De Oosterweelverbinding maakt de Antwerpse Ring rond en de Ring wordt overkapt. Bij dergelijke grote infrastructuurwerken wordt archeologisch onderzoek gedaan.
Bij het Oosterweelproject worden verschillende archeologische sites verstoord. De archeologische dienst van de stad Antwerpen onderzoekt deze sites.
Voor het indienen van een stedenbouwkundige vergunning dient een archeologienota te worden opgemaakt. Hierin wordt uitgewerkt hoe moet worden omgegaan met archeologische waarden die bedreigd worden door de aanleg van de Oosterweelverbinding.
Er is reeds archeologische onderzoeken uitgevoerd naar in het kader van voorbereidende werken voor de Oosterweelverbinding.
In een eerste fase brengt de archeologienota de archeologische waarden van het gebied in kaart. De belangrijkste doelstelling is het realiseren van een kenniswinst die relevant is voor de geschiedenis van Antwerpen. Vervolgens worden archeologische zones met hoge potentie geselecteerd voor vooronderzoek of begeleiding van de werken.
Het projectgebied is onderverdeeld in verschillende deelzones met hun desbetreffende archeologische structuren. Op verschillende momenten zullen deze structuren, al dan niet voor of tijdens de werken, zichtbaar zijn en worden onderzocht. Naast deze gekende waarden wordt ook rekening gehouden met het aantreffen van onverwachte archeologische resten tijdens de werkzaamheden. De belangrijkste gekende archeologische waarden in het projectgebied zijn:
Het kamp Tophat is een repatriëringskamp voor Amerikanen in de tweede wereldoorlog. Het werd eind 1945 opgericht ter hoogte van het huidige Sint-Annabos. De rechtlijnige lay-out van het kamp in kwadranten is nog steeds zichtbaar in het net van bospaden. Voor de aanleg van de derde Scheldekruising zal een deel van het kamp vernield worden. Om een correcte inschatting te maken van de nog aanwezige resten zullen in het najaar van 2017 enkele proefsleuven aangelegd worden. Bij dit onderzoek is de grote betrokkenheid van metaaldetectoristen belangrijk.
Om de complexe bodemopbouw onder het Sint-Annabos in kaart te brengen is reeds een onderzoek uitgevoerd op basis van boorgegevens. Hieruit blijkt dat in delen van het gebied een oud bodemoppervlak bewaard bleef waarop resten uit de Steentijd kunnen voorkomen. Het oude bodemoppervlak ligt begraven onder het huidige maaiveld maar toch zullen delen verstoord worden bij de geplande werken. Daarom wordt nog onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van archeologische sites in deze delen.
De derde Scheldekruising is gelokaliseerd tussen het Sint-Annabos en het voormalige polderdorp Oosterweel. Om de tunnel te maken dient eerst een zone van de Schelde uitgebaggerd te worden. Ook wordt de vaargeul tijdelijk verlegd. De Schelde is altijd belangrijk geweest voor de ontwikkeling en geschiedenis van Antwerpen. Het is dan ook bekend dat het Scheldeslib talrijke archeologische vondsten bevat die dateren uit de prehistorie tot heden. Het archeologisch onderzoek spits zich toe op het documenteren en recupereren van de archeologisch relevante vondsten(bijvoorbeeld scheepswrakken). In de mate van het mogelijke zal het dit voorafgaand aan de baggerwerken gebeuren; om praktische redenen zal veel onderzoek echter tijdens de baggerwerken moeten plaatsvinden.
Waar de Scheldetunnel bovenkomt op rechteroever, kruist deze het voormalige 17 de -eeuws Fort Piémentel. Het fort is gelegen ten zuiden van het dorp Oosterweel. Het fort werd in de Tachtigjarige Oorlog tussen de Nederlandse Provinciën en het Spaanse Rijk gebouwd door de Spaanse gouverneur van Antwerpen (don Emmanuel de Piémentel de Ferie). Het fort werd in 1782 door keizer van het Heilige Roomse Rijk Jozef II verkocht aan het polderbestuur en is sindsdien gebruikt als weiland en landbouwgrond. In het najaar van 2017 zal gekeken worden in welke mate het fort nog bewaard is.
Momenteel is de Sint-Jan-de-Doperkerk een eenzaam reliek in het geïndustrialiseerde havenlandschap. Sinds de 13 de eeuw, bij het ontstaan van het dorp, is het gebedshuis reeds vermeld. Het kerkhof rondom werd halfweg de 19 de eeuw geruimd voor de uitbreiding van de Antwerpse haven, waarvoor het gehele dorp onteigend is. Van dit dorp komen Er zullen graafwerken plaatsvinden in enkele zones van het voormalige dorp. Voor zover hierbij resten verstoord worden, zullen deze archeologisch onderzocht worden. De grootste gebeurtenis die in het dorp plaatsvond is de Slag van Oosterweel, uitgevochten op 13 maart 1567. Bij deze slag zou de heer Jan van Marnix, die zich verschanste in een hoeve, overleden zijn in een brand.
Ter hoogte van de zwemkom aan het Amerikadok situeerde zich eind 19 de eeuw het Van Het voormalige ‘Noordkasteel’ was een enorm fort waarvan vandaag nog slechts de meest zuidelijke delen resten. De vesting was het sluitstuk van de Brialmontomwalling. Bij de bouw van de nieuwe citadel werd het kleine Napoleontische Fort Ferdinand afgebroken. Het fort werd enkele jaren later al deels verkocht aan de stad voor de aanleg van het Amerikdok. In 1910 werd het officieel ontheven van zijn militair karakter en is de gracht in gebruik voor recreatieve doeleinden. Enkele restanten van het Noordkasteel moeten wijken voor de aanleg van de Oosterweelknoop en zullen voorafgaand en tijdens de infrastructuurwerken onderzocht worden.
De huidige ring en singel zijn aangelegd op de afgebroken restanten van de 19 de -eeuwse Brialmontomwalling, waarvan ook het Noordkasteel deel uitmaakt. Begin 20 ste eeuw leek de omwalling militair reeds gedateerd en werd ze afgebroken. Tijdens de werken van de Oosterweelverbinding zal onder andere gegraven worden nabij de voormalige, monumentale Turnhoutse- en Herentals poorten van deze omwalling. Hoewel delen van de omwalling al onderzocht zijn bij voorbereidende werkzaamheden, zullen delen ervan ook tijdens de werken nog onderzocht moeten worden.
Meer weten over de Oosterweelverbinding? Kijk op