Antwerpen is een bruisende studentenstad. Rond de stadscampus zijn er veel meer studenten dan gezinnen. Dit zorgt voor druk op het ruimtelijk draagvlak en de leefbaarheid in de buurt. Daarom wil de stad met de beleidsvisie voor studentenhuisvesting een goed evenwicht creëren tussen het aantal bewoners en studenten in de Antwerpse binnenstad.
Het grote aantal studenten dat rond de Antwerpse stadscampus woont, zet het ruimtelijk draagvlak en de leefbaarheid in de buurt onder druk. De stad streeft naar een goede mix van bewoners en studenten in de kernstad en een spreiding van studentenhuisvesting op haar hele grondgebied. Dit staat neergeschreven in een beleidsvisie, maar is niet juridisch afdwingbaar. Daarom wil de stad deze richtlijnen nu verankeren in een ruimtelijk uitvoeringsplan of een RUP.
Een RUP is een juridisch document dat bepaalt waar en hoe er in uw buurt in de toekomst gebouwd en verbouwd mag worden. Op welke plaatsen kunnen er woningen, bedrijven, winkels, openbare ruimte en recreatie komen? Alle toekomstige ontwikkelingen worden aan dit plan getoetst.
In 2011 werd een richtlijn rond studentenhuisvesting goedgekeurd. De stad zet nu de nodige stappen om die beleidsvisie om te zetten in een RUP.
In de visie gaat de stad ervan uit dat het aantal studentenkamers de draagkracht van de omgeving niet mag overstijgen. Daarvoor wordt een ‘percentage kotdichtheid’ opgesteld: de verhouding tussen het aantal studentenkamers en het aantal inwoners op bouwblokniveau. De grens van draagkracht voor dichtheid studentenkamers/inwoners wordt vastgelegd op 40%. Op basis van deze grens zijn 1 gebied in de kernstad en 2 campusterreinen afgebakend.
De visie bestaat uit:
1. Geen uitbreiding van de bestaande studentenhuisvesting in een afgebakend gebied in de kernstad.
In meerdere bouwblokken binnen een afgebakend gebied in de kernstad is er een kotdichtheid van 40 procent vastgesteld. De kotdichtheid is de verhouding tussen het aantal studentenkamers en het aantal inwoners. Een hogere kotdichtheid heeft als gevolg dat de goede mix van bewoners en studenten niet gewaarborgd kan worden.
Binnen dit afgebakend gebied kan de bestaande studentenhuisvesting blijven en verbeterd worden. Er kunnen echter geen nieuwe koten worden ingericht op plaatsen waar er nog geen zijn.
2. Op de afgebakende campusterreinen van Middelheim en Drie Eiken kan er bijkomende studentenhuisvesting gerealiseerd worden.
Deze campusterreinen zijn gericht op studenten en kennen weinig andere bewoners. Hier stellen zich geen problemen met de leefbaarheid.
3. Buiten deze afgebakende gebieden kan studentenhuisvesting worden toegelaten, mits bijkomende voorwaarden.
In zones buiten het afgebakend gebied en buiten de afgebakende campusterreinen van Middelheim en Drie Eiken, kan studentenhuisvesting worden toegelaten, mits bijkomende voorwaarden. In de andere gebieden op het grondgebied van stad Antwerpen is bijkomende studentenhuisvesting mogelijk.
Bijkomende voorwaarden zijn er voor projecten waar minstens acht studentenkamers en/of zelfstandige woongelegenheden voor studenten worden gebouwd, verbouwd en/of herbouwd. Deze worden ruime projecten genoemd. Voor deze projecten is een mix van functies verplicht op basis van een tekortenanalyse. Indien uit de tekortenanalyse een tekort blijkt, wordt in de verkavelingsvergunning of stedenbouwkundige vergunning een mix aan functies op projectniveau verplicht.
Zo kan worden aangeraden dat jeugdwerk, een praktijk voor zelfstandige, een handelszaak, een dienstencentrum of andere functies bij voorkeur geïntegreerd worden in het project. De mix aan functies op projectniveau kan ook bestaan uit bijkomende zelfstandige woningen voor pas afgestudeerden.
Bij de aanvraag tot verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning wordt een nota met de resultaten van de tekortenanalyse en een voorstel tot mix gevoegd.
Meer juridische informatie over dit project vindt u op .