Het pittoresk dorpje werd in de jaren zeventig van vorige eeuw “een van de vele slachtoffers van modernisering” toen de luchthaven in Parijs - die toen de grootste van Europa zou worden - werd gebouwd. Goussainville Vieux-Pays lag vlakbij de eerste landingsbaan, waardoor de exploitant van de luchthaven werd gedwongen de huizen op te kopen van de dorpelingen die weg wilden. Meer dan de helft van de bevolking nam de benen, de huizen en het statige kasteel werden verwaarloosd en het bruisende dorpje werd “een spookstad” genoemd.

De 68-jarige Fransman Philippe Vielliard besliste toen om te blijven, ondanks het dagelijkse, oorverdovende lawaai van vliegtuigen boven zijn huis. De man wil zijn geboortedorp niet opgeven en vraagt al jaren om de vervallen gebouwen te kunnen heropbouwen, met dezelfde bakstenen waarmee ze ooit werden opgetrokken. Hij wil inwoners terug naar het dorp lokken en zoekt wanhopig naar oplossingen om zijn missie te doen slagen.

“Ik opperde ooit om dove en slechthorende mensen in het dorp te laten wonen”, klinkt het bij de Fransman. “De arme zielen zouden niet gestoord worden door het lawaai van de vliegtuigen.” Maar dat voorstel werd al snel bestempeld als “beledigend en beschamend”. In 2009 haalde Vielliard een eerste slag thuis en kon hij met zijn organisatie de huizen die ooit waren opgekocht, terugkopen voor een symbolische euro.

“Vliegtuigen zijn heel wat stiller geworden sinds de jaren zeventig”, aldus Vielliard, die potentiële nieuwe inwoners wil geruststellen. “In het verleden kon je zelfs geen gesprek voeren op straat toen er eentje overvloog, waren er elektronische storingen en viel de televisie uit.” Nu kan de man weer goed slapen ’s nachts, en kan hij zijn ramen openzetten als het mooi weer wordt. “Je went er wel aan.”