Deze website maakt gebruik van cookies om je ervaring te verbeteren.
De Antwerpenaar Peter Paul Rubens was in de jaren 1600-1640 een ongelooflijk succesvolle schilder. In volle baroktijd. Hij heeft de kunstgeschiedenis veranderd. Alle grote musea in de wereld hebben werk van Rubens en zijn atelier in huis. Dat zegt genoeg. Maar wat weten we nog meer van hem? Wie was Rubens? Waarom is hij een van de meest opmerkelijke Europeanen uit de hele 17de eeuw?
“Beste Lucas,
Wil je, als je uit Antwerpen vertrekt, erop letten dat alles goed dicht is? Dat er in het atelier boven geen schilderijen of schetsen achterblijven? Wil je ook Willem, de tuinman, eraan herinneren dat hij ons op het goeie moment wat peren of vijgen moet bezorgen, als die er zijn. Of iets anders lekkers uit de tuin? Van ganser harte, mijn beste Lucas, wens ik jou een goede gezondheid toe, net als Caroline en Suzanne.
Je trouwe vriend, Peter Paul Rubens”
Dit briefje schrijft Peter Paul Rubens in 1638 vanuit Mechelen aan zijn vriend en medewerker Lucas Faydherbe. Het kattenbelletje laat zien dat hij een mens is zoals wij allemaal. Twee jaar later sterft Rubens, op z’n 63ste. Hij kampt dan al zowat twintig jaar met jichtaanvallen.
“ De jongste dagen was ik erg ziek: jichtaanvallen en koorts. Om de waarheid te zeggen: ik kon tussen het hoesten en zuchten door nauwelijks ademhalen. ” (Rubens, in een brief uit Madrid, 1628)
“ Mijn eergevoel heeft mij ertoe aangezet om mijn lot naar mijn hand te zetten. ” (Rubens, in een brief uit 1606. Hij is dan 29.)
Wanneer hij in 1640 sterft, is de superster Rubens rijk en beroemd. Hij leidt een succesvol atelier, is heer van een landgoed en heeft andere eigendommen. Twee koningen hebben hem geridderd. Dat is niet omdat Rubens rijkgeboren is. Hij komt uit een familie van welgestelde, maar verarmde handelaars, met wel veel connecties.
Door de politieke en religieuze troebelen moeten zijn ouders Antwerpen een tijd ontvluchten. Ze kampen ook met financiële problemen. Peter Paul, het zesde van hun zeven kinderen, krijgt een hoogstaande opvoeding. De ambitieuze, hardwerkende, vijftalige intellectueel Rubens is zijn hele leven lang trots op wat hij door hard te werken heeft bereikt.
“ Echt waar en zonder te overdrijven: ik heb al meer dan honderd aanvragen geweigerd, zelfs familie of familie van mijn vrouw. Dat was voor veel van mijn beste vrienden bijzonder onaangenaam. ” (Rubens, in een brief uit 1611)
Als hij in 1608 terugkeert uit Italië, waar hij acht jaar was, krijgt Rubens meteen veel en grote opdrachten. Hij bouwt een atelier uit met leerlingen en assistenten. Hij werkt ook vaak samen met collega’s. Zelf kreeg ook Rubens zijn opleiding in enkele Antwerpse ateliers, zoals dat de gewoonte was.
De drukke activiteit in zijn atelier verklaart het grote aantal schilderijen op Rubens’ naam. Hijzelf heeft daar vaak een aandeel in, maar dat wisselt sterk. De prijs van een schilderij hangt onder meer af van zijn inbreng. Zijn atelier heeft de naam duur te zijn. Klanten zijn de katholieke kerk, vorsten en edellieden, en ook privéburgers en -instellingen. En er is ook de vrije (kunst)markt.
Rubens heeft een neus voor commercie. Dat blijkt ook uit het feit dat hij samenwerkt met graveurs. Zij zetten zijn werk in prenten om. Die kun je drukken en verkopen.
“Ik heb besloten mezelf geweld aan te doen en de gouden knoop van m’n ambitie door te hakken om mijn vrijheid te herwinnen.” (Rubens, in een brief uit 1634)
Rubens heeft nauwe contacten met koningen, prinsen en andere heersers in de belangrijkste landen van Europa. Dat is opmerkelijk voor een kunstenaar. Hij is betrokken bij de diplomatie van de Spaanse Habsburgers. Zij besturen de Zuidelijke Nederlanden en hebben een oogje op op de Noordelijke Nederlanden. De toestand is gespannen, in heel Europa. Rubens voert ook mee de vredesonderhandelingen tussen Engeland en Spanje.
In 1633 zet hij opgelucht (maar ook ontgoocheld) zijn diplomatieke activiteiten stop. Ze zijn voor hem een last geworden.
“ Het is een groot verlies, dat bij mij intense gevoelens losmaakt. De enige remedie is Vergetelheid, de dochter van de Tijd. Ik moet nu haar hulp zoeken. Het zal moeilijk zijn het verdriet uit mijn hoofd te zetten .” (Rubens, in een brief uit 1626, na het overlijden van zijn eerste vrouw Isabella Brant)
“ Albert heeft zich ernstig verdiept in de studie van de oudheid. Hij boekt al vooruitgang in zijn Grieks .” (Rubens over zijn zoon, in een brief uit 1630)
Rubens trouwt twee keer: in 1609 met zijn buurmeisje Isabella Brant, die in 1626 sterft. Zij is de dochter van de Antwerpse stadsgriffier. En in 1630 huwt hij met de 16-jarige Helena Fourment. Rubens hecht veel belang aan zijn gezin, ook al is hij druk bezig en vaak afwezig. Maar hij maakt bijvoorbeeld veel portretten van zijn gezins- en familieleden.
