De pensioendeal die het federale kernkabinet afgelopen nacht heeft bereikt, is niet de hervorming die ons land nodig heeft.
Voka Mechelen-Kempen spreekt van een pensioenvervorming in plaats van een pensioenhervorming. "We mogen de lat voor onze pensioenen écht wel hoger leggen", stelt Tom Laveren, gedelegeerd bestuurder van Voka Mechelen-Kempen.
Volgens de pensioendeal moet je effectief 20 jaar minimum vier vijfde gewerkt hebben om recht te hebben op een minimumpensioen. Eén jaar staat gelijk aan 250 werkdagen. Voor een hele carrière komt dat dus neer op 5.000 werkdagen voor een minimumpensioen van 1.500 euro netto.
"We mogen de lat écht wel hoger leggen. De regering lijkt weg te kijken van de aankomende vergrijzingsgolf. De gevolgen op de pensioenuitkeringen en de zorg zullen gigantisch zijn", zegt Tom Laveren van Voka Mechelen-Kempen. Wie gaat dat betalen?
Heel wat andere dossiers - zoals het deeltijds en vervroegd pensioen en de verhoging van de pensioenleeftijd bij defensie en de NMBS - zijn niet op de onderhandelingstafel gebleven.
Er is ook niet geraakt aan het onderscheid tussen een ambtenarenpensioen en een pensioen uit de privésector.
Bovendien moet de overheid - zelfs na weken onderhandelen - nog berekeningen maken over de precieze financiering van de nieuwe maatregelen. "Op de belangrijkste vraag - 'wie gaat dat betalen?' - is er nog geen duidelijk antwoord. De regeringen gaan ervan uit dat ze meer mensen aan het werk krijgen.
Ze willen de werkzaamheidsgraad tegen 2030 optrekken tot 80 procent. Daarvoor was er een straffere arbeidsdeal nodig. En die is er nu niet."