterblijvers – die het ontbreekt aan toegang tot digitale (basis)technologie en de juiste vaardigheden – snel terug mee aan boord genomen worden.
Daarnaast moet er voldoende aandacht zijn voor de grote groep Vlamingen die op dit moment wel mee is, maar zich niet klaar voelt om de technologie van morgen (zoals artificiële intelligentie) te omarmen. Hun bezorgdheden moeten verder worden weggewerkt.
Coronajaar 2020: het jaar van de digitale versnelling
"Een eerste conclusie van de nieuwe imec.digimeter is dat de Vlamingen het voorbije jaar nog meer tijd en centen in hun digitale levensstijl hebben geïnvesteerd," zegt Lieven De Marez, professor nieuwe communicatietechnologieën bij mict – een imec onderzoeksgroep aan de UGent.
Vooral de investering in extra schermen is opvallend. Uit de voorbije edities van de imec.digimeter bleek immers dat bijna elke Vlaming al minstens één slim toestel ter beschikking had. Toch gaf 5 procent van de respondenten aan dat zij bij de start van de lockdowns over te weinig schermen beschikten om vlot van thuis uit te kunnen werken en/of studeren.
En ook in functie van (buitensport)activiteiten werden extra digitale tools aangeschaft. Zo steeg het aantal wearables – zoals sporthorloges – opnieuw met 7 procentpunt; 37 procent van de Vlamingen bezit er nu eentje.
"Digitale mediaplatformen kenden eveneens een boerenjaar. Betalende platformen voor het streamen van films en series, bijvoorbeeld, kunnen ondertussen al 50 procent van de Vlamingen bekoren (+5 procentpunt).
Opnieuw zorgde de coronapandemie hier voor een duidelijke versnelling: 9 procent van de Vlamingen ging in 2020 één of meerdere streamingabonnementen aan als direct gevolg van de lockdowns," duidt Lieven De Marez.
"Het hoeft dus niet te verbazen dat de schermtijd eveneens de hoogte is ingeschoten," vervolgt hij. "Ons MobileDNA-onderzoek – waarmee we het smartphonegebruik van de Vlaming nauwkeurig in kaart brengen – toont aan dat de gemiddelde mobiele schermtijd is toegenomen tot 3 uur en 5 minuten per dag; een stijging met 37 minuten.
Vooral het gebruik van sociale media boomde, als antwoord op de social distancing en lockdownmaatregelen: in 2020 bracht de Vlaming dagelijks 73 minuten door op sociale mediaplatformen – tegenover 49 minuten in 2019. TikTok, in het bijzonder, is aan een opmars bezig.
In de categorie 16- tot 24-jarigen gebruikt 33 procent de app op dagelijkse basis, en slorpt gemiddeld bijna 1 uur aan schermtijd per dag op. Dat komt vooral omdat TikTok in grotere tijdsblokken bekeken wordt – net zoals tv-programma's. Vraag is nu of de app op termijn effectief de concurrentie zal aangaan met de klassieke zenders."
Bijna 40 procent van de Vlamingen staat dankzij corona positiever ten opzichte van technologie
Een tweede opvallende conclusie van de nieuwe imec.digimeter-bevraging is dat de coronapandemie gezorgd heeft voor een positievere attitude ten opzichte van (digitale) technologie.
Dat was voor 38 procent van de Vlamingen het geval. Daarnaast gaf 64 procent van de Vlamingen aan dat technologie het leven in volle lockdown aangenamer maakte (bij jongeren tussen 16 en 24 jaar bedroeg dat cijfer zelfs 81 procent). Corona heeft met andere woorden een stukje wantrouwen weggenomen.
Toch is 80 procent nog niet klaar voor de technologie van morgen
"Maar ondanks die digitale versnelling is de Vlaming niet per se klaar voor de technologie van morgen – zoals de introductie van artificiële intelligentie; de digitale kloof is immers verre van overbrugd," constateert Lieven De Marez.