Met zijn eerste vrouw Isabella heeft hij drie kinderen, met Helena Fourment vijf. Zijn oudste dochter, Clara Serena, wordt in 1611 gedoopt. Zij sterft als ze twaalf is. Rubens’ jongste wordt in 1641 geboren. Haar vader is dan al gestorven.
“ Ik heb de hoop niet opgegeven dat mijn wens nog vervuld wordt: naar Italië trekken. Dat verlangen neemt zelfs nog elke dag toe.” (Rubens, in een brief uit 1629)
Rubens houdt van Italië. Als twintiger woont en werkt hij er jarenlang, onder meer aan het hof van Mantua. Hij bewondert in Venetië het werk van zijn voorgangers Titiaan, Veronese en Tintoretto. In Rome is hij onder de indruk van de Grieks-Romeinse kunst die hij gretig bestudeert, vooral door tekeningen te maken. Die zal hij later gebruiken als een soort databank van beelden. En hij maakt ook kennis met het werk van zijn tijdgenoot Caravaggio.
“ Ik heb het voorbije jaar enkele duizenden guldens aan mijn huis gespendeerd en ik zou niet graag voor een gril (de aankoop van Grieks-Romeinse beelden) de limieten van mijn budget overschrijden. Ik ben tenslotte geen prins, maar iemand die van zijn handenarbeid moet leven. ” (Rubens, in een brief uit 1618)
Al in Italië verzamelt de twintiger Rubens kunst en ‘oudheden’. Dat zal hij zijn hele leven enthousiast blijven doen: antieke kunst, munten, beeldhouwwerken, tekeningen, ander werk van voorgangers en tijdgenoten… Zijn collectie groeit uit tot wat wij nu ‘een topverzameling’ zouden noemen, met onder meer werk van schilders uit de Lage Landen (Bruegel, Brouwer…), Duitsland (Dürer) en Italië (Titiaan, Tintoretto). Nu en dan verkoopt Rubens ook collectiestukken.
De collectie dient ook om inspiratie te leveren. En om Rubens’ status te laten zien.
“ Ik ben momenteel erg druk bezig met de voorbereidingen voor de triomfantelijke intocht van de kardinaal-infant. Tijd om te leven of te schrijven is er niet.” (Rubens, in een brief uit 1634)
Rubens kennen we onder meer dankzij z’n brieven. De meest persoonlijke, aan zijn moeder en zijn eerste vrouw Isabella Brant, bleven niet bewaard. In de wél bewaarde brieven vangen we glimpen op van een aangename man. Rubens kon emotioneel geraakt worden, al liet hij zich vooral door z’n verstand leiden, minder door emoties. Hij aardde goed in gezelschap en was attent voor vrouwen. Voor zijn medewerkers lijkt hij veeleisend te zijn geweest.
“ Hier in Antwerpen bevinden we ons in een toestand die ergens tussen vrede en oorlog in ligt. Maar we ervaren wel alle ellende en het geweld dat met een oorlog gepaard gaat. Zonder te genieten van de weldaden die de vrede brengt. Onze stad gaat stap voor stap richting verval. ” (Rubens, in een brief uit 1627)
“ Ik zou graag naar huis terugkomen en daar mijn hele leven blijven. ” (Rubens, in een brief uit Londen van 1629)
In zijn moederstad krijgt Rubens in de jaren 1590 zijn opleiding. De stad likt dan haar wonden van de woelige voorbije decennia. Antwerpen leeft op, maar zal nog moeilijke momenten beleven. In Antwerpen bouwt Rubens zijn sociaal netwerk en vriendenkring uit. Hij heeft er ook veel klanten en ontvangt er prominente bezoekers.
Van 1608 tot aan zijn dood in 1640 brengt Rubens een groot deel van zijn tijd in de stad aan de Schelde door, ondanks zijn vele (diplomatieke) reizen en buitenlandse verblijven: in Parijs, Londen, Madrid... En in de laatste jaren van zijn leven verblijft hij vaak in zijn landgoed Het Steen bij Mechelen. “Om u de waarheid te zeggen, ik heb de voorbije maanden enigszins in afzondering geleefd, in mijn landhuis dat op een redelijke afstand van Antwerpen ligt en weg van de hoofdwegen.” (Rubens in een brief uit 1636)
Geen andere plek ter wereld gaat in onze tijd prat op zoveel tastbare herinneringen aan Meester Rubens als Antwerpen. Te beginnen met zijn kunstenaarswoning aan de Wapper. Die heeft hij deels zelf ontworpen. Want alleskunner Rubens is ook architecturaal actief. Hij werkt, verzamelt en woont zowat 25 jaar in zijn huis aan de Wapper.
“ Mijn beste Lucas,
Ik hoop dat deze brief je nog in Antwerpen bereikt, want ik heb dringend een paneel nodig met daarop drie levensgrote hoofden van mijn hand… Je zou me een groot plezier doen door het mij meteen op te sturen. Of misschien kun je het meebrengen?” (Rubens in een brief aan Lucas Faydherbe uit Het Steen bij Mechelen)