Vlaams minister-president Geert Bourgeois laakt de uitspraken van Wouter Beke (CD&V) over Schild & Vrienden. Foto: blg
Vandaag om 09:05 | Bron: BELGA
Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) is niet te spreken over de reactie van CD&V-voorzitter Wouter Beke op de onthullingen over het ultrarechtse Schild & Vrienden. “Je oogst wat je zaait”, had Beke geschreven, waarmee hij leek te doelen op N-VA-staatssecretaris Theo Francken. Bourgeois wijst erop dat “elke weldenkende partij” de praktijken bij Schild & Vrienden heeft veroordeeld en laakt dat Beke “nu daarover wil polariseren”.
In een tekst op de website van zijn partij stelde CD&V-voorzitter Beke woensdag dat sommige collega-politici zich moeten bezinnen en in eigen boezem moeten kijken. Hij noemde geen namen, maar als hij het had over “populaire politici met een grote aanhang” kom je al gauw terecht bij staatssecretaris Francken, die geregeld fors taalgebruik hanteert.
N-VA-kopstuk Bourgeois gelooft niet dat er een verband is met het taalgebruik en gedrag van politici. “Niemand was op de hoogte van het dark web achter die beweging. Elke partij heeft die extreemrechtse beweging veroordeeld. Groen en CD&V gaan nu die unanieme veroordeling doorbreken”, aldus Bourgeois in De Ochtend op Radio 1. En passant had Bourgeois het over contacten tussen CD&V’ers en de Turkse extreemrechtse Grijze Wolven.
“Nadenken over fenomeen”
Beke zelf benadrukt dat hij expliciet geen partij heeft vermeld in zijn bijdrage. “Het is een oproep om te zeggen dat mensen met publieke functies moeten kijken hoe ze daarmee omgaan.” Beke verwijst ook naar eerdere incidenten, zoals de zwarte jongen die in Aarschot op de treinsporen werd geduwd. “Er is een onderliggend fenomeen waar we allemaal moeten over nadenken.”
Mocht Beke een partij of politicus hebben geciteerd, “dan zou ik mezelf tegenspreken”, aldus de CD&V’er. Dat de partij zelf iemand in eigen rangen heeft die niet zal opkomen bij de gemeenteraadsverkiezingen omwille van zijn aanwezigheid op een activiteit van Schild & Vrienden, bewijst volgens Beke dat zijn boodschap “ook geldt voor mijn eigen partij”.
Met de medewerking van