Die digitale kloof komt tot uitdrukking op drie vlakken. Het is een kwestie van: Toegang hebben tot technologie;
Over de juiste (basis)vaardigheden beschikken om met die technologie om te gaan;
Het hebben van een positieve attitude ten opzichte van technologie;
De Marez: "Wat dat laatste betreft, hebben we het afgelopen jaar – zoals gezegd – de grootste vooruitgang geboekt: digitale technologie krijgt vandaag het voordeel van de twijfel.
Toch geeft 45 procent van de ondervraagden aan dat die technologie voor hen té snel evolueert, tegenover 41 procent in 2019. En twee op de tien Vlamingen zegt niet over de juiste vaardigheden te beschikken om er optimaal gebruik van te kunnen maken."
"En er is meer," zegt hij. "Zelfs wat de toegang tot technologie betreft, blijkt er nog werk aan de winkel. Ik verwees al naar de Vlamingen die schermen tekortkwamen. Daarnaast blijkt dat 4 procent buitenshuis moet gaan om een verbinding met het internet te kunnen maken."
Hoe krijgen we iedereen aan boord?
"We moeten vandaag concluderen dat, hoewel bijna alle Vlamingen digitaal kunnen connecteren, dat geen garantie biedt dat ze ook allemaal digitaal kunnen functioneren.
Daar ligt een belangrijke rol voor de overheid: in ons streven naar een digitaal inclusief Vlaanderen moeten we er immers voor zorgen dat iedereen aan boord is; niet alleen de kleine groep Vlamingen die nu al volledig mee is, maar ook degenen die echt zijn achtergebleven én de grote middengroep die zich nog steeds bezorgd toont over aspecten zoals digital wellbeing, fake news en privacy. Uiteindelijk omvatten die twee laatste groepen liefst 80 procent van de Vlamingen," besluit De Marez.
"Digitaal transformeren is niet alleen vooruitkijken, maar ook achteromzien," zegt Dimitri Schuurman, Competence Manager Business & Domain Expertise bij imec. "De digimeter schetst samen met de eHealth-monitor, de AI- en cybersecurity-barometer en de Smart City Meter een breed beeld van de technologische adoptiegraad in Vlaanderen.
De inzichten uit onze meterstudies zijn belangrijke ingrediënten om verschillende innovatieprojecten verder richting te geven. Uit deze imec.digimeter blijkt dat er nog heel wat werk aan de winkel is. De digitale transformatie voltrekt zich duidelijk op verschillende snelheden en lijkt een aantal verschillen tussen Vlaamse burgers nog te accentueren.
De vraag is niet of we verder moeten digitaliseren, maar wel hoe we de digitale transformatie op een inclusieve manier kunnen vormgeven. Burgers, kennisinstellingen, overheden en bedrijven moeten de krachten bundelen om deze vraag te beantwoorden."
Minister van Innovatie Hilde Crevits: "De Digimeter 2020 toont aan waarom we in Vlaanderen inzetten op het versterken van digitale vaardigheden. Zo zijn er 'Digibanken' waar laptops, tablets en hardware ter beschikking zijn voor zij die digitale achterstand kennen en waar men op opleiding en digitale ondersteuning kan rekenen.
Met versterkte competenties kunnen mensen ten volle de meerwaarde van digitale diensten en technologie ervaren. Ook investeren in het nodige vertrouwen in technologie is noodzakelijk, met focus op ethische vraagstukken en de betrokkenheid van burgers.
Dit geldt zeker voor artificiële intelligentie. Als minister van Innovatie heb ik hier aandacht voor in de werking van het Kenniscentrum Data & Maatschappij en het beleid rond wetenschapscommunicatie. Iedereen moet mee op de digitale trein!
Met 86% van de Vlamingen die er vertrouwen in hebben dat ze in staat zijn digitale vaardigheden te leren en 69% van de ondervraagden die geïnteresseerd zijn in digitale technologieën, kijk ik positief naar de toekomst."
Imec.digimeter is een onafhankelijk onderzoeksproject dat sinds 2009 waardevolle informatie over Vlaamse mediagebruikers beschikbaar maakt voor instellingen, bedrijven en het grote publiek.
Het nieuwe rapport (2020) is gebaseerd op een enquête bij 2981 Vlamingen van zestien jaar of ouder - representatief ingedeeld op leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en provincie. Het volledige rapport kan online worden ingekeken op