Themabeeld Foto: Hollandse Hoogte / David Rozing
Vandaag om 06:11 | Bron: BELGA
In 2017 zijn er in Vlaanderen 505 gevallen van ouderenmis(be)handeling geregistreerd. Dat zijn er meer dan de 436 geregistreerde gevallen in 2016. Toch zijn de cijfers een onderschatting van het probleem. Dat zegt het Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling (VLOCO) naar aanleiding van de Internationale Dag tegen Ouderenmis(be)handeling vrijdag. VLOCO vraagt naar aanleiding van die dag extra aandacht voor geweld op ouderen in de thuissituatie.
Het probleem van ouderenmis(be)handeling gaat gebukt onder misverstanden en taboes. Zo denkt men makkelijk aan fysiek geweld tegenover ouderen (bv. slaan of hardhandige verzorging), maar ook psychische onderdrukking (bv. pesten, intimideren of vernederen) en verwaarlozing gelden als vormen van mis(be)handeling.
En opvallend, het geweld is niet altijd slecht bedoeld, zegt expertisecentrum VLOCO. “Ook een mantelzorger die uit onwetendheid, onkunde of onmacht zijn dementerende partner dagdagelijks vastmaakt aan de zetel om haar veiligheid te garanderen, valt onder de noemer ouderenmis(be)handeling”, klinkt het.
Vorig jaar zijn er officieel 505 gevallen van ouderenmis(be)handeling geregistreerd. Dat is een stijging tegenover de 436 gevallen in 2016. Maar volgens VLOCO is dat een sterke onderschatting van het probleem. Dat heeft onder meer te maken met de schaamte en de angst bij de betrokkenen om aan de alarmbel te trekken. “Heel veel ouderen durven om verschillende redenen (schaamte, angst, loyaliteit ...) niemand in vertrouwen te nemen. Bovendien zijn heel veel hulpverleners actief in situaties van ouderenmis(be)handeling, maar worden deze nergens geregistreerd. Dit maakt het heel moeilijk een realistisch beeld te schetsen van de prevalentie van ouderenmis(be)handeling in Vlaanderen”, zo staat te lezen in het VLOCO-jaarverslag.
Dat het gaat om een onderschatting, blijkt ook uit ander onderzoeksmateriaal. Zo zegt internationaal onderzoek dat in België één op de drie vrouwen boven de 60 jaar aangeeft slachtoffer te zijn van ouderenmis(be)handeling. Volgens VLOCO blijkt dat ook uit de praktijk. Voorts blijkt dat hoofdzakelijk vrouwen het slachtoffer zijn (74 procent), dat de dader meestal een man is (56 procent) en dat die pleger meestal uit de dichte omgeving van het slachtoffer komt (81 procent).
VLOCO wil het probleem van ouderenmis(be)handeling bespreekbaar maken en het taboe doorbreken. “Nog te vaak bestaat immers de angst om erover te spreken, zowel bij de slachtoffers als bij betrokkenen vanuit een gevoel van schaamte, externe druk, loyaliteitsconflicten, (wederzijdse) afhankelijkheid, onzekerheid ....”
Burgers die vragen hebben over ouderenmis(be)handeling, kunnen terecht bij 1712. Professionals (bv. maatschappelijk werkers, huisartsen ...) die een vermoeden hebben van ouderenmis(be)handeling, kunnen zich richten tot VLOCO. Bij mogelijke ouderenmis(be)handeling in een residentiële setting kan men ook terecht bij de Woonzorglijn.
Meer informatie: www.ouderenmisbehandeling.be.
Met de medewerking van