Op de politieke tafel ligt er een stikstofdossier dat voor landbouwers in het Turnhouts Vennengebied absurd zwaar kan uitpakken.
Vanmorgen bij het ochtendgloren bezetten zo'n 50 tractoren uit de Kempen het centrum van Brasschaat, de thuisgemeente van Vlaams minister-president Jambon.
'In dit vennengebied zitten honderden landbouwbedrijven met nog veelal jonge bedrijfsleiders die mogelijks hun bedrijf zullen moeten stoppen', zegt woordvoerder Leo Beyens.
'Ook hun gronden, of een deel ervan, zullen misschien waardeloos worden als er niet meer zou mogen bemest worden.
Dit zou moeten dienen om heide en vennen te beschermen. Volgens ANB en Natuurpunt zijn de toegestane normen inzake stikstofuitstoot voor die vennen zo streng dat het verwijderen van landbouw zelfs niet genoeg is.
Ook de uitstoot van verkeer in de straten, van de verwarming van huizen, van KMO's en industie in het gebied, van het uitlaten van honden zou allemaal nog te veel zijn.
En dan hebben we het nog niet over al die meeuwen, eenden en ganzen die op die vennen zitten en daar ook schijten, daar wordt nog niet eens over gesproken. Het hele voorstel is gewoon te gek voor woorden.
Wij moeten het gelag betalen om de natuur te kunnen uitbreiden en gaan met niks eindigen.
Een gesprek Jan Jambon en de bevoegde minister Demir (N-VA) is erg dringend noodzakelijk.'
Vanochtend overhandigden de actievoerders een alleszeggende brief aan Jan Jambon in Brasschaat :
Brief aan Jan Jambon en z'n regering :
'Beste,
Wij hebben een familiaal melkveebedrijf gelegen te Turnhout. Het is reeds de 5de generatie van onze familie die hier woont en werkt. Ik zal beginnen bij mijn ouders. Zij namen in 1990 het melkveebedrijf van mijn grootvader over. Hij had toen 80.000 liter quotum. Om een lening te krijgen bij de bank, moesten ze binnen 1 jaar van 80.000 liter naar 120.000 liter quotum gaan.
Dat was echt niet evident.
Maar om dat te verwezenlijken moest er een extra inkomst komen, dus besloten ze ook augurken te gaan telen, later kochten ze het tuinbouwbedrijfje van de buurman bij om groenten te telen voor de veiling. Deze tak van het bedrijf, zorgde ervoor dat ze regelmatig een beetje melkquotum bij konden kopen. Uiteindelijk hadden ze zo'n 65 koeien.
Intussen, toen ik nog naar de KHK in Geel ging, leerde ik mijn man kennen, ook boerenzoon. Hij ging toen al werken, maar droomde ervan om "koeienboer" te worden. Twee jaar later (2007), kochten wij elders een bedrijf. Daar moesten we in principe 5 jaar gaan melken om dat quotum te kunnen samenvoegen met dat van Thomas zijn vader.
Het was een absurde regelgeving, maar wij wilden boer worden! Ik ging ondertussen werken bij Departement Landbouw en Visserij. 2009 veranderde de regelgeving en mochten we de quota samenvoegen.
Daarom begonnen we vroeger dan verwacht met de plannen voor een nieuwe stal. Het idee was altijd dat we in Tielen zouden gaan boeren (het ouderlijk bedrijf van mijn man). Maar mijn schoonvader was bang dat het moeilijk zou worden, vlakbij centrum Tielen, sociale woonwijk,...
Dus besloten we in Turnhout bij mijn ouders een nieuwe stal te zetten. Deze bouwden we bijna volledig zelf en werd in 2011 in gebruik genomen, dat jaar namen we ook nog het quotum van mijn nonkel over.
Tot 2015 ben ik buitenshuis blijven werken. Met 3 kinderen thuis en een bedrijf was dat niet zo evident. Het was echt moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen, de regelgeving werd steeds ingewikkelder, de administratieve last steeds groter, maar nooit hebben we opgegeven.
We wilden het goed doen en bleven ervoor gaan. Op dit moment is ons bedrijf nog steeds een 100 % familiaal bedrijf: mijn man en ik, mijn ouders en mijn schoonvader. Wij doen bijna al het stal- en veldwerk zelf om zeker te zijn dat ons product van topkwaliteit is en de kostprijs zo laag mogelijk is.
Maar we zijn ook fier op ons bedrijf en we wilden ook graag iets betekenen voor anderen en genieten er elke keer weer van om te zien hoe vriendjes van onze kinderen zich amuseerden op onze boerderij.
Elk jaar ontvangen we kleuters van de gemeenteschool in Merksplas en ondertussen zijn we ook zorgboerderij geworden. Afgelopen jaar namen we nog deel aan Dag van de Landbouw.
Wat een succes was dat... dat heeft ons enorm veel deugd gedaan. Zo veel mensen die interesse hadden in ons bedrijf en met ongelooflijk veel respect naar ons beroep kijken. Maar wat ik nu meemaak, wat we lezen in kranten en hier en daar opvangen had ik nooit durven denken.
We worden aan de kant gezet, wij die elke dag voor uw eten zorgen. Wij worden in een hoekje gedreven, onze dromen aan dingelen geslagen, een hoop verantwoorde investeringen en leningen waarvan we plots niet meer van weten of we die ooit nog terugbetaald krijgen...
En die nota bene nog mee gesubsidieerd zijn door een overheid die ons nu plots weg wil!!! Want ons bedrijf wordt met sluiting bedreigd. En waarvoor???
Een economisch en sociaal bloedbad, dat gaat het worden in onze regio. Veel jonge, moderne familiale bedrijven, mensen die dag en nacht, 7 dagen op 7 werken. Ik vraag me dan ook af hoe uw regering dat gaat aanpakken?
Als stikstof hier werkelijk zo'n groot probleem is zoals jullie doen uitschijnen, zal niet enkel landbouw, maar ook industrie, wegen en huizen hier moeten verdwijnen, geen wandelaars met honden of andere dieren in het gebied.
En meneer de minister, één van de eerste zaken die ik op de Hogeschool geleerd heb, is dat er in een land enkel welvaart kan zijn, als er een goed draaiende landbouwsector is. En daar ben ik nog steeds van overtuigd...
Want de dag dat we afhankelijk gaan zijn van andere landen voor onze voedselvoorziening, hebben we een gigantisch probleem! Ik hoop uit de grond van mijn hart, dat wij het levenswerk van 5 generaties die hier hard gewerkt hebben, niet moeten opgeven.
En dat wij onze kinderen hun droom om boer te worden niet moeten ontzeggen. Want die zaken, meneer de minister, kom ik echt nooit te boven! Wij hopen op uw begrip en grote dosis gezond boerenverstand in uw regering!
Met vriendelijke groeten, Nicky Van Otten.'
Foto's L. Beyens/N. Van Otten /NNieuws.